Reportage

‘De viool is in een diepe slaap.
Ze moet haar weer wakker maken’

Op zoek naar een nieuwe viool voor de gevluchte Oekraïense Jevhenia

Net als veel andere musici ontvluchtte ook Jevhenia Hetik (39) de oorlog in Oekraïne zonder haar instrument. Samen met het Nationaal Muziekinstrumenten Fonds ging ze op zoek naar een nieuwe viool. ‘Vindt ze deze viool beter dan de eerste?’

Ben Cartens zit achter het stuur van zijn auto en hij heeft er behoorlijk zin in. Het is weer zo’n dag namelijk, zo’n dag waarop hij iemand blij gaat maken. ‘Ik voel me soms net Sinterklaas.’

Vandaag moet Cartens (64) op zoek naar een viool. Niet voor zichzelf, want hij speelt helemaal geen viool, maar voor een professionele Oekraïense violist. Ze vluchtte onlangs naar Nederland en besloot haar instrument achter te laten. Sindsdien heeft ze niet of nauwelijks gespeeld.

Jevhenia Hetik 

Het is een probleem waar Cartens wel raad mee weet. Sinds een klein jaar bemiddelt hij namens het Nationaal Muziekinstrumenten Fonds (NMF) tussen personen die een instrument willen schenken en vluchtelingen die op zoek zijn naar een nieuw exemplaar. Het fonds hielp al op die manier meer dan dertig professionele musici, conservatoriumstudenten en andere talentvolle mensen om hun carrière in Nederland een vervolg te geven.

Dat is een bijzondere taak, zegt Cartens, waarbij blijdschap en verdriet dicht bij elkaar liggen. ‘Ik zie hoe ontzettend beroerd die vluchtelingen eraan toe zijn’, vertelt hij. ‘Sommigen zitten de hele dag op hun telefoon te kijken hoe hun land aan flarden geschoten wordt. Ik vind het fijn om tegenover die slechtheid, dat cynisme en de leugenachtigheid iets moois te kunnen zetten.’

In Wageningen

In Wageningen opent Arnout Besier (82) op deze dinsdagochtend de deur van een twee-onder-een-kapwoning. Zijn vrouw serveert koffie. Besier hoorde op Radio 4 dat het NMF instrumenten voor Oekraïense vluchtelingen zocht. Daarop benaderde hij het fonds met de mededeling dat hij de altviool van zijn vader, de cello van zijn zoon en zijn eigen viool in de aanbieding had. ‘Als je boven de 80 bent, moet je gaan nadenken over de toekomst van je instrumenten’, zegt hij.

Arnout Besier en Ben Cartens (rechts).

Even later komt Jevhenia Hetik (39) binnen. Ze werd geboren in de provincie Mikolajiv, in het zuiden van Oekraïne, begon daar ook haar muziekopleiding en speelde uiteindelijk veertien jaar lang in een symfonieorkest op de Krim, het schiereiland dat in 2014 werd geannexeerd door de Russen. In december besloot ze met haar man en twee kinderen naar Nederland te vluchten. Haar viool liet ze achter, omdat ze vreesde bij de grens in de problemen te komen als ze het kostbare instrument meenam.

Hetik neemt plaats op de bank in de woonkamer. Naast haar komt Anna Krawets (36) zitten, de tolk die ze voor deze gelegenheid heeft meegenomen. Zij vluchtte in maart met haar twee kinderen vanuit Odesa naar Nederland. Haar echtgenoot, die rechter is, zit nog in Oekraïne. Nu doet ze vertaalwerk voor de gemeente Bronckhorst, waar ook Hetik is neergestreken.

Met Anna Krawets, de tolk.

Na een kort voorstelrondje legt Ben Cartens uit wat de bedoeling is. Hetik mag hier straks op de viool spelen, om te kijken of het instrument aan haar wensen voldoet. Daarna rijdt het gezelschap door naar een ander adres waar een tweede viool op haar wacht. Het is een soort ‘beauty contest for violins’, zegt Cartens. En hij roept Hetik op vooral eerlijk te zijn. ‘Als ze beide instrumenten niet goed vindt, dan mag ze dat ook zeggen. Dan gaan we volgende week op zoek naar een andere.’

‘Saying no is no problem at all’, zegt ook Arnout Besier.

‘Hij zal je niet slaan’, grapt Cartens.

Niet veel later staat ze in de eetkamer te plukken aan de snaren van de viool, die volgens het etiket aan de binnenzijde in 1690 gebouwd werd door de beroemde vioolbouwer Hendrik Jacobs. Besier heeft daar zo zijn bedenkingen bij, zegt hij. Hij twijfelt of het etiket authentiek is.

Wanneer het instrument gestemd is, slaat Hetik een boek met bladmuziek open. Ze legt de viool op haar schouder en laat de strijkstok over de snaren glijden. De vingers van haar linkerhand dansen over de snaren.

Ongebruikelijk project

Het plan om Oekraïense musici van instrumenten te voorzien ontstond kort na de invasie, vertelt directeur Manon Veenendaal van het Nationaal Muziekinstrumenten Fonds. Ze kreeg op een zondagochtend een telefoontje van radioprogramma Podium Witteman. Daar wilden ze een oproep doen om instrumenten in te zamelen. Deed het fonds mee? ‘Net als veel Nederlanders was ik op dat moment bezig met de vraag wat ik zelf zou kunnen doen voor Oekraïners’, zegt Veenendaal. ‘Dus ik heb direct ja gezegd. We zouden later wel zien wat de consequenties waren.’

Voor het NMF was het wel een ongebruikelijk project. Het fonds is opgericht om Nederlandse topmusici aan instrumenten te helpen die ze zelf niet kunnen betalen. Zo kan Birthe Blom op een Stradivarius-viool spelen en Remy van Kesteren op een speciaal voor hem gebouwde harp met twee extra snaren. Momenteel spelen ongeveer vierhonderd musici op een instrument van het NMF.

De oproep van Podium Witteman bleek een succes. Luisteraars boden in korte tijd circa honderd instrumenten aan, zegt Veenendaal. ‘Mensen wilden de instrumenten allemaal bij ons komen langsbrengen. Maar dat hebben we afgehouden. We wilden meteen een match kunnen maken met een musicus.’

Dat betekende dat instrumenten en musici geregistreerd moesten worden. En toen kwam Ben Cartens in beeld. Met een subsidie van het Prins Bernhard Cultuurfonds kon het NMF hem aanstellen om het project in goede banen te leiden. De eis van het Cultuurfonds was dat ook andere vluchtelingen instrumenten konden krijgen, zegt Veenendaal. ‘En dat vonden we zelf eigenlijk ook.’

Doffe bas

Nadat ze ongeveer een kwartier gespeeld heeft, keert Jevhenia Hegit terug in de woonkamer van het echtpaar Besier. Ze neemt weer plaats op de bank. De tolk deelt de bevindingen.

‘De viool heeft een doffe bas’, zegt ze. ‘Jevhenia weet niet of dat aan de aard van het instrument ligt, of dat het komt doordat er lange tijd niemand op gespeeld heeft.’

Besier had daarvoor al gewaarschuwd. ‘De viool is in een diepe slaap’, zei hij voordat Hetik erop ging spelen. ‘Ze moet het instrument weer wakker maken.’

Alleen lukt dat dus niet in een kwartier, waardoor Hetik niet goed kan beoordelen of deze viool bij haar past. Bovendien ontbreekt de schoudersteun die ze altijd gebruikt om de viool op z’n plek te houden. Nu was ze bang dat het instrument van haar schouder zou glijden.

Besier toont begrip. ‘Als ze de viool wil meenemen, zodat ze haar in huiselijke omstandigheden kan bespelen, dan kan dat natuurlijk.’

Arnout Besier zegt 'goodbye' tegen Jevhenia Hegit die zijn viool meeneemt.

Daar heeft Hetik wel oor naar. En dus staat ze enige tijd later met de vioolkoffer bij de voordeur. ‘We are saying goodbye to our baby’, zegt Besier. ‘Hoe dat voelt? Slecht natuurlijk! Goodbye, hè!’

Het verhaal van de fagot

Als Cartens de kans krijgt, begint hij te vertellen. Over die enorme digitale piano bijvoorbeeld, die hij naar een talentvol Oekraïens meisje in ‘een soort tiny house’ op een kampeerterrein in Monster bracht. ‘Uit een tas met kleren haalde ze een paar geplastificeerde vellen met bladmuziek ’, zegt Cartens. ‘Die vond ze blijkbaar zo waardevol dat ze die helemaal uit Dnipro had meegenomen naar Nederland.’

