reportageFC De Boekenclub
Bij de boekenclub voor (ex-)profvoetballers: ‘De mentaliteit is: uitlezen, dat boek niet laten winnen’
Profvoetballers worden eerder geassocieerd met Porsches dan met Proust. Toch bestaan er uiteraard ook spelers die graag een boek lezen. De Volkskrant keek mee bij een boekenclub van huidige en voormalige voetballers uit ere- en eerste divisie.
4 mei 2021, Rotterdam
‘Ik ben aan het sparen voor een grote boekenkast’, zegt Robin Pröpper (27), op dat moment nog aanvoerder van eredivisieclub Heracles Almelo. ‘Die wil ik later centraal in mijn woonkamer neerzetten.’
‘Ik ben er toch ook een soort van trots op, dat ik veel lees’, zegt Stef Gronsveld (25), die in 2020 nog onder contract stond bij FC Dordrecht, maar inmiddels is gestopt met profvoetbal, vooral vanwege zijn artrose. Hij studeert nu bestuurskunde.
‘Een gozer bij Excelsior heeft me klassiekers uitgeleend die hij nu terug wil hebben’, zegt Maarten de Fockert (26), dan keeper van de Rotterdamse club in de Keuken Kampioen Divisie. ‘Ook al heb ik ze allemaal uit, ik ga ze nu toch kopen. Want ik wil ook in de boekenkast kunnen zien wat ik gelezen heb.’ Hij las onder meer Of Mice and Men van John Steinbeck, The Old Man and the Sea van Ernest Hemingway, De donkere kamer van Damokles van W.F. Hermans en De avonden van Gerard Reve.
De drie zitten in de woonkamer van het ruime Rotterdamse studentenhuis van Gronsveld, waar twee tv-schermen staan – een voor het gamen, een voor tv of Netflix. Ook aanwezig is Jeff Hardeveld (26), die samen met Pröpper in de verdediging van Heracles speelt. Colin de Graaf (28), die als prestatietrainer bij Heracles de schakel is tussen trainer Frank Wormuth en de spelers, komt later.
Twee jaar vormen ze nu een boekenclub, die grofweg eens per maand samenkomt.
Ook Hidde Jurjus, jaren geleden een ploeggenoot van Pröpper bij De Graafschap, zit bij de boekenclub, maar hij laat deze sessie voorbijgaan vanwege de reistijd. Sinds eind 2020 speelt hij bij KFC Uerdingen 05, een Duitse club uit Krefeld (Noordrijn-Westfalen) die uitkomt in de Dritte Liga, het derde niveau.
Waar veel boekenclubs toch ook een excuus zijn om met elkaar door te zakken, drinken de voetballers, ondanks de aanwezigheid van opgestapelde Heineken-kratten, water. Morgen moeten ze trainen, Heracles speelt vier dagen later de belangrijkste wedstrijd van het jaar, tegen streekgenoot FC Twente.
Het idee voor een boekenclub begon bij Pröpper. Twee jaar geleden vroeg hij in het krachthonk van Heracles aan Hardeveld of die nog weleens las. Niet vaak, antwoordde die, waarop Pröpper opperde een boekenclub te beginnen.
‘Lezen is niet snel een prioriteit’, zegt Hardeveld, oud-speler van FC Utrecht. ‘Door de boekenclub word je toch een beetje onder druk gezet.’ Pröpper: ‘Dan appen we elkaar: wanneer gaan we weer zitten?’ De appgroep heet FC De Boekenclub.
In het begin kwamen ze eens per twee weken bij elkaar, een frequentie waaraan maar weinig boekenclubs zullen kunnen tippen. Voetballers hebben nu eenmaal genoeg tijd om te lezen, zegt Pröpper. ‘Soms hebben we maar één training. Dan ontbijten we om negen uur op de club, trainen we om elf uur en zijn we vanaf een uur vrij.’
Door corona spraken ze elkaar minder. Maandelijks via Zoom afspreken werd het doel. Onder andere Een beloofd land van Barack Obama kwam digitaal aan bod.
Soms bespreken ze samen één boek, soms – zoals vandaag – bespreekt ieder een eigen boek. Maar eerst praten ze bij, over voetbal en de andere boeken die ze de afgelopen tijd hebben gelezen.
