Interview
George Kooymans
‘De ziekte heeft van me afgenomen wat ik het allerliefst deed. Maar ja, c’est la vie’
Sinds George Kooymans in 2021 de diagnose ALS kreeg, is hij bovengemiddeld productief geweest. Gitaarspelen lukt niet meer, maar de creatieve spil achter Golden Earring blijft vooruitkijken. ‘Als er iets lukt, al is het maar iets kleins, dan ben ik vrolijk.’
Interview
George Kooymans
‘De ziekte heeft van me afgenomen wat ik het allerliefst deed. Maar ja, c’est la vie’
Sinds George Kooymans in 2021 de diagnose ALS kreeg, is hij bovengemiddeld productief geweest. Gitaarspelen lukt niet meer, maar de creatieve spil achter Golden Earring blijft vooruitkijken. ‘Als er iets lukt, al is het maar iets kleins, dan ben ik vrolijk.’
Richting het einde van Mist, het afscheidsalbum van Vreemde Kostgangers dat vrijdag verschijnt, staat het nummer Fender Strat, een stevige rocker met een vrolijke knipoog, over een man die – als puntje bij paaltje komt – meer van zijn gitaren houdt dan van de vrouwen die zijn levenspad kruisten.
Boudewijn de Groot schreef de tekst, George Kooymans (75) de muziek. Voor het refrein, een opsomming van gitaarmerken, leverde ‘gitaarjongen’ Kooymans, tevens zanger van het lied, de input: ‘Ik doe het met Martin, Gibson, Taylor, Rickenbacker, Gretsch, Guild en EKO/ Yamaha, Santa Cruz, Ibanez, Ovation, Danelectro’ – en zo gaat dat verder. Als je hem die merken hoort zingen, loop je in gedachten met hem door de schuur bij zijn huis in Rijkevorsel, net over de grens in België, waar hij zijn gitaren bewaart.
‘Tussen die foto’s aan de muur’, zingt hij in een refrein, ‘hangen ook al mijn gitaren/ achtentachtig zijn het er en ik heb er lang voor moeten sparen.’
Hij speelde zelf de gitaarpartijen van het liedje nog in.
Nu, bij de verschijning van Mist, heeft dat vrolijke lied een andere lading gekregen. Van zijn instrument, zijn onafscheidelijke vriend, heeft hij afscheid moeten nemen.
Ruim twee jaar geleden, op 5 februari 2021, maakte hij bekend dat hij de slopende neuromusculaire ziekte ALS heeft. Het betekende per direct het einde van Golden Earring, Nederlands grootste rockband, waarvan Kooymans in 1961 medeoprichter was.
‘Mijn gitaren heb ik nog’, zegt hij nu, via Zoom. ‘Die gaan nog niet weg, maar spelen kan ik niet meer’. Terwijl hij dat zegt, houdt hij zijn rechterhand omhoog, de hand die bijna zestig jaar de Earring aandreef en duizenden keren de riffs van Radar Love en Twilight Zone speelde.
‘De gitaar was mijn leven. De ziekte heeft van me afgenomen wat ik het allerliefst deed. Dat valt niet mee. Maar ja, c’est la vie.’
Hij klinkt Vlaams als hij die woorden uitspreekt, hij woont al lang in Vlaanderen. Na een zucht volgt de Haagse vertaling: ‘Het is helemaal kut. Maar ik moet het accepteren. Op Mist staat ook mijn laatste gitaarsolo.’
In welk nummer? ‘Een liedje dat Boudewijn met Jan Rot schreef. Het heet Ik speel gitaar. Ik hoor de imperfecties in mijn solo, maar toen hij erop stond, dacht ik: ik reken ’m goed.’
Voor iemand die al ruim twee jaar ALS-patiënt is, ziet hij er goed uit. Zijn gezicht is wat ingevallen, bijna weer zo spits en smal als in zijn jonge jaren. Hij draagt een nekkraag voor de ondersteuning, maar verder oogt ‘Kooy’ nog als ‘Kooy’. Hij is monter, lacht regelmatig, al sijpelt soms tristesse tussen zijn zinnen.
‘Het gaat natuurlijk niet goed, maar het is nog wel te doen. Ik kan eten, drinken, lezen, tv kijken. Lopen gaat niet zo goed meer. Dat moet met een rollator. Ik moet oppassen dat ik niet val. Dingen oppakken is lastig. Mijn hoofd wil nog snel, maar ik word in alles trager. En het wordt niet meer beter.’
