Alles hangt met samen alles
Voor een scepticus is filosoof Jean Paul Van Bendegem uitgesproken mild. ‘Iedereen mag geloven wat hij wil.’..
Pornografie is een Olympische sport, zegt de filosoof Jean Paul Van Bendegem. De lichamen zijn opgepompt met steroïden en opgevuld met siliconen. De acteurs stralen eerder verbetenheid uit dan lust, laat staan plezier. ‘Als je die filmpjes op internet ziet: dat is echt afzien voor die mensen. Het is lijden, een bijna protestantse krachttoer. Er zit ook iets van mechanica in: de manier waarop soms vier, vijf lichamen in elkaar zitten. Daar is over nagedacht. Pornografie heeft ook een sterke preoccupatie met prestaties: wie heeft de grootste de penis, de grootste borsten, wie kan de meeste mannen aan?’, zegt hij. Erotiek is daarentegen amateursport, te vergelijken met de buikige mannen die ’s zondags de racefiets pakken, gezellig keuvelend en genietend van de natuur. Zij hebben plezier, in tegenstelling tot de Olympische atleten die hun lichaam slopen.
Erotiek en pornografie zijn het onderwerp van een hoofdstuk in Over wat ik nog wil schrijven, genomineerd voor de Socrateswisselbeker voor het beste filosofische boek, die vrijdag zal worden uitgereikt tijdens de Nacht van de Filosofie in Amsterdam. Uitgangspunt van zijn boek is dat alles met alles samenhangt. Over wat ik nog wil schrijven waaiert dan ook breed uit, van wiskunde naar stripverhalen, van architectuur naar Sherlock Holmes, van muziek naar pornografie.
‘Het is geen klassiek filosofisch boek dat van a naar b redeneert’, zegt Van Bendegem. ‘Ik gebruik de methode van de vrije associatie. Dat komt deels door tijdgebrek. Zou ik 250 jaar oud kunnen worden, dan had ik wellicht over al die onderwerpen een afgerond boek geschreven. Maar ik wilde het ook op deze manier doen. Als mijn uitgever had gevraagd het te herschrijven, had ik een andere uitgever gezocht, of de hele boel op internet gezet. Ik wilde me een keer niets van de academische spelregels aantrekken en gewoon mijn goesting doen.’
Van Bendegem is verbaasd over het succes van zijn boek. Voor filosofische begrippen verkoopt het goed, hoewel de belangrijke Vlaamse Standaardboekhandels het niet in de winkel wilden leggen wegens de ‘obscene’ omslag: een wiskundig essay van de Franse auteur Raymond Queneau naast het beroemde schilderij L’origine du monde van Courbet, een levensgrote afbeelding van een vagina. ‘Je kunt het wel bestellen. Ze willen er natuurlijk wel aan verdienen’, lacht Van Bendegem.
Van Bendegem is hoogleraar wijsbegeerte aan de Vrije Universiteit Brussel en erevoorzitter van SKEPP, de Belgische vereniging van sceptici die de strijd aanbinden met paranormaal geloof en pseudowetenschap. Jarenlang ging hij de discussie aan met astrologen, homeopaten en helderzienden. ‘Toen ik jong was, geloofde ik dat ik zulke goede argumenten had, dat ik ze wel móest overtuigen. Maar dat was natuurlijk niet zo’, zegt hij.
Het menselijk brein is indrukwekkend van complexiteit, maar schiet toch tekort in het begrijpen van een wereld die nog veel complexer is, stelt Van Bendegem. Daarom wordt de wereld aan het brein aangepast. De mens lijdt aan horror fortunae, de angst voor een wereld die van toevalligheden aan elkaar hangt en daardoor onvoorspelbaar is. Om mentaal greep op zijn omgeving te krijgen, is de mens daarom geneigd verbanden te construeren die er helemaal niet zijn.
‘Als een helderziende tien keer een poging doet, waarvan er eentje lukt, zeg ik: toeval. Maar hij zegt: zie je wel, ik beschik over paranormale vermogens’, aldus Van Bendegem. ‘Maar stel dat je echt helderziend bent, en iemand meteen helemaal zou doorzien, tot en met zijn dood. Dat zou toch een afschuwelijke last zijn.’
Sceptici hebben vaak iets verbetens, maar Van Bendegem is opvallend mild. Bedrog en kwakzalverij moeten worden bestreden, maar verder mag iedereen geloven wat hij wil. ‘Elk jaar heb ik wel een paar studenten die onhandig schuifelend de examenzaal inkomen, omdat ze per se eerst met hun rechtervoet willen binnenkomen. Als ze daardoor meer zelfvertrouwen krijgen, moeten ze dat maar doen. Ik heb ook een vriend gehad met kanker in een terminaal stadium. De klassieke geneeskunde zei: we zijn ten einde raad. Toen is hij de alternatieve geneeskunde gaan exploreren. Had ik moeten zeggen: hoe haal je dat in je hoofd? Kennelijk was het zijn manier om in die laatste maanden met zijn ziekte om te gaan. Het is natuurlijk anders als iemand nog genezen kan worden.’
Veel sceptici zijn natuurwetenschappers die bijna heilig geloven in de rationaliteit van de wetenschap. Als wetenschapsfilosoof stelt Van Bendegem echter dat ook de wetenschap geneigd is verbanden te construeren die er niet zijn. Zo werd de kredietcrisis mede veroorzaakt doordat de risico’s van slechte hypotheken werden weggemoffeld met zeer geavanceerde wiskundige modellen. De whizzkids van Wall Street meenden greep te hebben op de wereld. In werkelijkheid bedreven zij ‘ontspoorde alchemie’, zegt Van Bendegem.
Van Bendegem is zelf vrijmetselaar. ‘Sceptisch zijn sluit niet automatisch alle symboliek, alle rituelen uit. Deelnemen aan een ritueel kan een diepe emotie losmaken. Bijvoorbeeld de broederketen bij de vrijmetselarij, waarbij je elkaar vasthoudt. Iedereen voelt en denkt iets anders, maar toch voel je allemaal een zelfde verbondenheid. Die behoefte aan rituelen komt waarschijnlijk voort uit mijn gereformeerde opvoeding. De gereformeerde kerk is heel arm aan rituelen.’
Over wat ik nog wil schrijven bevat ook een hoofdstuk over geloof en humor. Dat is nogal kort uitgevallen. Van Bendegem: ‘Daar ben ik een beetje vastgelopen. Ik vind het ook een delicaat onderwerp.
‘De Amerikaanse schrijver Shalom Auslander heeft dat heel mooi beschreven. Een Joodse auteur heeft met zijn geloof gebroken en is bezig aan een essay waarin hij met God afrekent. Dan wordt zijn kind ziek, een onnozele kinderziekte. Toch is het eerste wat hij doet: naar zijn computer gaan om zijn essay te deleten. Dat gevoel kan ik me heel goed voorstellen.’