FOTOSERIE MANAUS
Het bloedende hart
van de Amazone
Geïsoleerd in de Braziliaanse Amazone ligt de miljoenenstad Manaus. Geen enkele theorie over covid-19 hield hier stand. Driekwart van de inwoners raakte besmet. Oud én jong werden getroffen. En van groepsimmuniteit was geen sprake. Toch ziet fotograaf Luísa Dörr dat de hoop heeft gezegevierd.
FOTOSERIE MANAUS
Het bloedende hart
van de Amazone

Geïsoleerd in de Braziliaanse Amazone ligt de miljoenenstad Manaus. Geen enkele theorie over covid-19 hield hier stand. Driekwart van de inwoners raakte besmet. Oud én jong werden getroffen. En van groepsimmuniteit was geen sprake. Toch ziet fotograaf Luísa Dörr dat de hoop heeft gezegevierd.
De houten kruisen staan rij na rij in de gele aarde, honderden, duizenden. Hier liggen geen soldaten gestorven in loopgraven van een oorlog een eeuw geleden. Dit terrein is pas een paar maanden terug veroverd op de jungle, de grond is in grote haast vrijgemaakt. Langs de rand van begraafplaats Nossa Senhora Aparecida woekert de tropische flora. In april klonk op deze plek het geluid van graafmachines die het werk overnamen van de doodgravers, begin december overheersen de vogels en de krekels.
Manaus, stad van ruim twee miljoen mensen in het hart van de Braziliaanse Amazone, beleefde een van de zwaarste coronauitbraken in Brazilië. Onderzoeken wijzen uit dat driekwart van de populatie besmet raakte. Niemand vreesde voor het nieuwe virus uit Azië toen in februari de inwoners hun broeierige carnaval vierde. Enkele weken later, op 13 maart, registreerde Manaus haar eerste coronageval.
De geïsoleerde stad, alleen bereikbaar per boot of vliegtuig, werd overspoeld. Alle theorieën over het coronavirus sloegen stuk op Manaus. De verzengende tropische hitte deed niets tegen de snelle opmars en covid nam zowel oud als jong. Negen maanden na dat eerste geval bezocht de Braziliaanse fotograaf Luisa Dörr (32) deze maand de hoofdstad van deelstaat Amazonas. Ze trof wanhoop en veerkracht tussen de wolkenkrabbers en de sloppenwijken.
‘Velen geloofden aanvankelijk niet in het virus’, zegt ze. ‘Ze hadden andere problemen aan hun hoofd.’ De stad ging weliswaar deels op slot in de heftigste maanden april, mei en juni, maar Manaus kwam nooit geheel tot stilstand, vertelden de mannen en vrouwen die ze fotografeerde. Winkels in het commerciële centrum waren dicht, maar de haven en de aangrenzende markt bleven draaien. ‘Mensen hadden geen keuze, ze moesten werken, ze moesten eten.’
Het virus drong binnen in een geïsoleerde stad die al worstelde met enorme economische ongelijkheid. Het barokke Teatro Amazonas daterend uit 1896 herinnert aan de welvaart die ooit heerste. Eind negentiende eeuw sloegen de rubberbaronnen hun geld stuk op extravagante luxe, veelal geïmporteerd uit Europa. Totdat het rubberzaadje zijn weg vond naar Azië en Manaus in armoede verviel.
Sinds de jaren zestig van de vorige eeuw trok de stad als belastingvrije zone industrie aan en daarmee nieuwe rijkdom en armoede. De koloniale architectuur verdween in de schaduw van betonnen torens. De nieuwe welvaart gaat aan de meesten voorbij. ‘Prachtige oude huizen staan er verwaarloosd bij. En het leven is ontzettend duur’, zegt Dörr. ‘Ik betaalde 25 real (4 euro, red.) voor een biertje. Prijzen zijn hoog, want bijna alles moet worden geïmporteerd.’
