Ja zuster!

Eindelijk staat de verpleegkundige weer waar deze hoort: op een voetstuk. In de loop der tijd hebben zowel het imago en de status van verpleegkundigen als hun uniform verschillende gedaanten gekend. Een terugblik.

  • Het was Pasen, we zaten buiten op ‘gepaste afstand’ aan de zelfgebakken rijstevlaai en mijn moeder vertelde vrolijke verhalen over de late jaren vijftig, toen ze leerling-verpleegkundige was, en sommige patiënten hun handen niet thuis konden houden. Waarop mijn vader zei: ‘Dat zou nu niet meer kunnen!’ Goh, dacht ik, goed dat papa op z’n 89ste zo woke is. ‘Het kan écht niet meer’, vervolgde hij jolig, ‘op anderhalve meter afstand kunnen ze tóch nergens bij!’

  • Hoe leutig deze anekdote ook is, en hoe weinig problemen mijn moeder er indertijd ook mee had, omdat het ‘erbij hoorde’ – het hele gezin lachte in de jaren zeventig ook hard om afleveringen van Benny Hill waarin er lustig werd gegluurd onder korte verpleegstersrokjes – hij illustreert wel een teer punt. Dat verpleegkundigen, die momenteel zeer terecht op een schild worden gehesen, niet altijd zo’n eervolle status hebben gehad. Dat het een beroepsgroep is met een imago dat een wonderlijke golfsgewijze transformatie heeft ondergaan, van engel tot voetveeg, van non tot snol, van drankorgel tot dame en van hete nachtzuster tot held.

  • Wie zich daar geen voorstelling van kan maken: check vooral even de collectie van de Amerikaanse verpleegkundige Michael Zwerdling, een verzameling van 2.588 ansichtkaarten, waarin de stereotypen van verpleegkundigen piekfijn worden geïllustreerd en gerubriceerd. In 2014 startte de Amerikaanse National Library of Medicine in Bethesda de reizende expositie Pictures of Nursing. Die expo is nu uitgereisd, maar gelukkig zijn de prentbriefkaarten nog online te vinden. Wie ‘Zwerdling Collection’ googlet, vindt ze zo.

  • Uit de Zwerdling-ansichtkaartencollectie: Hygeia (of Hygea), godin van de gezondheid. Beeld U.S. National Library of Medicine

  • Rode Kruisverpleegkundige Marie Somers, de Engel van Antwerpen. Beeld U.S. National Library of Medicine

  • Hemelse matriarchen

    Een van de onschuldigste en toepasselijkste archetypen is die van de engelachtige, moederlijke verschijning die zieken troost en verzorgt. Oudste bekende voorbeeld: de Griekse godin Hygieia, dochter van Asklepios, verpersoonlijking van de volksgezondheid en met een beetje fantasie de eerste geregistreerde verpleegkundige ooit – drie keer raden waar het woord hygiëne vandaan komt. Nadat in 427 voor Christus een kwart van de bevolking was bezweken aan ‘de plaag van Athene’ begon haar verering danig uit te breiden en werden er tempels en beelden aan haar gewijd.

  • Ook ruim tweeduizend jaar later, in de tweede helft van de 19de eeuw, werden verpleegkundigen gezien als hemelse matriarchen. Op ansichtkaarten van Zwerdling staan ze afgebeeld met stralenkransen en vleugels, soms in oorlogsjaren uitgebreid met een vurig zwaard of schild: de verpleegkundige als koene strijder tegen tuberculose en andere ziekten. De allerbekendste Engel van Barmhartigheid was uiteraard de veelbezongen dame met de lamp op wier verjaardag (12 mei) nog steeds de dag van de verpleging wordt gevierd: Florence Nightingale, de Britse die tijdens de Krimoorlog (1853-1856) het sterftecijfer van de soldaten drastisch omlaag wist te brengen, van 42 procent naar 2 procent, door hygiënische maatregelen te treffen. Een van haar belangrijkste aanbevelingen: handen wassen!

