Reportage

Voor Hezbollah
is het showtime

De wereld moet weer even weten dat de strijdgroep bestaat

Elk jaar, op 25 mei, vieren de Libanezen de ‘dag van de bevrijding’ van de Israëlische bezetting. Voor de sjiitische strijdgroep Hezbollah het moment om met veel spierballenvertoon de schijnwerpers op te zoeken. Maar hoe machtig is de ‘partij van God’ nog?

Aan de voet van de heuvels klinken schoten, tak-tak-tak, gevolgd door de inslag van granaten. Opstuivend zand vermengt zich met de scherpe geur van kruitdamp. Uit de stofwolken doemen strijders op, hun gezichten verscholen achter bivakmutsen. Ze springen in terreinwagens en rijden langs de flanken omhoog, tot waar een Israëlische vlag wappert. In een oogwenk is het blauwwit vervangen door het felgeel van de ‘partij van God’, Hezbollah.

En dan: applaus. Gefluit. Klikkende camera’s. ‘Allahu akbar’, roept een filmende man in spijkerbroek enthousiast, God is de grootste.

De man, een lokale verslaggever, is een van de honderden toeschouwers die zijn afgekomen op deze militaire oefening van de politieke partij annex strijdgroep Hezbollah. Er zitten buitenlandse journalisten tussen, maar verreweg de meesten op de publieke tribune zijn genodigden, Hezbollah-influencers en trouwe aanhang. Vrouwen in donkere chadors (sluiers) leggen met hun telefoons iedere beweging vast.

Hezbollah – sinds jaren opgenomen op de terreurlijst van Amerika en de Europese Unie – heeft vaker open dagen georganiseerd, maar deed dat zelden met zo veel militair vertoon. Directe aanleiding is de ‘dag van de bevrijding’ die Libanezen jaarlijks op 25 mei vieren als een nationale feestdag. De dag markeert de terugtrekking van de Israëlische troepen, na vijftien jaar bezetting (1985-2000) van het zuiden. Het decor is erop uitgekozen: om het Hezbollah-kamp waar de oefening gehouden wordt, twintig kilometer van de Israëlische grens, is ooit keihard gevochten.

Bruce Lee-stijl

Nu zoemen de drones over het veld, terwijl de strijders onder begeleiding van pompende muziek hun theaterstuk opvoeren. Eentje springt door een brandende hoepel. Dakpannen worden in Bruce Lee-stijl met de blote hand doorkliefd. Een scherpschutter leegt zijn magazijn op een hemelsblauwe davidster. ‘Israël is een tijdelijke entiteit’, buldert het uit de boxen. ‘Het aftellen is begonnen. Ter land, in de lucht en uit het diepst van de zee: we zullen jullie alle nachten wakker houden. Jullie zullen proeven van onze zwaarste straf.’

Het zijn teksten zo oud als de organisatie zelf. Het sjiitische Hezbollah, opgericht in 1982 (zie inzet), heeft zich altijd opgeworpen als ‘het islamitische verzet’ in optima forma. Aanvankelijk tegen de Israëli, maar gaandeweg met een steeds bredere, regionale agenda.

Dus voor wie is het spierballenvertoon deze middag eigenlijk bedoeld? Niet uitsluitend voor Israël, denkt analist Joseph Daher van het European University Institute en schrijver van een boek over Hezbollah. Het buurland is wel wat gewend, en zal niet schrikken van wat knallen aan de grens. Israël noch Libanon zit op een nieuwe oorlog te wachten. Illustratief voor die pragmatische houding is de situatie in buurland Syrië: daar bombarderen de Israëli geregeld Hezbollahs aanvoerlijn, zonder dat er een reactie van Hezbollah volgt.

Daher ziet de militaire oefening in het zuiden van Libanon vooral als een reactie op de recente toenadering tussen twee rivalen: Saoedi-Arabië en Hezbollahs broodheer, de Iraanse regering. ‘Eigenlijk richt Hezbollah zich hiermee op zowel Libanezen als de rest van het Midden-Oosten, met de boodschap: wij zijn er ook nog, kijk maar. Prima die toenadering, zolang het niet ten koste gaat van onze belangen.’

