POLITIEK NIEUW KABINET
De ministersploeg van Rutte IV


Twintig ministers moeten nieuw elan brengen in politiek Den Haag, na het dramatische einde van Rutte III. Wie zijn de mensen die het erop wagen in Rutte IV?
-
-
Mark Rutte (VVD)
Minister van Algemene Zaken
De minister-president (1967) is herrezen na zijn politieke bijna-doodervaring van 1 april 2021, toen een motie van afkeuring over zijn optreden in de formatie werd aangenomen. Hij stevent af op een record: als Rutte IV een tijdje standhoudt, wordt hij de langstdienende premier uit de Nederlandse geschiedenis. Dat doet hij met een vrijwel geheel vernieuwde ploeg: veel ministers zijn gerekruteerd van buiten het Binnenhof. Vreemde ogen dwingen, is het idee van de coalitiepartijen. Maar voor iemand die het liefst werkt met oude getrouwen, is het een gewaagd avontuur.
-
-
Wopke Hoekstra (CDA)
Minister van Buitenlandse Zaken
Liefst had hij door gewild op Financiën, maar dan had hij meer zetels moeten behalen of moeten instemmen met een plek voor PvdA en GroenLinks in de regering - dan had D66 hem de post wellicht gegund. In die zin betaalt hij de prijs voor zijn keiharde opstelling in de formatie. Buitenlandse Zaken is een uitgeklede post, nu de premier en de minister van Financiën de meeste Europese zaken regelen. Maar wie het goed doet, kan toch veel aanzien verwerven, ook in eigen land. Hoekstra zal zijn politieke speelveld in deze coalitie helemaal zelf moeten veroveren.
-
-
Liesje Schreinemacher (VVD)
Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
Schreinemacher (1983) is binnen de VVD een vertrouwd gezicht. Na het Erasmiaans Gymnasium in Rotterdam, haar studie communicatiewetenschappen aan de Universiteit van Amsterdam en haar master rechten aan de Universiteit Leiden, was ze in de Tweede Kamer en op het ministerie van Defensie jarenlang de persoonlijk medewerker van Jeanine Hennis. Daarna werkte ze als advocaat-stagiair bij Pels Rijcken en Croon Advocaten in Den Haag en ging ze in 2019 naar Brussel: met ruim 37 duizend voorkeurstemmen werd ze gekozen in het Europees Parlement.
-
-
Dilan Yeşilgöz-Zegerius (VVD)
Minister van Justitie en Veiligheid
Ze kwam in 1984 met haar moeder en zusje naar Nederland, nadat haar vader al eerder als politiek vluchteling Turkije had verlaten. Haar ster in de VVD rijst razendsnel. Na haar raadslidmaatschap in Amsterdam, werd ze in 2017 Tweede Kamerlid, in 2021 staatssecretaris in het demissionaire kabinet en nu dus minister. De VVD heeft geen goede ervaringen op het departement van Justitie. Ivo Opstelten en Ard van der Steur gingen er met donderend geraas onderuit. Yesilgöz (1977) is geen jurist - op een departement dat daar vol mee zit is dat een forse handicap.
-
-
Franc Weerwind (D66)
Minister voor Rechtsbescherming
Weerwind (1964) gaat dan toch landelijk zijn vleugels uitslaan, na een lange bestuurlijke carrière op lokaal niveau. Na zijn studie bestuurskunde in Leiden (bij studentenvereniging Minerva jaargenoot van koning Willem-Alexander), was hij adjunct-gemeentesecretaris in Leiderdorp, gemeentesecretaris in Wormerland, burgemeester in Niedorp en Velsen en uiteindelijk, sinds 2015, burgemeester van Almere. Hij heeft Surinaamse wortels, maar profileert zich daar liefst niet mee. ‘Je moet niet leven met het gevoel dat je een minderheid bent. Als je je zo gedraagt, dan word je het ook. Ik ben een Nederlander met ouders die elders geboren zijn.’
-
-
Hanke Bruins Slot (CDA)
Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Gelouterd CDA-politica komt over uit het Utrechts provinciebestuur voor haar rentree op het Binnenhof. Bruins Slot was tussen 2010 en 2019 al Tweede Kamerlid. Ze is juriste en voormalig stafofficier bij de Koninklijke Landmacht, waar ze haar sporen verdiende als commandant van een peloton pantserhouwitsers in Uruzgan. Daar raakte ze ook politiek gemotiveerd:’We moeten zuinig zijn op wat we in Nederland hebben opgebouwd.’ Telg uit een roemrijk christendemocratisch geslacht. Haar vader was burgemeester van onder meer Apeldoorn. Haar grootvader ook, onder meer in Alphen aan den Rijn.
-
-
Hugo de Jonge (CDA)
Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening
Als het aan hem had gelegen, was hij doorgegaan op Volksgezondheid. Hij had zijn programma voor de komende jaren in gedachten al klaar. Maar in de formatie werd anders besloten. De Jonge mag zijn tomeloze energie nu gaan botvieren op de woningmarkt: de nieuwbouw moet worden opgevoerd tot 100 duizend woningen per jaar. De afgelopen jaren toonden aan dat dat geen geringe opgave wordt.
-
-
Dennis Wiersma (VVD)
Minister voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (Primair en Voortgezet onderwijs)
Socioloog met een bijna ‘linkse’ achtergrond. Als student zat Wiersma (1986) in het bestuur van studentenvakbond LSVb, een vermaard ‘links’ bolwerk. Daarna onder meer voorzitter van FNV Jong. Bij de BKB Academie, opgericht door voormalige PvdA’ers, leerde Wiersma campagnevoeren. Ooit gecharmeerd van de Lijst Pim Fortuyn, maar sinds 2006 VVD’er. Staat voor de niet geringe opgave om het niveau op de basisscholen en in het middelbaar onderwijs te verbeteren en het lerarentekort te lijf te gaan. Als hij overeind blijft, gaat hij hoge ogen gooien in de opvolgingsstrijd die in de VVD toch ooit zal losbarsten als Rutte vertrekt.
-
-
Robbert Dijkgraaf (D66)
Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (Hoger onderwijs & Wetenschap)
Dijkgraaf (1960) is de grote verrassing van dit nieuwe kabinet. De theoretisch natuurkundige en sedert 2012 directeur van het Institute for Advanced Study in Princeton is misschien wel ’s lands bekendste wetenschapper. Was tussen 2008 en 2012 directeur van de Koninklijke Akademie voor Wetenschappen (KNAW). Mengt zich veelvuldig in het publieke debat: onder meer als columnist in NRC Handelsblad en als presentator van DWDD University, waarin hij in zeven colleges voor een breder publiek zijn vakgebied doceerde. Maakt zich kwetsbaar door zijn relatief geprivilegieerde positie als wetenschapper in de Verenigde Staten in te ruilen voor de politieke snelkookpan van het Binnenhof, te meer omdat de verwachtingen hooggespannen zullen zijn.
-
-
Sigrid Kaag (D66)
Minister van Financiën
Ze heeft niet het kabinet gekregen waarop ze hoopte (met de PvdA en GroenLinks), de ChristenUnie moet ze nog een regeerperiode gedogen. Maar in de onderhandelingen wist Kaag (1961) het regeerakkoord een heel eind in haar richting te krijgen. Met kandidaat-ministers als Robbert Dijkgraaf, Ernst Kuipers en Franc Weerwind zet ze bovendien nieuwe gezichten op het podium die Rutte IV een heel andere uitstraling gaan geven dan Rutte III. Op Financiën zit ze zelf aan de knoppen. Mark Rutte kan de komende vier jaar vrijwel niets beslissen zonder overleg met Kaag.
-
-
Kajsa Ollongren (D66)
Minister van Defensie
Stond met haar gefotografeerde aantekeningen (‘Pieter Omtzigt, functie elders’) aan de wieg van de moeizaamste formatie uit de geschiedenis. Ollongren (1967) had in het vorige kabinet de ondankbare taak om het raadgevend referendum af te schaffen – iets dat haar door een groot deel van de oppositie nog steeds wordt nagedragen. Werd bovendien gehinderd door langdurig fysiek ongemak, maar heeft nu weer de energie voor een volgende ronde. Zal op haar nieuwe departement juichend worden onthaald, want ze neemt miljarden mee: in 2024 komen de defensie-uitgaven op het hoogste niveau sinds 1993.
-
-
Mark Harbers (VVD)
Minister van Infrastructuur en Waterstaat
Zijn aftreden als staatssecretaris van Asiel en Migratie baarde in 2019 opzien. De Tweede Kamer had er namelijk (nog) niet eens op aangedrongen. Harbers (1967) nam onverwacht en uit eigen beweging zijn verantwoordelijkheid voor gerommel door zijn ambtenaren met de cijfers over delicten die door asielzoekers worden gepleegd. ‘Niet alleen bén ik in staatsrechtelijke zin verantwoordelijk, maar ik voel me ook verantwoordelijk.’ Hij keerde met opgeheven hoofd terug in de Kamer en nu dus ook in het kabinet, op een post die de VVD graag in handen heeft. Zijn slagingskansen hangen wel af van de mate waarin het stikstofprobleem wordt opgelost, want dat is een bedreiging voor veel nieuwe projecten.
-
-
Micky Adriaansens (VVD)
Minister van Economische Zaken
Politiek een onbeschreven blad. Stond op plek 6 op de VVD-lijst toen ze in 2019 in de Eerste Kamer kwam. Heeft toch indruk gemaakt op de VVD-leiding. De geboren Schiedamse (1964) ging naar het Gemeentelijk Gymnasium in Hilversum en bleef in het Gooi: tegenwoordig woont ze in Blaricum. Werkte onder meer als advocaat, in de financiële advieswereld en later als bestuurder in de gezondheidszorg, waarna ze, naast een aantal nevenfuncties, directievoorzitter werd bij organisatieadviesbureau Twynstra Gudde en commissaris bij pensioenuitvoeringsorganisatie PGGM.
