telefoongebruik

Pap,
je luistert
niet!

Ouders zijn vaak bezorgd dat hun kind te veel op de telefoon of tablet zit. Maar hun eigen schermgebruik liegt er ook niet om. Hoe daarmee om te gaan, en welke invloed heeft het op kinderen?

Kinderen luisteren niet naar wat je zegt, maar kijken naar wat je doet. De meeste ouders zullen deze opvoedwijsheid beamen. Totdat het gaat over het eigen smartphonegebruik. Ben je niet enorm hypocriet als je moppert dat dochterlief ‘als een zombie’ door TikTok scrolt, terwijl je zelf tijdens het eten onmiddellijk in je telefoon duikt vanwege een binnenkomend appje?

Zes op de tien jongeren ergeren zich geregeld aan het schermgedrag van hun ouders. Dat blijkt uit een representatieve enquête onder jongeren tussen de 11 en 17 jaar, uitgevoerd door I&O Research in opdracht van de Volkskrant. Kinderen vinden het vooral irritant als hun ouders niet luisteren als ze iets vertellen, doordat ze naar hun telefoon kijken. Een andere vaak genoemde ergernis: ouders die de smartphone erbij pakken tijdens de avondmaaltijd. Ook vinden jongeren het oneerlijk dat ouders vaker op hun telefoon mogen dan zij. Hoe erg is het eigenlijk gesteld met het telefoongebruik van ouders? En is het behalve irritant ook schadelijk voor de ontwikkeling van kinderen?

Meer dan drie uur per dag

Hoeveel tijd ouders precies doorbrengen op hun telefoon in het bijzijn van de kinderen is moeilijk te zeggen. Om dit te meten moeten onderzoekers camera’s in huis ophangen en dat is lastig in de praktijk. ‘Wat we wel weten is dat volwassenen gemiddeld meer dan drie uur per dag actief op hun smartphone zitten, en dat zal onvermijdelijk overlappen met momenten met de kinderen’, zegt Mariek Vanden Abeele, hoofddocent digitale cultuur aan de universiteiten van Gent en Tilburg.

Er zijn wel veel onderzoeken gedaan waarbij ouders voor een kortere periode werden geobserveerd. Zo keken onderzoekers van de Universiteit Tilburg naar de interactie tussen ouder en kind in de wachtkamer van het consultatiebureau. Wat bleek? De kans dat ouders reageren op een vraag van het kind was vijf keer kleiner als ze op hun telefoon keken. En dat niet alleen. De reacties waren ook minder positief en eerder afwijzend van aard. Iedereen die weleens met een jong kind op stap gaat én tegelijkertijd een prangende werkmail binnenkrijgt, kan zich dit waarschijnlijk goed voorstellen: de reactie ‘mama is even bezig’ verandert snel in het snauwerige: ‘Even wachten zei ik toch!’ ‘Mensen zijn niet goed in multitasken’, zegt Vanden Abeele. ‘Zeker als het gaat om het schakelen tussen rollen, bijvoorbeeld van werknemer naar vader en weer terug, dan vergt dat veel van ons brein.’

Phubben

Ouders zijn misschien geneigd te denken dat ze best één appje tussendoor kunnen beantwoorden. Vaak leidt dat ene berichtje tot ‘even’ het nieuws checken, of het online bestellen van boodschappen, waardoor ze het verhaal over de schooldag of een gewonnen sportwedstrijd niet meer goed volgen.

Deze technologische verstoring wordt ‘phubbing’ genoemd; een samentrekking van de Engelse woorden ‘phone’ en ‘snubbing’ (afpoeieren). Volgens Van Dale is de betekenis: het negeren van je gesprekspartner door bezig te zijn met je smartphone. ‘Je stelt de telefoon boven de directe communicatie met je kind’, zegt Ina Koning, hoofddocent ontwikkelingspedagogiek aan de VU Amsterdam, die onderzoek doet naar het onlinegedrag van jongeren. ‘Het gaat om situaties waarbij je met je kind praat, samen eet of iets leuks onderneemt en de telefoon ertussendoor komt.’

