Reportage duitsland

Stopt de opmars van bruinkoolmijn Garzweiler II bij boer Heukamp?

De nieuwe Duitse regering wil zo snel mogelijk groene energie voor het hele land. Het betekent dat alle kolencentrales dicht moeten voor 2030. Maar hoe kan het dan dat de reusachtige bruinkoolmijn Garzweiler II op het punt staat wéér een Duits gehucht te verzwelgen?

Als je het over de duivel hebt. Halverwege het gesprek over de steun die hij krijgt van de pakweg honderdvijftig milieuactivisten die zijn neergestreken op zijn erf, gaat de telefoon van boer Eckhardt Heukamp (57). Aan de lijn een vertegenwoordiger van energiebedrijf RWE, eigenaar van de reusachtige bruinkoolmijn die de boerderij van Heukamp dreigt op te slokken. Vast met een nieuw voorstel om hem uit te kopen, zegt Heukamp.

Eckhardt Heukamp

‘Ze bellen bijna elke dag, maar ze doen geen serieus aanbod’, zegt de boer, terwijl de zon wegzakt achter de kerktoren van een dorp verderop, waar nog wel mensen wonen. Bovendien: hij moet nog een machine ophalen vanaf een stuk land zeventien kilometer verderop, voordat het straks donker wordt. En morgen moet hij weer vroeg op om zaden in te kopen.

Als een Gallisch dorpje

Dus drukt boer Heukamp het energiebedrijf weer eens weg, spreekt kort met een van de activisten over een onderhandelingsvoorstel van de politie, staat een man van Greenpeace te woord, en stapt dan de boerderij binnen die als een klein Gallisch dorpje de vaart der volkeren in de weg staat, hier in Noordrijn-Westfalen.

Het is verleidelijk om bij het aanzicht van bruinkoolmijn Garzweiler II te vervallen in dystopische vergelijkingen. De mijn is in feite een gigantisch gat omringd door rook, zó groot dat het zichtbaar is vanuit de ruimte. Met de jaren groeit het gat onstuitbaar verder, terwijl het ronkend en ratelend het ene na het andere omringende dorp verslindt, gedreven door een nimmer aflatende honger naar fossiele brandstof. Nog geen honderd meter van Heukamps erf is Garzweiler II nu tot staan gebracht.

Agrariër Heukamp, een hoekige man met halflang grauwgrijs haar en een stoppelbaard, is het laatste obstakel voor de geplande uitbreiding van de mijn. Hij en energiebedrijf RWE, eigenaar van de mijn, zijn oude bekenden. In 2015 verliet Heukamp als een van de laatste bewoners het nabijgelegen dorp Borschemich, dat erna door bulldozers met de grond werd gelijkgemaakt en nu verzwolgen is door het grote gat dat Garzweiler heet.

Heukamp toog naar de boerderij in Lützerath die al vier generaties in zijn familie is, waar de mijn spoedig ook aan de deur klopte. In oktober verloor Heukamp een kort geding tegen onteigening van zijn land en huis. Het mijnrecht is bijzonder sterk in Duitsland; het algemeen nut gaat voor dat van het individu, en juridische verzetsmogelijkheden zijn gering (zie kader, red.). Alle hoop is nu gevestigd op het hoger beroep. Het gerechtshof beslist daarin uiterlijk op 7 januari 2022.

  • Christopher Laumann

Onder een grijze hemel wachten nabij de boerderij nu de reusachtige stalen graafmachines, die met tientallen meters hoge schepraderen constant de randen van Garzweiler II verder naar buiten duwen, op toestemming om hun werk voort te zetten. ‘Dit hier symboliseert de apocalyps die de wereld staat te wachten als we zo doorgaan’, verklaart klimaatactivist Christopher Laumann aan de rand van het gat, enkele minuten voordat de beveiliging van RWE met een terreinwagen arriveert om te wijzen op een bordje met ‘verboden toegang’.

Worsteling

Voor een niet betrokken toeschouwer symboliseert de mijn vooral de Duitse worsteling met de energietransitie. Al sinds de jaren veertig voorziet bruinkool deze regio van elektriciteit, en sinds 1983 leveren Garzweiler I en later II brandstof voor de nabijgelegen kolencentrales Neurath en Niederaußem. Duitsland sluit de kerncentrales, zonne- en windenergie is er nog lang niet voldoende, gas dekt de vraag niet en ligt nu bovendien politiek gevoelig. Dus: zonder bruinkool geen stroom.

‘Neurath en Niederaußem, die ook worden gevoed door de nabijgelegen bruinkoolmijn Hambach, kunnen samen 6.900 Megawatt genereren’, schrijft Guido Steffen, woordvoerder van RWE. ‘Zij voorzien miljoenen huishoudens van elektriciteit. Hernieuwbare energie, uitbreidingen aan het net en opslagcapaciteit moeten worden uitgebreid voordat de natie zonder kolen kan. Iets waar RWE overigens aan meewerkt.’

De kolenmijnen en hun uitbreiding werden de afgelopen jaren nog altijd vurig verdedigd door de CDU-regering in Noordrijn-Westfalen. Tot aan de Duitse federale parlementsverkiezingen afgelopen september. Nog vóór het formatieproces zei de nu formerende regering in haar allereerste intentieverklaring: wij willen kolen ‘idealiter’ al in 2030 afschaffen. Tot op dat moment was 2038 de belofte.