  • De allerstoerste frontengelen waren de Nederlandse Rosa Vecht en de Belgische Marie Somers, beter bekend als ‘the Angel of Antwerp’, die in 1914 niet alleen drie Britse mariniers uit een brandend Belgisch ziekenhuis redde, maar ook gruwelijke martelingen van de Duitsers zwijgend doorstond. Ook in de Tweede Wereldoorlog werden verpleegkundigen geëerd en aanbeden. Een kaart uit 1943 toont een Rode Kruis-verpleegster met de tekst: ‘the greatest mother in the world’. In dat licht gezien is het niet eens zo heel gek dat er op Moederdag een keer een patiënt van mijn moeder voor de deur stond, met een grote bos bloemen.

  • Behalve het hemelse en moederlijke archetype kent de Zwerdling-collectie ook nog de categorieën koloniaal, particulier, militair en carrière, maar het voert te ver om die allemaal te behandelen. Wel noemenswaardig is dat de grote ontbrekende subcategorie die van de mannelijke verpleegkundigen is. Logisch misschien, omdat mannen een beetje onzichtbaar zijn in de geschiedschrijving van de verpleging. Dat had een vrij prozaïsche oorzaak: waren religieuze ziekenbroeders herkenbaar door hun pij, voor lekenverplegers bestond er lange tijd geen witte beroepskleding, waardoor zij dus ook niet herkenbaar af te beelden waren. Dat ontbreken van een eigen tenue werd ene ‘verpleger Bestebroer’ in 1942 zo gortig dat hij in de pen klom en een pleidooi hield in het Tijdschrift voor ziekenverpleging. Hij had graag gezien dat ook verplegers en ambulancepersoneel een lange witte jas mochten dragen. Het bezwaar dat ze dan te veel op ‘den dokter’ zouden lijken, zo schreef hij, ‘is mij te kleingeestig’. Bestebroers hartekreet haalde helaas niks uit. Mannelijke verpleegkundigen bleven kleding dragen die deed denken aan de huisjasjes van bedienden.

  • De cast van de televisieserie Medisch Centrum West. Beeld ANP

  • Losbandige verpleegstertjes

    Wel een aparte en uitbundig geïllustreerde categorie in de Zwerdling-collectie is die van de romantiek: afbeeldingen waarop vrouwen in katzwijm vallen voor hun patiënt, maar minstens zo vaak is het object van hun verliefdheid een dokter – een beetje vergelijkbaar met het stereotiepe setje stewardess en piloot. Natuurlijk, dat er romances ontstaan op de werkvloer is logisch en in alle bedrijfstakken afdoende bewezen. Maar dat verpleegsters per definitie vallen voor (of op jacht zijn naar) knappe en/of rijke dokters is de afgelopen eeuw iets te gretig gesteld in talloze verpleegstersromans en televisieseries als Medisch Centrum West, ER en Grey’s Anatomy.

  • Nog interessanter en rijker geïllustreerd is de Zwerdling-categorie ‘saucy’, wat zoiets betekent als uitdagend en brutaal. Het stereotype van het losbandige verpleegstertje is hardnekkig, zo blijkt, en stokoud. Het beeld wortelt in de tijd van de protestantse Reformatie, toen de katholieke kloosters sloten en zusters hun traditionele ziekenverzorgende taken moesten neerleggen. Het verzorgen van al dan niet besmettelijke zieken door leken gold als laag in aanzien en dus weinig aantrekkelijk. In het Tijdschrift voor ziekenverpleging uit 1918 staat er over die periode in het artikel ‘Onze uniformen en wat er mede in verband staat’: ‘Het wit symboliseert de smettelooze reinheid van zeden en gedachten, na den tijd van groote zedeloosheid, waarin de ziekenverzorgsters leefden in de 16e, 17e en 18e eeuw, geen overbodige eisch.’