Vooral in China zijn er veel studies gedaan naar het effect van ouders die afwezig reageren vanwege hun telefoon, met name bij wat oudere kinderen. Daaruit blijkt dat het negatieve effecten heeft. Zo kunnen jongeren gevoelens ervaren van eenzaamheid en afwijzing. Het gebrek aan aandacht van de ouder kan er bovendien toe leiden dat kinderen vaker naar het scherm grijpen als compensatie.

Onderzoek van de Universiteit Utrecht lijkt erop te wijzen dat phubbing door ouders niet direct invloed heeft op het smartphonegebruik van kinderen, maar indirect wel. ‘Deze ouders hebben vaak minder regels over het gebruik van schermpjes in huis. Ze doen ook minder vaak aan positief opvoeden. Zo betrekken ze hun kinderen bijvoorbeeld minder in het opstellen van de regels over schermtijd en leggen ze minder uit waarom ze voor een bepaalde regel kiezen’, zegt Ina Koning. Dit is in lijn met het onderzoek naar alcoholgebruik. ‘Ouders die zelf meer drinken leggen hun kinderen minder regels op over drinken. Dat lijken we bij telefoongebruik ook te zien.’

Wellicht is dit een gerustellende boodschap voor ouders die na het lezen van de eerste alinea’s van dit artikel een slecht gevoel over zichzelf krijgen: meer nog dan het telefoongebruik van de ouders zijn de regels in huis bepalend of een kind een smartphoneverslaving ontwikkelt. ‘Wanneer mag het wel en wanneer niet? Als er duidelijke regels zijn, dan compenseert dat voor de invloed van ouders die afwezig reageren vanwege hun telefoon’, aldus Koning.

Taalontwikkeling

Dit alles gaat over jongeren. Welke invloed heeft het telefoongebruik van ouders op de ontwikkeling van baby’s en peuters? ‘Als ik een vader of moeder achter de kinderwagen zie lopen met een telefoon in de hand, dan doet dat altijd een beetje pijn’, zegt Claartje Levelt, hoogleraar eerste taalverwerving aan de Universiteit Leiden. ‘Omdat ik weet hoe belangrijk de interactie tussen ouder en kind is voor het aanleren van taal.’

Als voorbeeld schetst ze de situatie van een dreumes die op straat een hond ziet. ‘Ouders die dat opmerken, zullen zeggen: ‘Kijk, een hond!’ Dat is wat je noemt een klassiek woordleermoment’, aldus Levelt. Gedeelde aandacht voor wat er speelt in de omgeving is essentieel en ook dat de terugkoppeling van de ouder direct gebeurt, en niet twee minuten later, als de hond allang uit beeld is.

Een Zweeds-Amerikaanse studie onder meer dan negentig ouders en hun 2-jarige kinderen liet zien dat hoe meer ouders op hun telefoon zitten tijdens de dagelijkse gezinsmomenten, hoe slechter de kinderen scoorden op woordenschat en grammatica. Amerikaanse onderzoekers keken naar wat de constante onderbrekingen van de telefoon doen met de taalontwikkeling van kinderen. In een lab kregen 2-jarigen twee nieuwe woorden aangeleerd door hun moeders. ‘Bij een van de woorden werd de moeder gebeld, bij het andere woord niet. Werden de moeders tussendoor onderbroken door de telefoon, dan leerden kinderen het nieuwe woord niet. Zonder onderbrekingen leerden ze het woord wel’, zegt Levelt.

