ColumnPeter Buwalda
Een Nobelprijs voor Muziek was leuk geweest, hier alle winnaars van 1901 tot nu. Daar gaat-ie
Dit was best even puzzelen, eigenlijk.
Ik ben dol op scheikunde, maar een Nobelprijs voor Muziek was ook leuk geweest. Daarom een lijst met alle winnaars, het is toch corona, tijd zat. De eerste klap is een daalder waard, daarom gaat-ie in 1901 naar Antonín Dvorák. In 1902 naar Hugo Wolf, ook bijna dood, dan. 1903 Rimsky-Korsakov, de oude vos. 1904 Edvard Grieg, top, 1905 Pablo de Sarasate, 1906 Isaac Albéniz, net op tijd, 1907 Camille Saint-Saëns, 1908 Gustav Mahler, 1909 Gabriël Fauré, 1910 Scott Joplin, ragtime, jazz dus.
Mooi. Veel beter dan de eerste tien bij de literatuur, vrijwel allemaal vergeten schrijvers, terwijl Tolstoj bij de telefoon zat.
1911 Erik Satie, waarom nie.
Dan, 1912, Enrico Caruso, een operazanger, gewaagd, maar verkoopt als eerste miljoen platen. Dus.
1912 Claude Debussy, logisch, 1913 Aleksandr Skrjabin, 1914 Max Bruch, 1915 Max Reger, 1916 Max Tailleur. Grapje, 1916 W.C. Handy, de eerste voor blues. Snel erbij, Stockholm. Complimenten. 1917 Leoš Janáček, 1918 Lili Boulanger, best woke van Stockholm, 1919 Giacomo Puccini, 1920 Igor Stravinsky, 1921 Edward Elgar, 1922 Richard Strauss, 1923 Jelly Roll Morton, 1924 Maurice Ravel, 1925 Jean Sibelius, 1926, George M. Cohan 1927 Ma Rainey, 1928 Blind Lemon Jefferson, 1929 Al Jolson, 1930 Bessie Smith, 1931 Ralph Vaughan Williams, 1932 Louis Armstrong, 1933 Arnold Schönberg, 1934, Charles Ives, 1935 George Gershwin, 1936 Sergej Rachmaninov, 1937 Duke Ellington, 1938 Robert Johnson, meteen doen, waarom wachten? 1939 Edgard Varèse.
Oorlog, gelukkig. Wat een teringklus, dit.
1944 Béla Bartók, 1945 Irving Berlin en Bing Crosby, 1945 Woody Guthrie, 1946 Sergej Prokofjev, 1947 Django Reinhardt, 1948 Art Tatum, 1949 Diz en Bird, 1950 Benjamin Britten, 1951 Hank Williams, 1952 Billie Holiday, 1953 Thelonious Monk, 1954 Dmitri Sjostakovitsj, 1955 Bill Haley, 1956 Little Richard, 1957 Muddy Waters, 1958 Chuck Berry, 1959 Leonard Bernstein, 1960 Elvis, 1961 Ella Fitzgerald, 1962 Sam Cooke.
Jet: ‘Wat doe jij?’ Ik: ‘Ik zit te kutten. Hoezo?’
1963 Ornette Coleman, 1964 Frank Sinatra, 1965 John Coltrane, 1966 The Beatles, 1967 Olivier Messiaen, 1968 Brian Wilson, 1969 Jimi Hendrix, 1970 Miles, 1971 James Brown, 1972 The Rolling Stones, 1973 Aretha Franklin, 1974 Marvin Gaye, 1975 Bob Dylan (geweigerd), 1976 Bob Marley, 1977 Little Feat, verrassend maar terecht. 1978 Punk, iedereen kwaad, ook punkbands zelf. 1979 Stevie Wonder, 1980 David Bowie, 1981 Talking Heads, 1982 Neil Young, laat, maar niet zeuren.
Ik ga kapot, zoveel werk. 1983 Bruce Springsteen, 1984 Doe Maar, 1985 Prince, 1986 The Smiths, 1987 Stevie Ray Vaughan, 1988 Beastie Boys, 1989 Joni Mitchell, zomaar, nu pas. Zo gaat het. 1990 Public Enemy, 1991 Pixies, 1992 Metallica, 1993 Cecil Taylor, 1994 Kate Bush, 1995 Nirvana, 1996 R.E.M., 1997 Dr. Dre en Snoop Dogg, 1998 Radiohoofd, 1999 Beck, 2000 Björk, 2001 Philip Glass, 2002 Eminem, 2003 Sam Philips, eerste producer, bijzonder zeg. 2004 Outkast, 2005 Johnny Cash, 2006 Marco Borsato, 2007 Jay-Z, 2008 Pierre Boulez, 2009 The White Stripes, 2010 Kanye West, 2011 Arctic Monkeys, 2012 Beyoncé, 2013 Lou Reed, 2014...
‘Ik weet het niet meer.’ ‘Hup.’
2014 Barry Hay, 2015 Arcade Fire, 2016 Simon and Garfunkel, nalevering, 2017 Tom Waits, 2018 Kendrick Lamar, 2019 Lana Del Rey.
‘Zeg iets!’
‘Britney!’
2020 Britney Spears. Nog eentje... 2021 Jerry Lee Lewis, The Killer. Bijna vergeten.