De oudste Kostganger, Boudewijn de Groot (78), staat nog kaarsrecht overeind. De ironie wil dat we de verschijning van Mist, het derde en laatste studioalbum, juist aan de ziekten van de twee ‘jongeren’ te danken hebben: Kooymans en Henny Vrienten, die vorig jaar overleed. Zonder de rampzalige tijdingen van 2021 zou het album waarschijnlijk nog niet af zijn geweest.
Een halfjaar nadat Kooymans had onthuld dat hij ALS heeft, volgde het nieuws dat Henny Vrienten ‘ernstig ziek’ was en een behandeltraject in ging. Door de afscheidstournee van Doe Maar ging een streep. Over zijn ziekte trad Vrienten niet in detail, tot hij op 25 april 2022 overleed. Aan longkanker, bleek toen pas.
Kooymans: ‘We hebben met Henny’s familie afgesproken dat we er niets over zouden zeggen. Henny wilde dat zo. Hij wilde ook heel graag dat het laatste album er zou komen. Na de twee Kostgangers-albums uit 2017 zijn we los van elkaar blijven schrijven: er lagen liedjes en ideeën. Ik heb in 2020 en 2021 alles ingezongen en -gespeeld, toen dat nog ging. Na Henny’s diagnose zijn we echt vaart gaan maken, omdat we wisten dat er weinig tijd was.’
Mist werd voltooid. Voor Vrienten verschijnt het album postuum, net als voor de gastauteurs Jan Rot (1957-2022) en Thé Lau (1952-2015). Laatstgenoemde stuurde Kooymans al in 2014 een tekst met als titel De liefde kent geen tijd.
‘Die tekst was er al vóór Vreemde Kostgangers. Thé wist dat hij kanker had en niet meer beter zou worden. Ik vroeg hem of hij iets wilde schrijven. Hij zei: stuur me een melodie, dan maak ik iets. Dat heb ik gedaan, maar het nummer is jaren blijven liggen. Ik heb uiteindelijk een heel nieuw liedje bij de tekst gemaakt.’
De woorden van Thé Lau bleken Kooymans na zeven jaar meer op het lijf geschreven dan hij zelf had gewild: ‘Ik heb met mezelf gestreden/ nu ben ik met mezelf verzoend/ Ik kijk haast nooit naar het verleden/ nu is nu en toen was toen.’ En verderop: ‘Als ik wist waar alles heen ging/ ik zou het niet anders doen.’
Kooymans: ‘Die woorden betekenen nu meer voor me dan toen Thé ze in 2014 stuurde. Hij verwoordt precies hoe ik het nu zie, vanuit de situatie waarin ik zit. Gelukkig kan ik het inderdaad met overtuiging zingen: ik zou het niet anders doen.’
Tijdens eerdere ontmoetingen, in 2012 en 2017, zei Kooymans nog wél dat hij sommige dingen anders had moeten doen. Na Golden Earrings grote Amerikaanse succes in 1974, met Radar Love en het album Moontan, adviseerde het Amerikaanse platenlabel om de succeskoers nog even aan te houden, maar de Earring gaf een ferme ruk aan het stuur: invloeden progressive rock, korte songs, maatkostuums op de bühne en géén nieuw Radar Love.
‘Dat was een beetje dom, achteraf’, placht Kooymans te zeggen. ‘Maar ja, eigenwijs hè.’
Nu zegt hij: ‘Daar maak ik me nu niet meer druk om. Ja, we zijn weleens linksaf geslagen waar we rechtdoor hadden moeten gaan, maar het is toch allemaal fantastisch geweest? We zijn misschien niet écht wereldberoemd geworden...’
(Wel, George. Wel.)
‘Nou ja, we hebben er tegenaan gezeten, maar het niet vastgehouden. Maar we zijn succesvol geweest. Het is gegaan zoals het is gegaan. Nergens spijt van.’
Waarom zou je ook als je met je bandje 25 studioalbums opnam, meer dan dertig keer ‘goud’ en ‘platina’ in de wacht sleepte, twee wereldhits en nog wat Europese hits schreef en in Nederland 29 keer in de top-10 stond, waarvan vijf keer op één, goed voor in totaal 389 weken netto in de Top 40. Golden Earring deed tussen 1969 en 1984 tien lange tournees in Noord-Amerika.
Barry Hay mocht als Earring-blikvanger fungeren. Kooymans deed er liever het zwijgen toe, maar was de creatieve spil, de aanjager, de man die – als het erop aankwam – met de vlakke hand op tafel sloeg.
Tragisch was het afscheid in 2021. Omdat Kooymans’ diagnose midden in de coronacrisis viel, was een afscheidsoptreden onmogelijk en verloor de Earring na zes decennia tóch nog de regie over het eigen afscheid.