Hardeveld is ambassadeur van een maatschappelijk project van Heracles en moet in die hoedanigheid kinderboeken lezen. Naast De kleine prins van Antoine de Saint-Exupéry las hij Darius de Grote is niet oké van Adib Khorram. ‘Daar zitten ook voor volwassenen best vette levenslessen in. Het gaat over een Iraans-Amerikaans kind dat op school in Amerika gepest wordt en zich ook in Iran niet thuisvoelt, omdat hij die cultuur niet kent.’
Gronsveld: ‘Dat lijkt op Mijn ontelbare identiteiten van Sinan Çankaya, dat we ook hebben gelezen. Ook die hoofdpersoon schippert tussen nationaliteiten.’ Hardeveld: ‘Klopt, maar hier gaat het meer over zijn depressie. Als ze naar Iran gingen, dacht hij dat de familie zijn zusje veel leuker vond, alleen omdat zij beter Farsi spreekt. Het gaat over vraagstukken die nu best hot zijn, zoals onzekerheid. Een mooi, kwetsbaar boek.’
Gronsveld oppert alvast eten te bestellen bij de Vegan Junk Food Bar – Hardeveld is veganist.
The Power of Now van Eckhart Tolle komt ter sprake. ‘Als je met een mental coach praat, gaat het ook vaak over ‘in het nu leven’’, zegt De Fockert. ‘Dat vind ik fucking moeilijk, man: een blunder loslaten en teruggaan naar: wat is mijn taak nu? Je weet dat je na de wedstrijd gaat denken dat je het hebt verpest.’
De carrières van de voetballers bevinden zich in een onzekere fase. De contracten van Pröpper en Hardeveld bij Heracles lopen af. Robin Pröpper, broer van international Davy en neef van schrijver Henk, heeft een aanbod gekregen om te verlengen, maar hij overweegt een vertrek. Hardeveld is bij Heracles op een zijspoor beland. ‘Ik wil weg’, zegt hij. De Fockert: ‘Je komt niet meer voor in de plannen, hè?’ Hardeveld: ‘Nee, ik zit ook niet meer bij de selectie.’ Pröpper: ‘Maar dat is alleen maar omdat ze weten dat je weggaat.’
De situatie van De Fockert is nog penibeler. De oud-keeper van Heerenveen, VVV-Venlo en Go Ahead Eagles is nu reserve bij Excelsior en weet niet of de club zijn aflopende contract wil verlengen. Gebeurt dat niet, dan betekent dat mogelijk einde carrière. Hij studeert al deeltijd cultuurwetenschappen en maakt een goedbeluisterde voetbalpodcast, De Cor Potcast, met Sparta-aanvoerder Bart Vriends en Excelsior-ploeggenoot Thomas Verhaar.
Dan begint het officiële gedeelte van de avond en komen de boeken aan bod die ze voor deze gelegenheid hebben gelezen. Prestatietrainer Colin de Graaf, kort daarvoor binnengekomen, haalt White Fragility van de Amerikaanse Robin DiAngelo uit zijn tas. Zijn exemplaar is beplakt met tientallen tabblaadjes. Kort legt hij de kern van het boek uit. ‘DiAngelo schrijft dat witte mensen, in alles wat ze doen, racistisch zijn.’ De Fockert knikt. ‘Het is soms ook confronterend om toe te geven dat je vooroordelen hebt.’
Gronsveld: ‘Maar moet je dat jezelf kwalijk nemen?’ De Fockert: ‘Nee, ik denk ook dat de meeste mensen inclusief willen zijn, maar dat toch niemand is gevrijwaard van vooroordelen.’
Gronsveld vraagt zich af of angst voor mensen die er anders uitzien niet universeel is. ‘Hebben donkere mensen dat niet ook?’ Dan rinkelt de bel. De bezorger van de Vegan Junk Food Bar. ‘Goede vraag’, zegt De Fockert tegen Gronsveld. ‘Zullen we die na de pauze behandelen?’ Uit papieren tassen komen frieten, veganistische burgers en ‘betterballs’ tevoorschijn.
Na het eten komt De Graaf terug op de vraag van Gronsveld. ‘Zij schrijft dat het racisme van donkere mensen een ander probleem is, omdat dat is ontstaan uit angst en niet vanuit een verheven positie.’