Still Face

Heeft dat staren naar de telefoon ook nog invloed op de emotionele ontwikkeling van jonge kinderen? Meer dan veertig jaar geleden deed de Amerikaanse ontwikkelingspsycholoog Edward Tronick het beroemde ‘still face’-experiment, waarin hij liet zien hoe overstuur baby’s raken als hun moeder tegenover hen zit met een uitdrukkingsloos gezicht. Het Vlaamse televisieprogramma De wonderjaren herhaalde dit experiment, maar dan in een modern jasje: ouders werd gevraagd eerst leuk met hun kind te spelen om vervolgens twee minuten met een uitdrukkingsloos gezicht naar hun telefoon te kijken. Het resultaat? De dreumesen probeerden eerst de aandacht van hun ouders te trekken, door met de handen te wapperen en geluidjes te maken, maar begonnen daarna al snel te jammeren.

Volgens de Vlaamse kinderpsychiater Binu Singh laat het experiment zien dat fysiek aanwezig zijn niet genoeg is. ‘Het is belangrijk dat ouders beschikbaar zijn en de verbinding met hun kind maken om signalen om te pikken. Baby’s kunnen nog niet zelfstandig hun stress verlagen. Emotionele verbinding is voor een kind even belangrijk als eten, drinken en hygiëne.’

Dit is natuurlijk één experiment in een televisieprogramma en geen wetenschappelijk onderzoek. En het is ook niet zo dat ouders met een telefoon in hun hand helemaal geen gezichtsuitdrukking meer hebben. Er zijn meerdere ‘still face’-studies gedaan om te zien of het staren naar de mobiele telefoon altijd zo’n sterke respons bij kinderen uitlokt. ‘De resultaten variëren’, zegt Mariek Vanden Abeele. ‘Een mogelijke verklaring zou kunnen zijn dat veel kinderen tegenwoordig niet beter weten. Een afwezige ouder is zo normaal geworden dat een kind dit niet als raar ervaart.’

Minder aandacht voor het kind

Maar is het echt zo dat ouders tegenwoordig minder aandacht voor hun kinderen hebben? Uit onderzoek blijkt juist dat ouders in veel geïndustrialiseerde landen méér tijd aan hun kinderen besteden vergeleken met de jaren zestig. Het Sociaal en Cultureel Planbureau berekende in 2011 dat Nederlandse ouders 1,6 keer meer tijd doorbrengen met hun kinderen vergeleken met 1980. Ook lijkt het beeld van de afgeleide ouder niet te stroken met andere kritiek die moderne ouders vaak krijgen, namelijk dat ze boven op hun kinderen zitten, de ‘curlingouders’ of ‘helikopterouders’. ‘In dit tijdperk van intensief ouderschap wordt van ouders verwacht dat ze extreem responsief zijn tegenover hun kinderen’, aldus Vanden Abeele. ‘Ouders voelen zich vaak schuldig dat ze op hun telefoon zitten, wat echt niet altijd terecht is.’

En laten we niet doen alsof ouders vroeger nooit afgeleid waren. Toen zaten vaders verstopt achter hun krant. ‘Het lezen van een krant maakt iemand ook minder responsief, maar niet in dezelfde mate als een smartphone’, zegt Vanden Abeele. ‘De televisie gaat niet ineens aan, de krant niet ineens open. Die momenten zoek je zelf op’, vult Ina Koning aan. ‘De telefoon vraagt op onvoorspelbare momenten op een actieve manier je aandacht.’

Volgens de deskundigen hoeven ouders echt niet de godganse dag met volle aandacht bij hun kind te zijn. Het checken van de mailbox kan geen kwaad. Het is wel goed om te beseffen dat een smartphone alle aandacht opeist, meer dan activiteiten als het lezen van een boek, of het koken van een maaltijd. Een Amerikaanse studie bevestigt dit. Onderzoekers lieten jonge kinderen tussen de 3 en 5 jaar oud spelen met nieuw speelgoed. De ouders, die erbij zaten, kregen de opdracht een vragenlijst in te vullen. De ene groep deed dit met pen en papier, de andere op de mobiele telefoon. De mate van interactie bleek te verschillen. Ouders met de digitale vragenlijst stelden minder vragen aan hun kinderen over het speelgoed dan de ouders met de papieren vragenlijst.

