De journalist als winkelhulp

De journalist is steeds minder een lastige figuur die vervelende vragen stelt. Steeds vaker is hij een infotainer of shoppinghulpje die de lezer amuseert en van nuttige tips voorziet....

Peter Giesen

EEN rat met een gleuf hoed, die slechts charmeert om zijn doel te bereiken, die slachtoffers platwalst en foto's van vermoorde kinderen van de schoorsteen steelt. Dat is de ene cliché-journalist uit films en tv-series.

De andere cliché-reporter komt meer overeen met het ideaal dat journalisten zelf koesteren. Een romantische held, eenzame strijder voor de waarheid, die machthebbers tart en, soms met gevaar voor lijf en leden, zijn geheimzinnige bronnen ontmoet in een ondergrondse parkeergarage.

In deze nieuwe eeuw lijkt een derde stereotype van de journalist in opkomst: de serviceverlener. Geen luis in de pels, maar een shoppinghulpje dat de lezer tipt over de nieuwste zonnebrillen, dat leuke nog niet ontdekte Thais restaurantje of de hipste discotheken van Barcelona. De onderzoeksjournalistiek leidt een kwakkelend bestaan, maar kranten investeren in kleurenmagazines, gezondheidskaternen en pagina's met productinformatie. News you can use, is de moderne strijdkreet op menige redactievergadering.

Volgende week wordt onder auspiciën van de Nederlandse Vereniging van Journalisten een driedaags congres over de journalistieke cultuur van de twintigste eeuw gehouden. Tussen 1900 en 2000 is de journalistiek enorm opgebloeid. Redacties groeiden, journalisten werden steeds professioneler, de technische hulpmiddelen almaar verfijnder. Rond de eeuwwisseling zijn de traditionele vaandeldragers - de kwaliteitskranten, de opiniebladen, de actualiteitenrubrieken op radio en tv - echter in staat van permanente nervositeit beland. De belangstelling voor politiek en buitenlands nieuws, eertijds de hoeksteen van de serieuze pers, lijkt tanende. Oplagen staan onder druk, de concurrentie neemt toe, het publiek vergrijst en niemand weet precies wat de invloed van internet zal zijn.

Teneinde de aansluiting met lezers en kijkers niet te verliezen, proberen media steeds meer op de markt in te spelen. 'De betekenis van het marktdenken in de journalistiek is enorm toegenomen. Nieuws wordt steeds meer gezien als gewone handelswaar. Soms lijkt het alleen nog maar om het innemen van marktposities te gaan. Dat vind ik soms een onrustbarende ontwikkeling', zegt Frank van Vree, hoogleraar persgeschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam, en een van de organisatoren van het congres.

Het journalistieke zelfbeeld steeg tot grote hoogten in de jaren zeventig, toen Washington Post-verslaggevers Woodward en Bernstein een doorslaggevende rol speelden bij de val van de Amerikaanse president Nixon. De pers had zich ontwikkeld tot een genadeloze controleur van de macht, journalisten voelden zich brutale rotjongens die het gezag het vuur na aan de schenen legden. In naam van de publieke zaak stelden zij elke misstand zonder pardon aan de kaak.

Die geest waart nog steeds rond op het Binnenhof, waar Wouke van Scherrenburg de machthebbers elke avond routinematig aan het kruis nagelt. Alleen kan het de kijker niet zoveel meer schelen. Door een lange reeks van oorzaken, waarvan een gebrek aan fundamentele tegenstellingen de belangrijkste lijkt, is de belangstelling voor politiek en de publieke zaak aanzienlijk afgenomen.

Bovendien is de verhouding tussen consument en media veranderd. Tot in de jaren tachtig lazen de meeste mensen een krant die haar wortels had in eigen zuil of sociale groep. De tv bood slechts twee publieke netten, waardoor een verantwoorde reportage uit Angola kon rekenen op een flink publiek. 'Toen ik begin jaren zeventig in Groningen studeerde, had ik geen televisie. Ik las de Volkskrant, ook al omdat je NRC Handelsblad slechts bij één kiosk kon krijgen', zegt Van Vree.

Journalisten werkten op een 'aanbiedersmarkt', is de conclusie in de vorig jaar verschenen bundel Media in overvloed. Er was weinig concurrentie, de binding tussen lezer en krant was sterk. Sindsdien is de dagelijkse hoeveelheid nieuws echter geëxplodeerd. De journalist moet zich handhaven op een vragersmarkt, waar consumenten kunnen kiezen uit een enorm aanbod. Velen zijn niet meer gebonden aan één krant of omroep, maar 'grazen' de hele dag wat nieuws bij elkaar, van radio, tv, Teletekst, krant, Metro of internet. Ook hier leidt overvloed tot onverschilligheid, blijkt uit onderzoek. De televisie was ooit het gesprek van de dag, maar is steeds meer 'water uit de kraan' geworden. De krant werd ooit gezien als huisvriend, maar is steeds meer een van de vele passanten die dagelijks voorbijtrekken.

Wie in dit klimaat van overvloed en onverschilligheid wil opvallen, moet behagen, vermaken of de consument in elk geval het gevoel geven dat hij er iets mee opschiet om een artikel te lezen of een programma te bekijken. Service is dan ook een wapen tegen de consument die zijn schouders ophaalt. Aan de politieke leiding van het hoofdredactionele commentaar heeft hij weinig behoefte meer, aan een paar goede tips op het glibberige gebied van stijl en smaak des te meer.

De journalist is steeds minder een lastige figuur die vervelende vragen stelt en steeds meer een infotainer die de lezer amuseert en van nuttige tips voorziet. De aloude scheidslijn tussen inhoud en commercie dreigt daarbij steeds verder te vervagen, zegt José van Dijck, docent letteren aan de Universiteit Maastricht. Ze is net terug van een sabbatical in de Verenigde Staten, waar de commercialisering al een stuk verder is.

'De meeste media zijn daar opgegaan in enorme concerns. Mijn vrees is dat de journalist steeds meer een content provider voor een groot bedrijf wordt', zegt Van Dijck. De berichtgeving wordt in de VS steeds meer beïnvloed door commerciële belangen. 'In de Microsoft-zaak had NBC als enige tv-station een interview met Bill Gates. Dan is het handig om te weten dat NBC op internet samenwerkt met Microsoft.' Op de websites van de Amerikaanse kranten kun je meteen doorklikken naar een elektronische winkel om een besproken boek of cd te bestellen. De krant krijgt voor elke transactie provisie. 'Daardoor wordt de scheidslijn tussen redactie en commercie veel vager. Met dezelfde muisklik waarmee je een artikel opvraagt, sluit je een commerciële transactie af.' Bovendien ontstaat het gevaar dat kranten hun inhoud gaan aanpassen aan e-commerce. De nieuwe Stephen King levert immers heel wat meer provisie op dan een parel uit de Hongaarse literatuur.

De commercialisering is zorgelijk, maar moet ook weer niet worden overdreven, zeggen Van Vree en Van Dijck. Behoefte aan betrouwbare informatie zal blijven bestaan, en niet ieders nieuwsgierigheid zal afdoende worden bevredigd door Catherine of De Heetste plekjes van Nederland. Wie beroepshalve oude kranten leest, zoals de pershistoricus Van Vree, raakt ook al snel genezen van de gedachte dat vroeger alles beter was. Van Vree: 'De oplage van het sociaal-democratische dagblad Het Volk steeg in een jaar van 60- naar 180 duizend. Niet door zware politieke verhalen, maar door een vrouwenpagina, een kinderpagina en andere servicegerichte rubrieken. Dat was in 1928.'

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden