Ze zou eigenlijk een lintje verdienen voor haar uithoudingsvermogen. ‘Deze lagune staat droog. Al jaren’, is wat de vriendelijke receptionist van bezoekerscentrum Acebuche moet zeggen tegen iedere vogelaar die hier hoopvol binnenstapt. Op papier is dit de voornaamste toegangspoort tot Nationaal Park Doñana, het belangrijkste drasland van Spanje en een van de grootste van Europa. Maar van de Acebuche-lagune, waar flamingo’s, zilverreigers en marmereenden horen te waden en zwemmen, rest nu niets meer dan een dode gele vlakte.
De oorzaken? Daarvoor hoef je in het zuidwesten van Andalusië, de regio waartoe Doñana behoort, alleen maar te kijken. Eerst omhoog: naar de zon, die op deze middag in mei opnieuw toeristenhuiden doet verbranden en maandenlang geen centimeter ruimte liet aan regenwolken. En daarna om je heen, naar de eindeloze witte velden van plastic kassen waaronder Europa’s aardbeien het schaarse grondwater in het natuurgebied opslurpen. ‘De aardbei’, zegt milieuactivist Luis Bejarano, ‘heeft Doñana verwoest.’
In Spanje loopt de spanning hoog op, zondag gaat het land naar de stembus voor lokale en regionale verkiezingen. Links en rechts, die elkaar in de (notoir onbetrouwbare) peilingen in evenwicht houden, strijden om de macht in het land: omdat de lagere overheden in het decentraal georganiseerde Spanje veel te zeggen hebben, maar zeker ook omdat het winnende blok een voorschot neemt op de zege bij de landelijke verkiezingen, die de Spanjaarden aan het einde van dit jaar houden.
Na een voorjaar waarin recordtemperaturen zijn gemeten en het beschikbare drinkwater in stuwmeren een schrikbarend laag peil heeft bereikt, is het klimaat onvermijdelijk een groot thema bij de verkiezingen. Het gevecht om het beschikbare water wordt steeds hoger opgespeeld: op diverse plekken staan regionale overheden lijnrecht tegenover elkaar of de landelijke regering in Madrid over de vraag wie recht heeft op welk water. De stellingnames zijn kopieën van die in het Nederlandse stikstofdebat. Moet het economische belang van de boeren prevaleren, of is stevig ingrijpen nodig om de natuur te redden?
Nergens wordt die strijd in Spanje feller gevoerd dan rond Doñana. Ieder jaar landen tien- tot honderdduizenden trekvogels in dit Natura 2000-gebied vanuit noordelijkere gebieden in Europa, om hier te overwinteren of op adem te komen voor de oversteek naar Afrika. Het totale gebied, bestaande uit een omheinde kern (het Nationale Park Doñana) en een minder streng beschermd buitengebied, beslaat 1.285 vierkante kilometer. Dat is niet veel kleiner dan de provincie Flevoland.
Voor het drasland is het van groot belang dat er voldoende regen valt. Alleen zo blijft de voorraad grondwater onder het natuurgebied, die de bovengrondse moerassen en lagunes voedt, op peil. Maar de regenval in Doñana neemt al jaren af, en het grondwaterpeil daalt ook rap door dat ándere fenomeen in de regio. Het zuidwesten van Andalusië staat namelijk niet alleen bekend als onmisbare pleisterplaats voor zeldzame trekvogels, maar ook als de aardbeienkas van Europa.
Spanje is goed voor bijna eenderde van de aardbeien die binnen de Europese Unie worden gekweekt, en 97 procent komt uit dit kurkdroge gebied. De aardbeien, die in het voorjaar worden geplukt door voornamelijk vrouwelijke seizoensmigranten uit Marokko, vormen een belangrijke bron van inkomsten voor de lokale bevolking.
Maar doordat de aardbeiboeren hun irrigatiewater uit de bodem omhoog pompen, is de productie ook een aanslag op de grondwatervoorraad van Doñana. Een situatie die wordt verergerd doordat een deel van de boeren, met de stilzwijgende instemming van de opeenvolgende regiobesturen van Andalusië, zijn aardbeivelden illegaal heeft uitgebreid – en daar net zo illegale waterputten voor heeft geslagen.