Ze trof verliezers en doorzetters. Vader (66) en zoon (34) Antonio en Antonio Campos bijvoorbeeld. Senior nam het virus niet serieus en liep het daarom op. Zoon zorgde voor vader en raakte eveneens besmet. Ze overleefden en leerden corona te vrezen. Of visverkoper Francisco dos Santos wiens humeur onverminderd goed is ondanks zware maanden. ‘We moeten een voorbeeld nemen aan mieren’, zei hij. ‘Voorraden aanleggen, hard werken in de zomer om de winter te kunnen overleven.’
Of moeder Raimunda Maia die op haar telefoon het portret van haar overleden zoon Luiz toont. Hij werd beter en later toch weer ziek. ‘Op zijn 42ste verjaardag ging hij aan de beademing, hij werd niet meer wakker.’ Nog zo’n covid-theorie die in Manaus leek te sneuvelen: die van (groeps)immuniteit. In september dacht de stad mogelijk verlost te zijn, want tweederde zou besmet zijn geraakt. Maar in oktober liepen de besmettingen weer op.
Deelstaat Amazonas (ruim 4 miljoen inwoners) houdt uitgebreide statistieken bij, maar vergeet te vermelden hoeveel van de geregistreerde vijfduizend covid-doden in hoofdstad Manaus overleden. Bovendien is het de vraag hoe accuraat de statistieken zijn. In die hectische eerste maanden waarin ziekenhuizen overbelast raakten en lichamen per vijf in graven verdwenen, werd lang niet elke zieke getest. Doodgraver Francisco dos Santos: ‘Tijdens de piek reden de lijkwagens af en aan met lichamen, de hele dag door.’
Het was in die tijd dat burgemeester Arthur Virgilio Neto via twitter, de wanhoop nabij, de hulp inriep van Greta Thunberg en president Bolsonaro hem uitmaakte voor een hoop stront. Ook in die maanden vocht Vanda Witoto als inheemse verpleegkundige voor de levens van de inwoners van Parque das Tribos, een inheemse gemeenschap van vijfhonderd families. ‘We waren aan ons lot overgelaten’, zei ze tegen Dörr. ‘Als de overheid niets doet, moeten we het zelf doen. Zoals wij dat al millennia hebben gedaan.’
De inheemse Samela Awía produceerde met haar vrouwenorganisaties handgemaakte mondmaskers. ‘Onze familieleden hebben geen alcoholische gel, geen zeep, laat staan maskers.’ De mondkapjes beschermden inheemse Brazilianen in de dorpen rond Manaus en brachten brood op de plank. ‘Haar organisatie heeft in lange tijd niet zo goed verdiend’, zegt Dörr.
Covid in Manaus is ook een inheems verhaal, dat van mensen die tijdens de epidemie hun baan in de stad verloren en terugkeerden naar hun dorpen in de Amazone om daar vervolgens het virus te verspreiden. Zieke inheemsen zochten weer de zorg in de stad - zorg die ontbreekt in het regenwoud - maar troffen ziekenhuizen aan met personeel waarmee ze niet konden communiceren. Dörr: ‘Alleen al in Parque das Tribos spreken ze drieëndertig varianten.’
De fotograaf zag een stad die opkrabbelde uit een diep dal, een markt die weer bruiste - te veel mensen, te weinig mondkapjes - een bevolking die moet werken en wil leven ondanks een virus dat weer kan toeslaan. Ze zag Barbara (19) en Alessandro (21) die voor het eerst in maanden weer uitgingen. En die elkaar innig kusten onder de zweefmolen.
Over de fotograaf
Luísa Dörr (Lajeado, 1988) is een Braziliaanse fotograaf. Zelf zegt ze dat de portretten die ze maakt een middel zijn om verhalen te vertellen die de complexiteit van menselijk gedrag en de vrouwelijkheid in de samenleving onderzoeken. Haar foto reportages zijn onder meer verschenen in TIME Magazine, National Geographic, The New York Times en Wired.
Dit verhaal maakt deel uit van de fotospecial 2020: Een nieuwe wereld. Daarvoor reisden vier fotografen door Nigeria, Brazilië en Nederland om vast te leggen wat het coronavirus met ons heeft gedaan. Kijk hier verder.