  • Volgens Dan Gentile, de auteur van het artikel ‘A Brief History of Sexy Nurses’, stond in de VS het vak van verpleegkundige in de 19de eeuw dicht bij dat van prostituee, en werden beide beroepen vaak gecombineerd. Zelfs na de hervormingen van Florence Nightingale werden veroordeelde prostituees in New York voor de keuze gesteld: de gevangenis in of als verpleegster gaan werken.

  • Oppasseressen

    Nightingales indrukwekkende modernisering ten spijt, midden negentiende eeuw gold helaas nog steeds de opvatting dat nette vrouwen binnenshuis bleven. Verplegende nonnen in gasthuizen waren boven verdenking verheven, maar buitenshuis werkende ‘oppasseressen’, voorlopers van de latere verpleegkundigen, werden gezien als oneerbaar. Ook in het victoriaanse Groot-Brittannië, waar Charles Dickens in zijn boek Martin Chuzzlewit de voortdurend dronken, luie en corrupte verpleegster Sarah Gamp opvoerde. Vandaar dat de kleding die de diaconessen (een soort protestantse nonnen) die zich vanaf 1844 in Nederland vestigden en eropuit gingen om zieken te verplegen, het midden hielden tussen de tenues van nonnen en de uitdossing van nette, getrouwde burgervrouwen: alles om verwarring met ‘volksvrouwen’ te voorkomen.

  • Ook in alle lekenuniformen die sindsdien werden ontworpen stond voorop dat de betreffende dames simpel en fatsoenlijk gekleed moesten, vaak met witte manchetten, schorten, kraagjes, kapjes, zwarte kousen en trutschoenen met lage, brede hakken. Alles was erop gericht om te tonen hoe keurig ze waren, zowel qua hygiëne als qua zeden. Dit laatste om de fantasie van de mannen met en voor wie ze werkten vooral niet te prikkelen. In de eerste dertig jaar van de 20ste eeuw werd ook het korset afgeschaft en kwam er hobbezakkerige reformkleding voor in de plaats.

  • Strakke uniformen

    Toch had in veel gevallen het seksloze uniform het tegenovergestelde effect. In de jaren dertig van de vorige eeuw wemelden de cartoons van de hot nurses, Betty Boop in strak uniform voorop. In de Tweede Wereldoorlog, zo illustreert ook de Zwerdling-collectie, lieten jonge verpleegkundigen de harten van gewonde soldaten sneller kloppen. En van zeelieden: Alfred Eisenstaedts wereldberoemde foto van de matroos die een verpleegster kust, genomen op Times Square, werd een icoon voor de overwinning op Japan – en voor de verpleegster als pin-up.

  • Het pikante aura rond vrouwelijke verpleegkundigen bleef ook na de oorlog hangen, zeker toen in de jaren zeventig in de slipstream van de minirokken en hotpants ook de uniformjurken korter werden. Een en ander werd uitvergroot in strips met verpleegkundigen in korte jurkjes en tv-series als de eerder genoemde Benny Hill Show en het eveneens Britse Carry On Doctor, met actrice Barbara Windsor in een idioot kittig roze uniform. Ook Hot Lips uit M*A*S*H droeg weinig bij aan het deskundige imago van verpleegkundigen.

  • Dan het ruime assortiment aan halfblote verpleegsterkostuums die te koop zijn in erotiekwinkels en carnavalsshops. De verpleegkundige en de sekswerker zijn voor sommigen blijkbaar nog steeds moeilijk uit elkaar te houden. Vandaar ook de talloze, pijnlijke verhalen over ongewenste intimiteiten, iets wat een ansicht van de Zwerdling-collectie wel erg plastisch illustreert: op de kaart uit 1980 staat een foto van een schreeuwende verpleegkundige met op haar schoot een flinke kettingzaag. Aan de muur hangt een anatomische poster van het mannelijke geslachtsorgaan. Bovenaan staat de tekst: ‘Ending sexual harassment’.

  • Geen wonder misschien dat na de mini-jurken de broekpakken ook voor vrouwelijke verpleegkundigen in zwang kwamen. In 1988 ontwierp couturier Frans Molenaar zelfs een keurige collectie ‘Medisign’-broekpakken voor hem en haar. En toch: nog maar dertien jaar geleden, in 2007, eindigde de paragraaf over werkkleding van de Nationale Beroepscode voor verplegenden en verzorgenden met de woorden: ‘Dat ik zodanig gekleed ga dat ik zo min mogelijk aanstoot geef aan zorgvragers of ongewenst gedrag uitlok.’ Sterk staaltje victim blaming avant la lettre.

  • Ook opmerkelijk: een jaar eerder berichtte Agence France Press dat 54 procent van de Britse mannen fantaseert over verpleegkundigen. Op nummer 2 stonden dienstmeisjes, op nummer 3 stewardessen – opvallend genoeg alle drie dienstverlenende beroepen. Bij de ondervraagde vrouwen bestond de top 3 uit brandweermannen, soldaten en zakenmannen. Helemaal onderaan de lijst eindigden politici.

  • Warme gevoelens

    Over politici gesproken: wie de speech van Boris Johnson na zijn ontslag uit het ziekenhuis zag, weet dat deze politicus óók heel warme gevoelens heeft voor verpleegkundigen. Maar: eerbiedige gevoelens, voor mensen die welhaast onherkenbaar waren onder hun beschermende kleding, brillen en mondkappen. Johnson zei: ‘Ik wil alle verpleegkundigen bedanken. Mannen en vrouwen die mij fantastisch hebben verzorgd (...) ik wil Po Ling en Shannon en Emily en Angel en Connie en Becky en Rachel en Nikki en Anne bedanken. En ik hoop dat ze het niet erg zullen vinden als ik in het bijzonder twee verpleegkundigen noem die 48 uur aan mijn bed hebben gestaan toen het nog de verkeerde kant op had kunnen gaan: Jenny uit Invercargill op het Nieuw-Zeelandse Zuidereiland om precies te zijn, en Luís uit Portugal, in de buurt van Porto.’ Het Franse modeblad Elle maakte eind maart een cover met veertien verpleegkundigen en artsen, de Volkskrant plaatste afgelopen maandag een fotoserie van vermoeide verpleegkundigen en assistenten.

  • Waarmee, laten we het hopen, het imago van verpleegkundigen, die tegenwoordig staan te buffelen onder lagen beschermende overkleding, weer een beetje terug is bij dat van de godin Hygieia: de aanbedene. Uiteráárd houden we voortaan onze goedgewassen handen thuis: we hebben ze hard nodig om te klappen.

  • Een pin-up uit de jaren vijftig. Beeld U.S. National Library of Medicine

  • Statement tegen seksueel geweld, 1980. Beeld U.S. National Library of Medicine

  • Verpleegstersroman uit de jaren zestig.

  •  Naomi Campbell op de catwalk van Louis Vuitton, 2008. Beeld Lorenzo Santini / Getty

  • Memorabele fictieve verpleegkundigen in soorten en maten

    De rusthuiszuster: Hetty Blok als zuster Klivia in Ja zuster, nee zuster

    De psychiatrisch verpleegkundige: Louise Fletcher als ‘Big Nurse’ Mildred Ratched uit One Flew Over the Cuckoo’s Nest

    De privéverpleegkundige: Philip Seymour Hoffman als Phil Parma in Magnolia

    De streekziekenhuiszuster: Margreet Blanken als zuster Reini uit Medisch Centrum West

    De militair verpleegkundige: Juliette Binoche als Hana in The English Patient

    De eerstehulpverpleegkundige Julianna Margulies als nurse Carol Hathaway in ER

    De operatie-assistente (mooi detail: dat is ze ook in het echte leven) Bokhee An als ‘scrub nurse’ Bokhee in Grey’s Anatomy

  • Tijdlijn verpleging & uniformen

    400 v.Chr. Hygieia, de eerste geregistreerde verpleegster

    1834 Moeder Theresia Saelmakers, eerste overste R.K. Gasthuis aan de Haagdijk in Breda

    1844 Start van diaconessenwerk in Nederland, kostuum met pelerine en hoofddeksel

    1878 Noord-Hollands Witte Kruis biedt eenjarige opleiding aan, met name dames van goeden huizen komen erop af. Deze damesverpleegsters dragen donkere jurken met sleepjes, zodat hun enkels bedekt blijven bij het vooroverbuigen.

