Blair heeft buik vol van hippie-erfenis
Zijn zij verantwoordelijk voor alle kommer en kwel? Ze droegen lang haar, eisten democratisering op universiteiten, protesteerden tegen de oorlog in Vietnam, luisterden naar All You Need Is Love en Give Peace A Chance, rookten af en toe een stickie en hadden zoals Martin Luther King een droom over een...
Dat Margaret Thatcher hen verantwoordelijk stelde voor het verval van normen en waarden was tot daaraan toe. Maar nu praat ook Tony Blair – een van hen – de jarenzestig-generatie een schuldcomplex aan. Niet de hebzuchtige ikgeneratie van de jaren tachtig, maar de alles-willen-delende hippies hebben van Groot-Brittannië een Sodom en Gomorra gemaakt.
Blair (ooit zelf met zijn lange haar en gitaar een ideale personificatie van het jarenzestig-cliché) kondigde maandag aan korte metten te willen te maken met hun erfenis. Volgens Blair heeft de sociaal-liberale consensus van die tijd geleid tot de huidige golf van criminaliteit en asociaal gedrag in het land. De jarenzestig-generatie heeft haar vrijheid opgeëist, maar niet haar verantwoordelijkheid genomen, betoogde Blair. 'Een gemeenschap van verschillende levensstijlen heeft een generatie voortgebracht zonder ouderlijke discipline, goede rolmodellen en verantwoordelijkheid naar anderen. Mensen hebben hun buik vol van de jarenzestig-consensus. Ze willen een gemeenschap met eigen verantwoordelijkheid', zei hij maandag in het Lagerhuis.
Zo, die zit. Blair, die vandaag precies tien jaar leider is van de Labour-partij, rekent niet alleen af met de love & peace-generatie, maar en passant ook met het toenmalige Old Labour van premier Harold Wilson dat het grootste deel van de jaren zestig in Groot-Brittannië regeerde en de Flower Power, de minirok, de pil, de opening van de eerste abortuskliniek en de eerste uitzending van Monty Python's Flying Circus toeliet.
De oude socialisten hebben blijkbaar toegelaten dat Mary Quant en John Cleese de gemeenschapszin en de familie als hoeksteen van de samenleving vernietigden. De generatie die bloemen in het haar stak en de liefde en vrede predikten, heeft kinderen ter wereld gebracht die oude dametjes beroven, zich te buiten gaan aan drank en drugs en verkeersborden omver trekken. Mensen durven 's avonds niet meer de straat op, terwijl iedereen in de jaren zestig volgens Blair de achterdeur gewoon kon laten openstaan. Hoewel de meeste Britten zich niet anders herinneren dan dat zij ook in de jaren zestig beter de deur op slot konden doen, wil Blair terug naar de drie r's:
rules, respect en responsability. 'De huidige generatie eist regels, orde en fatsoenlijk gedrag', zei hij. Zijn minister van Binnenlandse Zaken David Blunkett durfde maandag zelfs de boute stelling aan dat 'crimineel en asociaal gedrag en de cultuur van vandalisme op het Europese continent veel minder voorkomt'. De Britse samenleving is in de ogen van de jubilerende New Labour-beweging het meest geïnfecteerd met het gevaarlijke virus van de jaren zestig.
Na vier oorlogen als premier (allemaal voor een betere wereld) is Blair verder dan ooit afgedwaald van de idealen van de jaren zestig. Zijn kruistocht tegen criminaliteit en asociaal gedrag is genoegzaam bekend. Blair wil zich graag profileren als de man van law and order, niet alleen als politieagent op het wereldtoneel, maar vooral in zijn eigen land. In zijn ijver de Tories geen kans te geven op dit terrein te scoren, drijft hij steeds verder van de liberale idealen af. Van zijn slogan tough on crime, tough on the causes of crime (hard tegen criminelen, hard tegen de oorzaak van criminaliteit) lijkt langzamerhand alleen het thatcheriaanse eerste deel overeind te staan. Met zijn eigen aanval op de jarenzestig-generatie treedt hij nog verder in de voetsporen van de IJzeren Dame die zo vaak de tolerante welvaartsstaat van de jaren zestig de schuld gaf van het economische en morele verval van het land.
Intellectuelen en politici van de jarenzestig-generatie voelen zich verraden door iemand uit de eigen gelederen. 'Wij zijn niet de generatie van zuiplappen, wij hadden het geld niet eens. Wij deelden met zijn vijven een joint van vijf pond. Wij gingen ons niet te buiten aan champagne en sterke drank en sloegen daarna mensen voor ons plezier in elkaar. Wij wilden brandweerlieden en vredesstichters worden, geen miljonairs en beroemdheden. Wij gaven in een jaar minder geld uit aan kleding dan zij in een middag', schreef David Aaronovitch, een kind van de jaren zestig in The Guardian. 'Als je iemand de schuld wilt geven van de huidige rotzooi in de samenleving, kies dan die schoften van de jaren tachtig.' Enige troost voor de schuldige jarenzestig-generatie is dat Blair in zijn ijver naar het zoeken van zondebokken voor zijn eigen falen na de hippies misschien ook de yuppies een keer ter verantwoording zal roepen.