De Fockert zegt dat woke culture zinvol kan zijn. ‘Nu gaat het erover dat Sneeuwwitje niet meer zou mogen, en dat roept natuurlijk aversie op. Maar ik denk dat woke mensen expres een radicaal standpunt innemen, omdat ze hopen dat de bandbreedte van algemeen geaccepteerde gedachten daardoor verschuift.’ Gronsveld: ‘Hoe heet dat ook alweer?’ De Fockert: ‘Het Raam van Overton.’ De Graaf: ‘In het boek gaat het de hele tijd over waarom protesten nodig zijn. Waarom zwarte artiesten de Oscars moeten boycotten.’
Dan is Pröpper aan de beurt. Hij heeft De zin van het leven gelezen, van Volkskrant-journalist Fokke Obbema. ‘Hij kreeg een hartstilstand en is zich toen gaan afvragen: wat is nu de zin van het leven? Die vraag heeft hij aan allerlei mensen gesteld.’
Als hij aankondigt een antwoord te citeren van Jan Geurtz, een spiritueel leraar, zegt De Fockert: ‘Als iemand het antwoord moet weten, is hij het.’ Pröpper, citerend: ‘Je kunt een heel prachtige, filosofische doelstelling formuleren, bijvoorbeeld: we zijn op weg naar totale wereldvrede (...) Maar wanneer je ’s ochtends geen zin in je dag hebt, heb je daar niet zoveel aan. (...) De vraag is dus vooral: wat maakt dat we zin hebben? Wat maakt dat ik zin heb in mijn leven?’
De Graaf vraagt zich af of Geurtz hier spontaan op komt of dat Obbema van te voren heeft aangekondigd deze vraag te stellen. Gronsveld: ‘Als je dit ter plekke bedenkt, ben je een heel grote speler.’
Het door Gronsveld gelezen boek is aangeraden door zijn vader: In het licht van wat wij weten, van de Brit Zia Haider Rahman. Gronsveld: ‘Een roman geschreven vanuit de ik-persoon. Die voert een gesprek met Zafar, een man uit Bangladesh, die zijn levensverhaal vertelt. Zafar heeft interessante ideeën over het leven, maar het schiet werkelijk alle kanten op: het gaat over de klassensamenleving in Engeland, maar ook over 11 september. Hij begint elk hoofdstuk met een citaat, maar daar is geen touw aan vast te knopen. Nee, dit was ’m niet voor mij.’
De Graaf noemt het boek (434 pagina’s) een ‘moordwapen’ en vraagt zich af waarom Gronsveld er niet na vijftig pagina’s mee is gestopt. Gronsveld: ‘Nee, ik wil iets wel uitlezen. Er zaten ook interessante stukken in.’ Hardeveld: ‘Dat is toch ook de mentaliteit: uitlezen, dat boek niet laten winnen.’ De Graaf: ‘Positief puntje: het staat goed in je boekenkast.’
Hardeveld las Het bestverkochte boek ooit (met deze titel) van Sanne Blauw. ‘Over misleidende statistieken in nieuwsberichten’, zegt hij. ‘Ik vond het langdradig, maar het is wel goed om je ervan bewust te zijn.’
De Graaf zegt dat hij als prestatietrainer van Heracles ook selectief winkelt in statistieken. Tegen Pröpper en Hardeveld: ‘We lieten laatst zien hoe snel jullie de bal veroverden ten opzichte van Liverpool. Dat klopt op zich. Maar daarachter zitten nog honderden cijfers die een heel ander gevoel geven.’
Het boek van De Fockert is Ik ga leven, van de Turks-Nederlandse Lale Gül. ‘Zij is best veel op tv geweest. Lekker wijf.’ De Graaf: ‘Ik zag ook een foto en dacht: moet ik op Instagram kijken?’ De Fockert: ‘Zeker. Maar ze vertelt ook een bizar verhaal. Zij is een liberaal pur sang die is opgegroeid in een gemeenschap die zó conservatief is, ik wist niet dat het in Nederland nog bestond. Ze krijgt klappen van haar moeder omdat het onrein zou zijn dat ze gearmd met haar zusje en neef op de foto staat. Terwijl haar broer een trotse kneep in de wangen krijgt als hij met allemaal vrouwen naar bed gaat.’
De Fockert vervolgt: ‘Het is haar debuut, maar het leest heerlijk, ze heeft een bijzondere schrijfstijl. Omdat ze wil laten blijken dat ze geen belemmeringen voelt van haar gemeenschap, schrijft ze ook ordinair. Bijvoorbeeld hoe ze haar vriend pijpt. Als haar vader dat leest, wordt die natuurlijk gek.’