Of neem die cellist, die op een cruiseschip in de Cariben werkte toen de oorlog uitbrak. Ze kwam in Den Haag terecht, waar ze alleen ‘een Chinees confectiemodelletje’ had om op te spelen. Inmiddels heeft ze een mooie nieuwe cello gekregen. ‘Die eigenaresse wilde het instrument eerst alleen in bruikleen geven, maar ze was zo onder de indruk van de celliste dat ze ter plekke besloot de cello toch te schenken.’

Polina (25) met de cello van Thea Schenker en rechts Kateryna (19) met de geschonken piano. Foto's via NMF

Ook de schenkers hebben vaak een indrukwekkend verhaal. Zoals die man die zijn fagot doneerde. Hij had het instrument niet meer bespeeld sinds hij van een repetitie was thuisgekomen en hoorde dat zijn dochter plotseling overleden was. ‘Op de een of andere manier was dat bericht aan die fagot blijven hangen. Het instrument had twintig jaar in de kast gelegen en nu had hij besloten het door te geven aan iemand die er weer plezier aan zou beleven.’

En als het aan hem ligt, hoort hij de komende maanden nog veel meer van zulke verhalen. Aan het aanbod van instrumenten zal het in ieder geval niet liggen. Het aantal schenkers is namelijk nog altijd hoger dan het aantal musici dat zich heeft gemeld. ‘We kunnen de mensen niet altijd goed vinden’, zegt Cartens. ‘Ik heb onlangs nog een mail gestuurd aan alle gemeenten. Daar heb ik nauwelijks reacties op gekregen.’

In Haaren

In het Brabantse Haaren haalt Rien Cooijmans (72) aan het begin van de middag een vioolkoffer uit een kastje. ‘Ik ben blij dat je misschien mijn viool wilt bespelen’, zegt hij via de tolk tegen Jevhenia Hetik. Het betreft een exemplaar van de bekende vioolbouwer Jan Bolink, die hem in 1935 vervaardigde.

Zodra de koffer opengaat, verschijnt er een glimlach op het gezicht van de violiste. Daar ligt een schoudersteun, wat het testen van dit instrument zal vergemakkelijken.

Cooijmans informeert ondertussen naar de carrière van Hetik en wil weten of ze hier al een orkest heeft gevonden. ‘Nog niet’, zegt de tolk. ‘Maar ze wil graag weer elke dag spelen.’

Rien Cooijmans laat zijn viool van de bekende vioolbouwer Jan Bolink aan Jevhenia Hegit zien.

Hetik prepareert de strijkstok met hars, stemt de viool en legt het instrument op haar schouder. En daar gaat ze, dit keer zonder bladmuziek. Het Adagio uit de eerste vioolsonate van Bach. Een stuk uit Het Zwanenmeer van Tsjaikovski. Een fragment uit het vioolconcert van Sibelius.

Vanuit zijn stoel aan de eettafel beluistert Cooijmans het geïmproviseerde huiskamerconcert. Zijn vrouw, die naast hem zit, legt een hand op zijn arm en kijkt hem aan. Haar lippen vormen twee geluidloze woorden. Mooi hè? Cooijmans knikt.

‘Deze viool klinkt heel goed’, zegt de tolk even later, ‘maar Jevhenia vraagt zich af hoelang de snaren er al opzitten. Misschien kunnen die vervangen worden?’

‘Dat kan eventueel geregeld worden’, zegt Cartens. ‘Vindt ze deze viool beter dan de eerste?’

‘Ja’, zegt de tolk. ‘Op dit moment wel. Maar ze zou ze graag allebei proberen en daarna beslissen. Omdat die andere zo lang niet bespeeld is.’

Uiteindelijk zal Jevhenia Hegit niet kiezen voor deze viool, maar voor die van Arnout Besier.

Er volgt nog een toegift, het stuk Melody van de Oekraïense componist Myroslav Skoryk. Een applaus. En dan maken ze aanstalten te vertrekken. Met twee violen die ze de dagen daarna intensief zal bespelen en waarvan ze de eerste zal houden, omdat die na een paar dagen ‘toch mooi begon te klinken’, zoals ze later zal schrijven. Maar dat weet ze nog niet, als ze in Haaren de deur achter zich dichttrekt.