Martelaars

Een van de mensen die de boodschap helpen verspreiden, is Ibrahim Dawi, een tengere dertiger die de sociale media bijhoudt voor Hezbollah-radiostation al-Nour. Zoals veel sjiieten komt hij uit de wijk Dahieh in Zuid-Beiroet, het bolwerk van de beweging. ‘We zijn meer dan een militie’, zegt hij. ‘We zijn een hele maatschappij.’

En inderdaad: je vindt er alles, van een Hezbollah-scoutingvereniging voor tieners, tot eigen scholen, gevangenissen, mediakanalen en ziekenhuizen. Hezbollah heeft een eigen (islamitische) bank die zich aan de controle van de centrale bank onttrekt. In de wijk laten leger en politie zich niet zien – Hezbollahs macht is er absoluut. Heel vreemd is die eigengereide houding niet: de afstand tussen de verschillende religieuze groepen is in Libanon vrij groot, en de sjiieten vormden decennialang een verpauperde onderklasse, met Hezbollah (en de rivaliserende partij Amal) als hun belangenbehartiger.

Onder de brandende zon stellen honderden strijders zich op in gelid. Ya Abbas, zingen ze, een lied over Abbas ibn Ali, de man die volgens de sjiitische overlevering heroïsch ten onder ging bij de slag om Karbala (680 na Christus). Dawi vertelt dat hij voor het radiostation mee mocht toen Hezbollah de Syrische president Bashar al-Assad vorig decennium te hulp schoot in de burgeroorlog. Meerdere vrienden sneuvelden in de strijd. Dromerig: ‘Ze zijn martelaars geworden, gestorven voor toekomstige generaties.’ Hij hoopt dat zijn 10-jarige zoontje op een dag hun voorbeeld volgt.

Splijtzwam

Wat hij er niet bij vertelt, is dat diezelfde Syrische burgeroorlog in het religieus verdeelde Libanon uitgroeide tot een splijtzwam. Hezbollah deed weliswaar kostbare militaire ervaring op, maar koos partij vóór Assad en dus tegen de opstand. Daarmee verspeelde ze sympathie. Niet zozeer onder sjiieten, de traditionele achterban, maar wel bij mensen buiten hun directe invloedssfeer (christenen, druzen en soennieten) die eerder nog stonden te juichen toen Hezbollah het machtige Israël tijdens de laatste oorlog, in 2006, een tik op de neus gaf.

Een veeg teken waren de parlementsverkiezingen van vorig jaar, toen het blok van Hezbollah zijn meerderheid kwijtraakte. ‘Ooit waren ze een echte nationale verzetsbeweging. Maar in Syrië hebben ze partij gekozen voor één groep en dat is jammer’, aldus de 55-jarige Anwar Yassin, zelf lid van de communistische partij die dicht bij Hezbollah staat.

Als de kruitdampen zijn opgetrokken, nestelen de strijders zich met een sigaretje in de schaduw. Vragen beantwoorden ze niet. Battoul (27), drager van een lila hoofddoek, heeft alles vastgelegd voor een lokale website. ‘Fantastisch’, beschrijft ze de ervaring, ‘het was zo realistisch allemaal.’ Hoe zit het met de populariteit van de beweging, neemt die af? De vraag is nog niet gesteld, of een 29-jarige pr-dame in een zwarte chador komt ertussen. Onzin, zegt ze. ‘Dat willen de Amerikanen je alleen maar doen geloven.’ En weg is ze. Aan het ‘verzet’ mag niemand tornen vandaag.

Wat is Hezbollah?

Hezbollah werd in 1982 opgericht als reactie op de Israëlische invasie van datzelfde jaar. Aanvankelijk wilde de guerrillaorganisatie – die later een politieke tak kreeg – een islamitische staat vestigen in Libanon, geïnspireerd door de Iraanse revolutie (1979). Dat plan heeft men laten varen, vooral omdat het land behalve een grote groep sjiieten (naar schatting 31 procent) ook veel christenen (32 procent) telt voor wie dat een nachtmerrie zou zijn. Hoe sterk de beweging precies is, is onduidelijk, maar algemeen wordt aangenomen dat Hezbollah het Libanese leger in een directe confrontatie de baas zou zijn. Als gevolg van een bomaanslag op Israëlische toeristen in Bulgarije in 2012 werd de organisatie door de Europese Unie op de lijst van terroristische organisaties gezet.

Over de auteur

Jenne Jan Holtland is correspondent Midden-Oosten voor de Volkskrant. Hij woont in Beiroet, en is auteur van het boek De koerier van Maputo (2021).