Gronsveld kijkt op zijn horloge, waarop Hardeveld hem geruststelt. ‘Ik heb mijn wekker gezet op 19.59 uur.’ Als die even later afgaat, zet Gronsveld de tv aan voor de Dodenherdenking en klinkt de taptoe. Na de twee minuten stilte begint Gronsveld over Liever dier dan mens van Pieter van Os, een boek over een Joodse vrouw die een andere identiteit aannam en onderdeel werd van een familie met fanatieke nazi’s. Pröpper: ‘Ik zet hem op het lijstje van boeken die ik nog moet lezen.’ Die houden ze bij op de app Goodreads.
Profvoetballers worden geassocieerd met Porsches, niet met Proust. In hoeverre klopt het stereotype dat ze geen lezers zijn? ‘Ik denk grotendeels’, zegt Pröpper. De Graaf: ‘Maar geldt dat stereotype niet voor voor bijna iedereen van onze leeftijd? Er zijn überhaupt weinig jongeren die lezen.’ Pröpper: ‘Laat staan dat ze in een boekenclub zitten.’
Hardeveld: ‘Mensen maken wel vaak een dolletje: ‘Wat?! Voetballers die lezen?’’ Pröpper: ‘Klopt, maar daarmee willen mensen volgens mij niet zeggen dat voetballers idioten zijn. Het is meer van: o wat leuk, dat had ik niet verwacht.’
De Fockert zegt dat er boeken zijn die je in elke voetbalkleedkamer tegenkomt. Pröpper: ‘Bij ons zijn dat de boeken over Zlatan, Gijp, Kieft, Andy van der Meijde.’ De Fockert: ‘Ik zie vooral Think and Grow Rich en Rich Dad Poor Dad.’ Gronsveld: ‘Leren die je hoe je rijk wordt?’ Pröpper: ‘Ja, dat lezen mensen die materialistisch ingesteld zijn. Al moet ik zeggen dat ik ze ook allebei gelezen heb.’
Tot slot besluit het vijftal welk boek ze voor de volgende keer gaan lezen. Het wordt De goede voorouder: langetermijndenken voor een kortetermijnwereld van de Australiër Roman Krznaric, een suggestie van Gronsveld.
1 augustus, Utrecht
Op een zondagmiddag komen ze weer bij elkaar, in Anne&Max, een café vlak bij de Dom in Utrecht. Dat er dit keer drie maanden zaten tussen de twee bijeenkomsten, komt door de transferperikelen: geen voetballer speelt nog bij dezelfde club. Het eerste uur gaat het dan ook niet over boeken.
Robin Pröpper heeft Heracles Almelo verruild voor FC Twente. Dat viel niet bij iedereen goed, want de twee clubs zijn aartsrivalen. Pröpper: ‘In het begin waren de reacties heftig, maar nu gaat het wel weer.’ (Pröpper is goed begonnen bij zijn nieuwe club. Afgelopen zondag droeg hij de aanvoerdersband en scoorde hij kort voor tijd de 1-1 tegen Ajax, dat daardoor het eerste puntverlies van het seizoen leed.)
De 1-1 van Robin Pröpper tegen Ajax (vanaf 1:30)
Ook Hardeveld is vertrokken bij Heracles. Hij gaat bij FC Emmen voetballen, in de Keuken Kampioen Divisie. In die competitie zal hij de vandaag wederom afwezige Hidde Jurjus tegenkomen, die overstapte naar De Graafschap. Excelsior verlengde het contract van Maarten de Fockert niet; hij kon nog aan de slag bij Helmond Sport, maar besloot zijn carrière te beëindigen.
‘Het zijn de raarste dagen uit mijn leven geweest’, zegt De Fockert. ‘Ik had even last van hartkloppingen. Vanaf mijn 9de stond mijn leven in het teken van voetbal. En nu is dat ineens niet meer het geval. Maar ik was er klaar mee, het is beter zo.’
Hardeveld vraagt De Fockert wat zijn vriendin gaat doen. ‘Ze wilde natuurlijk een relatie met een profvoetballer. Gaat ze nu op zoek naar een ander?’
De Fockert lacht. ‘Ik moet wat bekennen’, zegt hij vervolgens. ‘Omdat het een heftige periode is geweest, kwam ik er pas twee dagen geleden achter dat ik De goede voorouder nog niet heb gelezen.’ Wel las hij in de zomer De ontdekking van de hemel van Harry Mulisch, Grand Hotel Europa van Ilja Leonard Pfeijffer, In lichtjaren heeft niemand haast van Marjolijn van Heemstra, De weg van de vreedzame krijger van Dan Millman, De fundamenten van Ramsey Nasr en Wereld in wanorde van Carolien Roelants.