Kort na de federale verkiezingen trad ook een nieuwe deelstaatpremier aan in Noordrijn-Westfalen, thuisstaat van de Garzweiler-mijn. In Duitsland hebben deelstaten verregaande autonomie op het gebied van energieproductie en milieuwetgeving, en de nieuwe lokale premier ging prompt nog een stap verder dan Berlijn: ‘Wij zijn bereid om kolen al in 2030 uit te faseren, en we zullen er alles voor doen om te zorgen dat dat lukt,’ aldus Hendrik Wüst. Zijn uitspraak was een regelrechte sensatie in kolen- en staalstaat Noordrijn-Westfalen.

Algemeen nut

De Duitse relatie met energie en milieu verandert dus in rap tempo, wat nieuw licht zou kunnen werpen op de frase ‘algemeen nut’ in de mijnbouwwet: is Garzweiler in de nabije toekomst nog wel van algemeen nut? En zo niet, hoe nodig zijn onteigeningen nu dan nog? RWE zelf zegt dat het voor de Duitse energievoorziening in ieder geval de komende jaren noodzakelijk blijft dat bruinkoolmijnen uitbreiden. ‘En voor Garzweiler gaat dat westwaarts, richting dorpen zoals Lützerath.’

Voor de regering is de kwestie des te urgenter omdat bruinkool, dat zo’n 18 procent van de Duitse energieproductie verzorgt, nog meer vervuiling veroorzaakt dan steenkool. In 2016 waren volgens emissiegegevens van de EU de twee kolencentrales nabij Garzweiler samen de grootste CO2-producent in heel Europa.

De vraag op het boerenbedrijf van Heukamp is nu: wat betekent de nieuwe koers van de regering voor mij? Of liever: voor ons? Heukamp wordt sinds juli 2020 bijgestaan door een leger milieuactivisten dat een kleurrijk kamp op zijn erf heeft opgezet, in tenten en boomhutten. Op een rustige dag zijn het er zo’n honderdvijftig. Als geruchten over een nakende ontruiming de kop opsteken, groeit dat aantal exponentieel: tijdens een protest daags na Heukamps verloren kort geding verstrekte de veganistische ‘kookploeg’ maar liefst 1.200 maaltijden.

Als de avond valt over Lützerath, stopt het gesnerp van de boormachine waarmee activisten een onlangs gekraakt pand voorzien van houten planken die zwaar gereedschap van de politie moeten weerstaan. Flessen bier verschijnen in handen van voorbij lopende kampeerders, rode lichtjes gloeien in de toppen van de RWE-windmolens die het landschap rond kolenmijn Garzweiler II van een vleugje ironie voorzien.

Energiebedrijf RWE kreeg op 1 november formeel het recht om Heukamps boerderij te laten ontruimen en vernietigen. Het bedrijf heeft echter gezegd in ieder geval het hoger beroep in kort geding af te zullen wachten. De activisten op Heukamps boerderij denken wel te weten waarom: door hun aanwezigheid. Niet alleen keert de publieke en politieke opinie zich steeds meer tegen de kolenwinning, ook juridisch heeft de bevoegdheid van de deelstaatregering recentelijk een flinke klap gehad.

In september oordeelde de rechtbank in Keulen dat de gewelddadige verwijdering van activisten uit het Hambacher Bos, eveneens om de groei van een bruinkoolmijn van RWE te faciliteren, illegaal was. In 2018 stuurde de verantwoordelijke gemeente Kempen een enorme politiemacht naar het bos om een einde te maken aan een jarenlang protestkamp. De gemeente handelde onder grote druk van de deelstaatregering, die wilde dat RWE voort kon met de mijn en zei dat het kamp een ‘brandgevaar’ vormde. Tijdens de ontruiming stierf een activist nadat hij van het dak van een van de boomhutten was gevallen.

Onder de boomhutten op Heukamps erf sterkt de uitspraak het geloof dat de strijd geen verloren zaak is. En nu de federale en deelstatelijke regering zich publiekelijk hard maken voor een spoediger uitfasering van de kolencentrales, ziet ook Heukamp zelf de toekomst beduidend positiever in. Maar zeker is zijn lot allerminst, zegt hij, verwijzend naar een Duits spreekwoord: voor het gerecht en op hoge zee is men in Gods handen. ‘En tot nu toe heeft RWE in deze regio altijd zijn zin gekregen.’

Mijnrecht in Duitsland

Volgens het Duitse federale mijnrecht uit 1983 hebben landeigenaren geen zeggenschap over natuurlijke hulpbronnen onder hun land, zoals olie of kolen. Een mijnbouwbedrijf kan via een publieke aanbesteding het recht verwerven om die bronnen aan te boren, waarbij het algemeen nut boven het belang van een landeigenaar gaat. De bevolking in het gebied heeft daarbij geen inspraak. Het mijnbouwbedrijf, in dit geval RWE, moet eigenaren compenseren (en doet dat volgens vertrokken bewoners ruimhartig, red.). Als de mijnbouwer met een individuele eigenaar geen overeenstemming kan bereiken, kan het bedrijf tot onteigening besluiten. Pas dan kan een eigenaar naar de rechter stappen. In 2006 oordeelde het Duitse Grondwettelijk Hof dat die mogelijkheid er eerder moet komen.