In plaats van korte metten te maken met die praktijk, heeft de huidige regioregering van de rechtse Partido Popular (Volkspartij) aangekondigd dat het illegale boeren irrigatierechten wil geven. De totale hoeveelheid legale irrigatiegrond zou daarmee met eenvijfde kunnen groeien. De Andalusische president Juanma Moreno, een van de sterren van de partij, zegt zo een oplossing te willen vinden voor de ‘honderden families’ die door de oogluikend toegestane, maar nooit op papier geregelde uitbreiding ‘in het ongewisse zitten’.
Critici zien vooral een electorale tactiek: de Partido Popular is volgens hen uit op het veroveren van de boerengemeenten rond Doñana, waar de sociaal-democratische PSOE vaker de scepter zwaait. Die partij, die ook de landelijke regering leidt, nam de handschoen op. Premier Pedro Sánchez reisde half april persoonlijk af naar het gebied om daar hard uit te halen naar de ‘hoogmoed’ van de regiotop. ‘Doñana is een natuurlijke schat die ons allemaal toebehoort.’
Een tesoro, een schat: laat Cristina Mariño (65) niet lachen. ‘Ik geloof ze allemaal niet. De PSOE is hier decennia aan de macht geweest en heeft het net zo goed laten gebeuren. Doñana wordt gebruikt voor de campagne; hierna zal het park gauw weer vergeten zijn.’
Toch houdt Mariño hoop op een radicale koerswijziging en de redding van haar geliefde Doñana. Ze zou hier, in het verdorde buitengebied van het natuurpark, anders niet in een boswachtergroene blouse staan praten met een journalist. Mariño is, met haar roze haar, het opvallende gezicht van Vrouwen voor Doñana, een groep van 25 vrouwelijke vrijwilligers die zich inzet voor het behoud van het park. Door rotzooi in het buitengebied op te ruimen en dieren in nood te redden, maar ook door journalisten het vernietigende effect van de aardbei te laten zien.
Vandaag doet ze dat samen met Luis Bejarano (60), een lokale milieuactivist met wie ze nauw optrekt. In een donkergroene Suzuki Jimny gaan ze voor door de gemeenten rond het natuurgebied, waar de boogvormige witte aardbeikassen ondanks de droogte blijven verrijzen. Bij een van de velden stappen ze uit; in de verte is te zien hoe een boer op zijn gifgroene tractor tussen de aardbeien rijdt. ‘Deze illegale finca stond er vorig jaar nog niet’, zegt Bejarano. ‘En niemand die er iets van durft te zeggen. Er is zó veel geld mee gemoeid.’
Even verderop steekt een donkergrijze afvoerpijp uit de grond. Het bruine water dat uit de pijp stroomt, vormt een smerige plas met wit schuim in een verder droogstaande beek. Het is het afvalwater van met meststoffen gevoede aardbeien aan de andere kant van de weg, zegt Bejarano. ‘Dat druppelt allemaal door naar het grondwater voor Doñana. En zoals deze afvoerpijp zijn er zovele.’ Tel die vervuiling op bij het excessieve watergebruik, naast de aardbeienteelt ook door een nabijgelegen vakantieoord aan de kust, en er is volgens hem en Mariño maar één conclusie mogelijk: ‘Doñana is dood.’
Ook Brussel is gealarmeerd door de staat van Doñana, waar meer dan de helft van de lagunes is verdwenen en nog maar één op de tien in gezonde staat verkeert. Al in 2019 sleepte de Europese Commissie Spanje voor de rechter om het overtreden van de Europese milieuwetgeving. Twee jaar later veroordeelde het Europees Hof voor Justitie het land voor nalatigheid bij het voorkomen van de illegale waterwinning, al bleven miljoenenboetes uit.
Mogelijk komen die er met de plannen van Andalusië alsnog. Als regiopresident Moreno zijn legalisering doorzet, en ze definitief tegen de milieuwetgeving blijkt in te druisen, zal de Commissie ‘alle mogelijke middelen’ aangrijpen om de naleving van de uitspraak van het Hof af te dwingen, schreef Eurocommissaris Virginijus Sinkevicius (Milieu) op 20 april. Net als Nederland met zijn stikstofcrisis lijkt Spanje zo door de rechter te (moeten) worden gedwongen om eerder gemaakte afspraken na te komen.
