InterviewMerel van Vroonhoven
Bestuursvoorzitter AFM stopt en begint aan de pabo: ‘Ik wil graag op individueler niveau van betekenis zijn’
Bestuursvoorzitter Merel van Vroonhoven (50) van de Autoriteit Financiële Markten (AFM) verruilt de vergaderkamers voor het klaslokaal, zo maakte ze donderdag bekend. De topvrouw – nummer 80 in de Volkskrant Top 200 van invloedrijkste Nederlanders – begint in september met de pabo, om aan de slag te kunnen als leerkracht in het speciaal onderwijs.
Waarom kiest u voor deze opmerkelijke carrièreswitch?
‘Afgelopen herfst liep ik in mijn eentje door de duinen en blikte ik terug op de afgelopen twintig jaar. Ik had in de loop der jaren al gemerkt dat ik liever koos voor organisaties waar geld verdienen niet het doel is, dat ik liever werk op een plek waar je iets betekent voor de maatschappij of voor mensen die kwetsbaarder zijn. Dat doe ik bij de AFM op beleidsniveau. Ik werk daar met veel plezier. Maar ik zit veel in vergaderingen met andere bestuurders, je staat op grote afstand van de mensen voor wie je het doet. Ik merkte dat ik graag op een individueler niveau van betekenis wil zijn. Terwijl ik daar zo liep in de duinen, kwam dat idee in me op dat het onderwijs een mooie invulling kon zijn. Ook omdat ik bij mijn zoon met autisme heb gezien hoe je als leerkracht het verschil kunt maken voor een kind.’
Heeft u daar een voorbeeld van?
‘Ik herinner me dat mijn zoon op de lagere school een spreekbeurt moest houden. Dat vond hij heel moeilijk natuurlijk. Maar doordat zijn leerkracht de tijd nam hem een op een voor te bereiden, een veilige omgeving te creëren, wist hij zichzelf te overtreffen. Zo zijn er in de loop der jaren veel meer mensen geweest die keken naar zijn talenten, in plaats van naar zijn beperking.’
U bent ter oriëntatie gaan meelopen op scholen. Hoe was dat?
‘Je kunt wel denken: dat doe ik even. Maar goed lesgeven is een vak. Ik liep in mijn woonplaats Den Haag op verschillende scholen voor speciaal onderwijs een dag mee. Als ik thuiskwam na zo’n dag was ik heel geïnspireerd, maar ook heel moe. En dan had ik alleen nog maar gekeken. Je moet aan de ene kant zorgen dat je de lesstof behandelt, maar aan de andere kant heb je een klas vol kinderen met ieder hun eigen bijzonderheden en moet je elk kind zo aanspreken dat het op zijn eigen manier tot zijn recht komt. Ik vond het bijzonder om docenten te zien die al jaren lesgeven, maar nog altijd de verwondering en inzet hebben alsof het hun eerste dag is. Het is een zwaar beroep, maar ik heb er wel vertrouwen in dat ik het kan leren.’
Het cao-loon van een leerkracht is wel flink lager dan de 233.000 euro die u nu op jaarbasis verdient. Heeft u daar nog over geaarzeld?
‘Geen enkel moment. Het is goed te beseffen hoe belangrijk onderwijs is voor onze maatschappij, maar dat komt niet alleen tot uiting in een salaris. Dat zit ook in een bepaald respect voor het beroep.’
Misschien groeit het aanzien van het vak wel als meer mensen met een hoge bestuursfunctie kiezen voor het onderwijs, zoals u nu doet?
‘Dat zou wel heel pretentieus zijn. Laat ik eerst maar eens met de pabo beginnen.’