-
-
Rob Jetten (D66)
Minister voor Klimaat en Energie
Jetten (1987) werd in oktober 2018 na het vertrek van Alexander Pechtold plotsklaps fractievoorzitter en dus het gezicht van D66, terwijl hij pas anderhalf jaar Tweede Kamerlid (dossier: medische ethiek) was. Na een onwennig begin met enkele monotone, plichtmatige interviews ontpopte hij zich al spoedig als een stabiele factor op het Binnenhof. Liet graag het partijleiderschap over aan Sigrid Kaag, toen zij zich aandiende. Voor zijn politieke carrière werkte hij voor ProRail, nadat hij een studie bestuurskunde aan de Radboud Universiteit afrondde. Werd eens door vijf boeren van Farmers Defence Force thuis opgezocht, waarna een kort gesprek volgde. Draagt de titel ‘klimaatdrammer’ met trots.
-
-
Henk Staghouwer (ChristenUnie)
Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Net zoals zijn opa en vader begon Staghouwer (1962) zijn carrière als bakker. Werd uiteindelijk eigenaar van een bakkerijketen die hij in 2011 verkocht. Sinds 2002 actief in de Groningse politiek. Vanaf 2013 gedeputeerde, onder meer met de zware portefeuille gaswinning. Staat voor de opgave om boeren mee te krijgen in de noodzakelijke verduurzamingsslag. Door zijn ervaring in Groningen met dat dossier door partijleider Segers geselecteerd. De stikstofproblematiek komt niet op zijn bord terecht: dat dossier gaat naar VVD’er Van der Wal.
-
-
Christianne van der Wal (VVD)
Minister voor Natuur en Stikstof
Van der Wal (1973) klom razendsnel op binnen de gelederen van de VVD. Was in 2014 nog wethouder in Harderwijk, werd in 2017 partijvoorzitter en twee jaar geleden ook gedeputeerde in Gelderland. Nu gaat ze leiding geven aan een nieuw ministerie en aan een van de topprioriteiten van het kabinet. Ze studeerde halverwege de jaren negentig facility management aan de Hogeschool InHolland, waar ze ook lesgaf. Werkte daarna als projectmanager bij bouworganisaties in de publieke sector. Werd daarom ook even genoemd als de nieuwe woonminister.
-
-
Karien van Gennip (CDA)
Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Een oude bekende, uit een ander politiek tijdperk: Van Gennip was staatssecretaris van Economische Zaken in de kabinetten Balkenende I en II . Studeerde technische natuurkunde in Delft en werkte daarna voor McKinsey in Amsterdam en San Francisco. Ging na haar politiek carrière werken voor ING en, sinds 2020, als bestuursvoorzitter van verzekeraar VGZ. Telg uit een echt CDA-gezin. Haar vader is Jos van Gennip, oud-senator voor het CDA.
-
-
Carola Schouten (ChristenUnie)
Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen
Schouten (1977) staat sinds jaar en dag bekend als het grootste politieke talent van de ChristenUnie. Tijdens Balkenende IV (2007-2010) al invloedrijk beleidsmedewerker bij de fractie, daarna als Kamerlid aan de basis van de vele politieke akkoorden met Rutte II (2012-2017) die de ChristenUnie in het centrum van de macht brachten. Wordt verlost van de stikstofcrisis die haar ministerschap in Rutte III overschaduwde. Gaat nu de armoede te lijf die 600 duizend Nederlanders dagelijks kwelt – een programmatisch speerpunt van haar partij.
-
-
Ernst Kuipers (D66)
Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Zijn ambitie om de nieuwe volksgezondheidsminister te worden stak hij deze zomer niet onder stoelen of banken. Althans, Kuipers (1959) zou het ‘zeker overwegen’, zei hij. Want: ‘Er is te weinig praktijkkennis op dat ministerie.’ Het is hem gelukt: het loodzware coronadossier rust binnenkort op de schouders van de bestuursvoorzitter van het Erasmus MC en de voorzitter van het Landelijk Netwerk Acute Zorg (LNAZ). Kuipers zette tijdens de coronacrisis het Landelijk Coördinatiecentrum Patiënten Spreiding op dat zorgdroeg voor de spreiding van covidpatiënten over de beschikbare ic-bedden in Nederland. Groeide zo uit tot één van de bekende gezichten van de pandemiebestrijding.
-
-
Conny Helder (VVD)
Minister voor Langdurige Zorg en Sport
Ze is politiek onervaren, maar werkt al een mensenleven (veertig jaar) in de zorg, met name in bestuursfuncties. Zo was ze hoofd van het UMC Utrecht en van andere ziekenhuizen in Amsterdam en Den Haag. Sinds 2020 is ze bestuursvoorzitter bij Actiz, de organisatie voor mensen werkzaam in de ouderenzorg. Ze profileerde zich in die hoedanigheid tijdens de coronacrisis als beschermvrouwe van ouderen en is van mening dat er tijdens de crisis te veel wordt gekeken naar de problemen op de ic, waardoor andere sectoren zijn verwaarloosd. Haar zorgvisie: meer handen, meer panden, meer innovatie.