Het zou te kort door de bocht zijn om alleen de negatieve kanten van smartphonegebruik te benadrukken. Voor ouders kan het soms heerlijk zijn om op Instagram rond te neuzen. ‘De telefoon geeft jonge ouders ook ontspanning. Het is een fijne manier om even te ontsnappen aan de intensieve zorgtaak’, zegt Sanne Kanis, co-auteur van het boek Niet appen tijdens het eten. ‘Een appje van een vriend kan je net dat beetje energie geven.’

Telefoon in de lade

In een artikel op de Amerikaanse website The Atlantic wordt met heimwee teruggeblikt naar de tijd dat elk huishouden slechts één vaste telefoon had. Een moeder vertelt over die keer dat een man met een donkere stem op de vaste lijn belde en vroeg naar haar 10-jarige zoon. ‘Ik schrok en vroeg wie het was. Het bleek zijn eerste klasgenoot met de baard in de keel. Met een mobieltje verlies je die band.’ Door de gedeelde gezinstelefoon konden kinderen bovendien de gesprekken van hun ouders afluisteren, wat een waardevol inkijkje gaf in de wereld van de volwassenen. ‘Tegenwoordig zien kinderen hun ouders zwijgzaam naar een scherm staren’, aldus The Atlantic.

Terug naar die ene telefoon in de hal gaan we niet meer. Hoe voorkom je dat alle gezinsleden verdwijnen in hun eigen tech-cocon? Volgens Sanne Kanis is het belangrijk om kritisch na te denken over de etiquette rondom telefoongebruik. ‘In het verkeer hebben we duidelijke regels om onze veiligheid te garanderen. Bij telefoongebruik gaat het om onze psychologische veiligheid: hoe bewaken we de momenten om binnen het gezin echt de verbinding aan te gaan met de ander?’ Wat het lastig maakt, is dat de generatie ouders met jonge kinderen zelf nog analoog is opgegroeid, waardoor ze wat regels betreft niet kunnen terugvallen op hun eigen jeugd.

Volgens de meeste deskundigen is bewustzijn over de consequenties van smartphonegebruik een belangrijke eerste stap. Maar dan? In plaats van streng te zijn op de eigen schermtijd, met een gevoel van falen tot gevolg, kunnen ouders het ook proberen om te draaien: richt je niet enkel op het beperken van schermtijd, maar besteed je energie aan het creëren van waardevolle offlinemomenten met het gezin. Zoals een avondmaaltijd zonder telefoons, of een wandeling met het gezin buiten de deur.

Wellicht zijn er ook wat kunstmatige ingrepen nodig, zegt Kanis. ‘Zoals je je schoenen bij binnenkomst uitdoet en bij de deur zet, zo kun je ook een plankje voor je telefoon hebben. Of zet je telefoon op vliegmodus. Het scheelt al een hoop als je je telefoon niet hoort of voelt trillen.’

  • Bo van Emmerik (15) uit Deventer.
    Zit in 4VWO.

    ‘Mijn ouders zitten niet superveel op hun telefoon, maar zeker ook niet weinig. We hebben thuis de regel dat niemand op de telefoon kijkt tijdens het avondeten, behalve als het dringend is. Ik vind dat logisch, want het is een moment om met z’n allen de dag door te spreken, zonder afleiding.

    ‘Mijn broertje en ik hebben met mijn moeder afgesproken dat ze niet meer mag bellen als we samen televisie kijken. Laatst werd ze gebeld en toen stond de televisie vervolgens een halfuur op pauze. Dat is ongezellig. Ze begreep het gelukkig.

    ‘Soms is het irritant dat mijn vader is afgeleid door zijn telefoon. Hij luistert dan niet goed als ik hem iets vertel. Hoe ik dat merk? Ik krijg geen antwoord, alleen een ‘hmm, ja ja'. Of ik vertel hem wanneer ik moet werken en een half uur later vraagt hij: ‘Wanneer moet je werken?’

    ‘Soms voelt het oneerlijk dat mijn ouders beginnen over mijn telefoongebruik terwijl ze zelf ook veel op hun telefoon zitten, maar ik ben natuurlijk wel het kind en zij de volwassenen.’

  • Sharangan Somasundaram (16) uit Zeist
    Zit in 4-havo.

    ‘Thuis hebben we geen speciale regels over schermtijd. Tijdens het avondeten mag iedereen gewoon op zijn telefoon zitten. Mijn ouders kijken dan vaak naar het tv-scherm en mijn zusje van 13 en ik kijken op onze telefoon. Soms heb ik mijn oortjes in, soms niet. Of het erg is dat het geluid door elkaar loopt? Daar heb ik geen last van. Ik kan het alle twee volgen.

    ‘Ik erger me nooit aan het telefoongebruik van mijn ouders. Mijn vader luistert veel muziek op zijn telefoon, bijvoorbeeld onderweg naar de Lidl. Dan heeft hij zijn oortjes in. Maar ik vind het niet erg als hij me niet hoort. Zelf mis ik soms ook dingen als ik muziek luister. Dan komt mijn zusje vertellen dat we gaan eten.

    ‘Van mijn moeder weet ik niet zo goed wat ze op haar telefoon doet. Ze is pedagogisch medewerker en soms belt ze met collega’s. Er is wel een verschil tussen mijn ouders en ik: zij bellen, ik app.

    ‘Mijn klasgenoten hebben meer regels thuis. Ze mogen bijvoorbeeld alleen in het weekend op de Playstation. Ik ben opgelucht dat mijn ouders minder streng zijn.’ 

     

  • Lieve Verhoeff (12) uit Frieswijk
    Zit in 1-havo/vwo.

    ‘Mijn vader luistert vaak naar podcasts op zijn telefoon. Dan heeft hij zijn oortjes in en is hij niet altijd bereikbaar. Als ik iets wil zeggen, moet ik hem aantikken. Mijn moeder werkt als grafisch ontwerper en zit best veel achter de computer. Daarom zit ze, als ze vrij is, niet veel op haar telefoon. Ze belt wel vaak met haar zus en dan duurt het superlang voordat ze ophangt.

    ‘Ik heb op mijn telefoon de app Familylink, waardoor mijn moeder precies kan zien wat mijn schermtijd is. Ik mag per dag maximaal twee uur op mijn telefoon. Ik vind het niet fijn dat ik die beperking heb, maar ik snap wel dat het beter is dat ik ’s avonds laat niet op mijn telefoon zit. Toch voelt het ook oneerlijk. Mijn ouders zeggen dat het niet goed voor mij is om achter het scherm te zitten, maar vervolgens doen ze het zelf wel onbeperkt.

    ‘Tijdens de avondmaaltijd mogen we niet op onze telefoons. Mijn ouders houden zich ook aan die regel. Mijn vader heeft alleen wel een smartwatch en als er een appje binnenkomt tijdens het eten dan kijkt hij wel even.’

  • Jarno Verschuren  (19) uit Oosterhout.
    Doet de opleiding Manager/ondernemer horeca in Breda.

    ‘Mijn moeder gebruikt haar telefoon vooral als ze even wil uitrusten op de bank na een dag werken. Ze heeft het geluid vaak aanstaan. Als ze een spelletje doet, hoor je zo’n achtergrondgeluidje. Ik word daar weleens gek van. Gelukkig zet ze haar telefoon zachter als ik het vraag. Ik vind niet dat ze te veel op haar telefoon zit. Soms reageert ze afwezig als ik iets vraag vanuit de keuken, want dan ben ik niet in beeld. Maar dan loop ik gewoon even naar haar toe.

    ‘Ik hoop mijn kinderen later mee te geven dat het leuker is om buiten te voetballen dan binnen met je smartphone bezig te zijn. Als ouder moet je ook leuke alternatieven bedenken. Wij zijn thuis verslaafd aan bordspellen. Dan zetten we gezellig een muziekje op en is er geen tijd om op je smartphone te kijken.’