Reportage Wolvega
‘Jullie letten alleen maar op die stomme zwepen’
Zweepslag uitgebannen bij paardenraces
Zaterdag werden in de eerste boetes uitgedeeld voor ‘onnodig zweepgebruik’ in de Nederlandse drafsport. Stichting Nederlandse draf- en rensport hoopt met deze aangescherpte richtlijnen zowel het dierenwelzijn als het imago van de sporten te verbeteren. Toch blijven ze onderwerp van discussie.
Het is in de laatste bocht, nog maar een paar honderd meter voordat de tien paarden zaterdagavond in volle draf de finish van de renbaan in Wolvega bereiken, als Jeroen Offringa zijn tweede plaats in de koers dreigt te verliezen aan een concurrent die langzaam langszij komt en hij intuïtief het instrument in zijn linkerhand inzet. Hij heft zijn zweep op, zwiept en vuurt zijn merrie Lou Diamond aan, in de hoop het laatste restje adrenaline uit haar te persen en er zo met een grotere prijzenpot vandoor te gaan.
Hij maakt een dure vergissing. Tien minuten nadat de lange, blonde pikeur (de ruiter) van zijn sulky (de kar die achter het paard is gespannen) is gestegen, moet hij zich melden bij de driekoppige jury die zich in de bouwkeet naast de renbaan over de beelden van de wedstrijd heeft gebogen. ‘Je hebt je zweep gebruikt’, deelt juryvoorzitter Ype Tel hem mede. ‘Oja, weet je het zeker?’, probeert de 29-jarige Fries nog, terwijl hij met zijn grote werkhand aan zijn kin plukt. Maar de jury is onvermurwbaar. Hij krijgt een boete van 200 euro, plus de twijfelachtige eer om de eerste te zijn die binnen de Nederlandse drafsport voor onnodig zweepgebruik wordt bestraft.
In de draf- en rensport, twee paardenracesporten waarop gewed kan worden, is het namelijk sinds begin van dit jaar verboden om een zweep (de ‘karwats’ in de rensport) te gebruiken om een paard aan te sporen. De zweep mag alleen nog worden gebruikt om het paard te corrigeren in een situatie waarin de veiligheid van mens en dier in het geding is. Dat heeft de Stichting Nederlandse Draf- en Rensport (SNDR) zelf besloten, na langdurig intern overleg.
Het besluit werd genomen om drie redenen, zegt SNDR-voorzitter Paul Mulder. ‘Het dierenwelzijn is voor ons belangrijker dan het economisch belang en in de meeste gevallen is het gebruik van een zweep onnodig’, zegt hij. ‘Daarnaast is de zweep erg beeldbepalend voor ons als sport. Het gebruik ervan roept negatieve gevoelens op bij het publiek en bij de maatschappij. En daar willen we van af.’
Maar of de aanpassing genoeg is om de twee paardenrensporten aan een diervriendelijker imago te helpen, valt nog te bezien. ‘Het hele concept om een paard te laten rennen is gebaseerd op een vluchtreactie’, zegt Sarah Pesie van de organisatie Dier en Recht, die campagne voert tegen de drafsport. ‘Die paarden hebben stress en laten pijnsignalen zien. Ze kiezen er niet zelf voor om daar te zijn. Ze worden er vanaf zeer jonge leeftijd toe gedwongen.’
Bovendien wordt er volgens Dier en Recht in de gehele paardensport gebruikgemaakt van hulpmiddelen die de bewegingsvrijheid van het paard te veel belemmeren: een zweep, een bit en in de rensporten het tongriempje waarbij een paardentong wordt vastgebonden, zodat het paard het bit niet uitduwt. Pesie: ‘Het paard wordt helemaal vastgezet om ze te kunnen controleren, dat is zeer dieronvriendelijk wat ons betreft. Het paard wordt er op geen enkele manier beter van.’
Op en rondom de renbaan in Wolvega, delen de bezoekers die mening niet. Onder het witte systeemplafond van de Business Lounge eten ze aardappelkrieltjes aan met wit linnen gedekte tafels, terwijl ze door het panoramaglas de zes koersen van die avond volgen.
Bij de wedkassa naast de ingang, vraagt Gerrit Steenge (68) om ‘een duo met zes voorop’, een wed dat hem uiteindelijk 20 euro oplevert. Het paard is zijn lievelingsdier en hij heeft zelf jarenlang gefokt. ‘Drafpaarden zijn gemaakt om te rennen. Ze vinden het leuk, dat zit al een eeuw in hun natuur’, stelt hij. ‘Ze hebben amper aanmoediging nodig om te lopen. Het werkt soms zelfs averechts.’ Waarom er dan toch een pikeur meerijdt en er teugels, een bit en tongriem nodig zijn? ‘Dat uit veiligheid voor het paard. Dan kan hij worden bijgestuurd als hij een ongeluk dreigt te maken.’
Ook bij de Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde (KNMvD), de beroepsorganisatie van dierenartsen, zien ze het zo. ‘Paarden kunnen gemakkelijk dagelijks rennen. En als het harnachement, dus alles wat om een paard heen hangt, goed past, dan heeft het paard daar geen last of pijn van’, zegt paardendierenarts en KNMvD-bestuurslid Vivianne van Leeuwen-Beeks. ‘Bovendien wordt de drafsport bijna uitsluitend professioneel beoefend. Professionals zorgen meestal wel voor perfect passende uitrusting en goede verzorging van het paard, omdat alleen dan topprestaties kunnen worden gehaald. In amateur-paardensporten is dat minder vanzelfsprekend.’
Waar Van Leeuwen-Beeks zich wel zorgen over maakt bij drafsport is het tongriempje, waarbij de tong van het paard wordt vastgebonden. Dat gebeurt om te voorkomen dat het paard zijn tong naar buiten duwt, want dan zou het paard minder goed bestuurbaar zijn. ‘Er is nog geen goed onderzoek naar gedaan, maar dat roept wel vragen op.’ Het wordt meegenomen in het onderzoek dat minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit Piet Adema (ChristenUnie) in november aankondigde. Daarin wordt gekeken naar de diervriendelijkheid van hulp- en trainingsmiddelen bij honden en paarden.
In Wolvega heeft de jury het zaterdagavond druk met het nieuwe reglement. Juryleden Ype Tel (75), Ad Suykerbuyk (72) en Loek van der Ham (42) zitten tijdens de tweede rit schouder aan schouder in een busje dat in de binnenbocht van de baan meerijdt en staren volledig gefocust door het plexiglas in de zijwand van de bus om te zien of alles volgens de regels gaat. In de hobbelige rit die nog geen twee minuten duurt, plegen ze druk overleg. Suykerbuyk: ‘Zweepgebruik in orde.’ Van Ham: ‘Is dat nu een gevaarlijke hinder?’ Tel door de microfoon: ‘Nummer negen gediskwalificeerd, uit de draf.’
‘Jullie letten alleen maar op die stomme zwepen’, schreeuwt de gediskwalificeerde pikeur hen na afloop van de race toe. De juryleden halen er hun schouders over op. Even verderop staat Lou Diamond, die aan het begin van de avond een tik kreeg, vers gedoucht in de stal. Terwijl de smid met ferme klappen de hoefijzers weer onder haar linkervoet slaat, laat ze haar hoofd kalm rusten op zijn rug. De adrenaline van daarnet is gezakt. De rest van de avond heeft ze vrij.