Als goedmakertje heeft De Fockert bij de Rotterdamse boekhandel Donner cadeautjes gekocht. Hij deelt exemplaren uit van De genocidefax, het boekenweekessay van Roxane van Iperen. ‘Lijkt me top’, zegt Pröpper. ‘Zij is toch van ’t Hooge Nest?’
Iedereen bestelt koffie, behalve Gronsveld, die gaat voor een glas pinot grigio. Hardeveld: ‘Wat een decadente gozer.’ Op tafel komt een borrelplank met ham, olijven, focaccia en Italiaanse bergkaas. ‘Dat ziet er heerlijk uit’, zegt Hardeveld, de veganist.
De Graaf haalt zijn exemplaar van De goede voorouder uit zijn tas. Opnieuw heeft hij fanatiek tabblaadjes geplakt. ‘Ik ben blij dat ik zo’n boek lees’, zegt hij. ‘Als ik dan het nieuws over overstromingen zie, ga ik op een ander niveau nadenken. Welke invloed hebben mijn beslissingen op de lange termijn? Dat is de kracht van boeken.’
De Graaf vraagt of Pröpper het boek anders heeft gelezen nu hij een jong kind heeft. ‘Ik ben meer gaan nadenken over welke gevolgen mijn beslissingen hebben op zijn leven’, zegt Pröpper. ‘Ik vraag me alleen wel af hoe ik het verschil kan maken. Ik scheid mijn afval en rijd elektrisch, maar dat gaat de wereld niet redden.’
Er volgt een discussie over de vraag wie het voortouw moet nemen: de overheid of het individu, een onderwerp dat ook in het boek ter sprake komt. ‘Als mensen zelf hun gedrag veranderen, creëer je daarmee ook draagvlak voor de politiek’, zegt De Fockert. Hij vindt dat voetbalprofs een voorbeeldfunctie hebben. ‘Als je als speler van Emmen minder autorijdt of minder spullen koopt, kun je daarmee kinderen beïnvloeden.’ De Graaf: ‘Al is het er maar één.’
De Fockert zegt dat clubs hun oren te veel laten hangen naar de mening van supporters. ‘Feyenoord is daar het grootste voorbeeld van. Als supporters daar twee keer de trainer uitfluiten, kan die zijn spullen pakken. Maar ze onderschatten hoe loyaal fans zijn. Als clubs alleen nog vegaburgers gaan verkopen, zullen supporters gaan zeiken, maar ze slaan echt geen wedstrijd over. Clubs hebben gewoon macht en een fucking groot publiek.’
Ze erkennen dat ze met hun progressieve geluid uitzonderingen zijn in de kleedkamer. ‘Van de voetballers is 80 procent hier niet mee bezig’, zegt Pröpper. De Fockert: ‘Met onze podcast hebben we onderzoek gedaan naar de politieke voorkeur van voetballers. Ze zijn eerder rechts dan links, wat makkelijk verklaarbaar is: ze verdienen vaak bovenmodaal.’ De Graaf: ‘Topsport is gewoon superegoïstisch, laten we dat vooropstellen.’
Als het café om 18.00 uur sluit, loopt het gezelschap naar het Vietnamese restaurant Saigon op de Voorstraat. Daar besluiten ze na de noedels, de rijst en de soep welk boek ze voor de volgende keer gaan lezen. De keuze valt op De schaduwkoning, een roman van de Ethiopisch-Amerikaanse Maaza Mengiste.
Hoe kennen ze elkaar?
De boekenclub werd in 2019 opgezet door Robin Pröpper en Jeff Hardeveld, die ploeggenoten waren bij Heracles. Colin de Graaf was destijds hun prestatietrainer. Later vroeg Hardeveld Stef Gronsveld en Maarten de Fockert erbij. Zij kennen elkaar uit de jeugdopleiding van Feyenoord. Pröpper speelt nu bij FC Twente, Hardeveld bij FC Emmen. De Fockert stopte deze zomer met profvoetbal en studeert nu cultuurwetenschappen aan de Open Universiteit. Gronsveld stopte vorig jaar en studeert nu bestuurskunde aan de Erasmus Universiteit.