Kooymans weigert er dramatisch over te doen. Dat typeert hem. ‘Een groot afscheidsconcert had niet zo goed bij ons gepast. En bovendien: dat ik ALS had, kwam aan het licht nadat ik had gemerkt dat ik mijn plectrum niet goed meer kon vasthouden. Die fijne motoriek raakte ik al snel kwijt. We stopten omdat ik niet meer kon spelen, daar kwam het op neer, dus voor een afscheidsconcert was het toen al te laat.’
In plaats daarvan deed hij, zo snel als hij het weer kon opbrengen, wat hij altijd deed: vooruitkijken, focussen op wat nog wél kon. Zoals: twee albums afronden waarvoor de songs al waren opgenomen, eerst Mirage van Kooymans & Carillo (2022), daarna Mist.
Zo is niet Golden Earring maar Vreemde Kostgangers het laatste project van Kooymans’ muzikale loopbaan geworden, de ‘supergroep’ die van de betrokkenen niet zo mocht heten, het trio van Nederpop-excellenties De Groot, Vrienten en Kooymans. De albums verrieden speelsheid en inspiratie. Ze verkochten prima. De kaartjes voor de lange theatertournees nog beter.
‘Vreemde Kostgangers heeft me veel gebracht’, zegt Kooymans. ‘Plezier buiten mijn comfortzone. Vriendschap. We hebben een gezellige tijd gehad, gingen bijna altijd lekker eten rond de optredens. Dan praatten we. Henny en ik kenden elkaar al goed, maar we zijn echt vrienden geworden. Ik heb zo veel van hem geleerd. Hij was een geniale vent.’
Even stilte. ‘En hij is er niet meer.’
De ironie wil dat Kooymans juist sinds de ramptijdingen van 2021 bovengemiddeld productief is geweest: twee afgeronde studioalbums in twee opeenvolgende kalenderjaren, dat flikte hij vóór de diagnose niet zo vaak, de laatste tijd.
Op Mist (‘in liefdevolle herinnering aan Henny’) is de melancholie van het naderende einde alomtegenwoordig, bij elk van de drie Kostgangers, in liedjes als Bladzij na bladzij en Tijd tekort, maar is er ook ruimte voor de vrolijkheid die net zo goed bij het trio hoort, in Fender Strat en Lippen, beide op muziek van Kooymans.
‘Ik ben nu wat schor, een verkoudheidje, maar op goede dagen zou ik nog kunnen zingen, denk ik. Ik zou misschien iets meer als Tom Waits klinken, maar toch.’
Hij wil maar zeggen: de ouwe Kooymans geeft nog niet op: hij zal het gesprek besluiten met een strijdbaar ‘we zien elkaar’.
‘Ik ga proberen een klein nieuw studiootje te bouwen met de laptop en een paar luidsprekertjes. Ik kan nog met de computer werken, met een ProTools-achtig programma dat me getipt werd. Zo kan ik nog muziek maken. Dat lijkt me leuk: een beetje blijven spelen. Ik ga het gewoon proberen. Als er dan iets lukt, al is het maar iets kleins, dan ben ik vrolijk.’
Dat kleine laptopstudiootje wordt dan de opvolger van de Lagune Studio in zijn woning in Rijkevorsel, in Vlaanderen, waar hij al ruim vijftig jaar woont met zijn echtgenote Melanie, zeg maar Milly, de zus van Golden Earring-bassist Rinus Gerritsen.
‘De Lagune is er niet meer. We verbouwen die ruimte. Er komen een keukentje en een douche. Allemaal voor de situatie die nog komen gaat.’
Hij valt stil. Daar is weer zo’n moment van tristesse.
‘Er zijn ALS-patiënten die nog tien jaar leven met de ziekte, maar dan kom je in een rolstoel terecht, raak je helemaal verlamd, moet je gevoed worden, dat soort dingen. Dan kun je alleen met je ogen nog iets doen. Je moet je natuurlijk afvragen of je dat wel wilt.’
Hij herpakt zich weer, grijnst, vertelt dat hij inmiddels ereburger van Den Haag én Rijkevorsel is en dat hij onlangs een gezellige lunch had met Barry Hay, Rinus Gerritsen, Cesar Zuiderwijk en Bertus Borgers, sinds jaar en dag vaste gast op saxofoon.
‘Mijn vrienden,’ noemt hij ze, alsof die verduidelijking nodig is. ‘Ik heb regelmatig contact met ze, maar het is vooral tof om met zijn allen samen te zijn. Dan voelt het even alsof alles nog is zoals het was.’