Maar volgens Moreno heeft Brussel hem helemaal verkeerd begrepen, en loopt de voorraad grondwater onder Doñana geen enkel gevaar. Zijn idee is om het benodigde irrigatiewater via een (nog niet gebouwde) tunnel aan te voeren vanuit een waterrijker gebied ten westen van Doñana. De boeren kunnen vervolgens stoppen met het gebruik van de (illegale) putten die het natuurpark nu om zeep helpen. Op deze manier, stelt Moreno, kunnen aardbei én Doñana worden gespaard.
Niet alle boeren staan achter Moreno. In Almonte, een van de gemeenten rond het park, hebben driehonderd boeren zich afgesplitst van het boerenfront. Deze boeren, verenigd onder de naam Puerta Doñana, zijn vóór de watertunnel die hen al jaren wordt beloofd, maar tegen het ‘belonen’ van de illegaal opererende boeren. Als ook zij straks een beroep kunnen doen op water uit de tunnel, zegt voorman Manuel Delgado, zal de vraag zo groot worden dat er alsnog grondwater moet worden opgepompt. ‘En vergeet niet dat de bouw van de tunnel jaren gaat duren. Al die tijd zullen de illegale putten blijven bestaan.’
Delgado (46), een rustige man met een rond gezicht, zegt het tussen de rijen aardbeien op een van de finca’s in Almonte. Een zoete geur nestelt zich er in je neus; de aardbeien aan deze planten zijn dik en sappig, klaar om vervoerd te worden naar de rest van Europa.
Hoewel Delgado de woordvoerder van Puerta Doñana is, is dit niet zijn finca. De werkelijke eigenaar wil geen interviews geven en uit de foto’s in de krant mag ook niet blijken waar we zijn, smeekt Delgado. Dat de boeren in Almonte zich tegen de legalisering hebben gekeerd, heeft de verhoudingen op het platteland behoorlijk op scherp gezet. ‘Er zijn dreigementen, vooral op sociale media. En toen journalisten van tv-zender La Sexta hier laatst op bezoek waren, hebben ze de banden van hun auto lek geprikt.’
De irrigatierechten uitbreiden, zegt hij, zou ‘de doodsteek betekenen voor Doñana’. Op de finca is het om half twee intussen bijna tijd voor de middagpauze. Terwijl mannelijke werknemers in de warme zon de kassen over een net geoogst veld afbreken, wachten de vrouwen uit Marokko en Oost-Europa zittend op lege aardbeibakken op de bus die hen terugbrengt naar hun tijdelijke verblijven. Een paar minuten later rijdt een touringcar het erf op. Op de zijkant staat de regionale trots afgebeeld: een grote plas water, met een flamingo.
De vraag is hoelang dat in Doñana nog in het echt te zien is.
Extreme regenval
Na maanden van hitte en droogte wordt Spanje sinds deze week ook getroffen door extreme regenval. Vooral het uitgedroogde zuidoosten van het land kampt met zware regenbuien, met overstroomde winkels en bars en ondergelopen parkeergarages tot gevolg. In Ontinyent, een gemeente in de regio Valencia, viel dinsdag 159 liter water per vierkante meter uit de lucht. Maar weinig inwoners zullen zich de laatste keer dat dát gebeurde kunnen herinneren: In honderd jaar tijd viel er niet zo veel regen op één dag.
Uit voorzorg blijft een deel van de scholen, universiteiten en kinderopvangcentra dicht in in het zuidoosten, dat bekend is met dit soort extreme en plotselinge regenval. Dat de gevolgen nu zo groot zijn, komt deels door de droogte van de afgelopen maanden. De kurkdroge, keiharde bodem is niet in staat om veel water op te nemen. Dit betekent ook dat de dorstige landbouw- en natuurgrond weinig heeft aan zo veel neerslag in één keer. De regen is wel een meer dan welkome aanvulling op de watervoorraad in de stuwmeren, die met de hete zomer in zicht voor minder dan de helft gevuld zijn.
Ondanks de zware regenval zal de lente de boeken ingaan als een van de droogste, zo niet de droogste ooit gemeten in Spanje.