    1897 Steeds meer jonge vrouwen willen verpleegster worden. Ze dragen lichtblauwe stugge katoenen jurken met pofmouwen en een witte katoenen schort. Het korset onder de jurk en de hoge, gesteven witte kraag zijn lastig. De anonieme ‘pleegzuster Mara’ klaagt in een pamflet dat ze zich bij het boenen van de ziekenzaal ‘meermalen een flauwte nabij waande’.

    1915 Romantische kaart

    1920 Het dragen van een wit kapje of sluiertje wordt verplicht.

    circa 1930 Afschaffing van het korset, invoering van het reformuniform.

    1940 In psychiatrische instellingen dragen mannelijke verpleegkundigen gestreepte huisknechtjasjes waardoor sommige patiënten ze als personeel behandelden. Vrouwen dragen keizerslinnen japonnen met een ‘hartjesschort’.

    1943 Oorlogsposter

    1945 De Kus van Alfred Eisenstaedt

    Jaren 50 Pin-up nurse

    1957 Invoering van het synthetische maar helaas niet ademende blauw-witte Désirée-uniform, ontworpen door Constance Wibaut, met onhandige knopen op de rug.

    1960 Uniform van wijkverpleegster: zwarte leren jas, zwarte muts met witte rand en solex met leren handkappen.

    1964 Pleegzuster Bloedwijn, rode wijn vermomd als medicijn. Vanaf 1998 mag het niet langer als geneesmiddel worden aangeduid.

    1966 Eerste uitzending Ja zuster, nee zuster, met Hetty Blok

    1970 Afschaffing van uniformen buiten ziekenhuizen, eigen kleding met plastic schort in geval van verpleegtechnische handelingen komt ervoor in de plaats. Uniformen worden net als de mode korter.

    1978 De term ‘verpleegkundige’ wordt bij de wet van kracht.

    1980 ‘Ending sexual harassment’-kaart

    1983 Nachtzuster van Doe Maar (van elpee 4US, die 25 weken op 1 staat).

    1988 Frans Molenaar ontwerpt collectie Medisign, voor EHCO-KLM bedrijfskleding in Enschede.

    1988 Start tv-serie Medisch Centrum West

    1994 Start tv-serie ER

    Jaren 90, jaren 00 en jaren 10: wildgroei van uniformen die kunnen verschillen per ziekenhuis en binnen de ziekenhuizen verschillen per functie of afdeling. De basis is meestal een wit jasje met korte mouwen, zakken en een kraagje in een afwijkende kleur, meestal blauw.

    2003 Richard Prince publiceert Nurse Paintings

    2005 Start tv-serie Grey’s Anatomy

    2008 Verpleegkundigen op de catwalk van Louis Vuitton, geïnspireerd door de schilderijen van Richard Prince.

    2020 Verpleegkundigen op covers van glossy’s en kranten. Meest kenmerkende is nu niet het kapje op het hoofd, maar het kapje voor de mond.

Foto's Inge Hondebrink

Handen uit de mouwen

De gekleurde kostuumfoto’s en de uniformdetails komen uit het verrukkelijke boekje Handen uit de mouwen – 150 jaar verpleegkundige uniformen, geschreven door Cecile aan de Stegge, Catharina Th. Bakker en Kitty de Leeuw van de Stichting Historisch Verpleegkundig Bezit, voor € 15 te bestellen via verpleegkundigerfgoed.nl.