Op deze Italiaanse alpengletsjer zie je de opwarming van de aarde niet alleen – je hoort het zelfs


Het lijkt dweilen met de kraan open, het inpakken van de befaamde Presenagletsjer om wegsmelten tegen te gaan. Maar niets doen is geen optie. ‘Als de gletsjer straks weg is, heeft iedereen in het dal een probleem.’
Het gebeurt niet vaak dat je de aarde ziet opwarmen, laat staan dat je het proces kunt horen. Maar hier, op 3.000 meter hoogte op een bergtop ten noordwesten van de Italiaanse stad Trente, is het onmiskenbaar. ‘Drup, drup, drup’, klinkt onafgebroken het geluid van de smeltende Presenagletsjer. ‘Maar’, zegt Manuel Veronesi er direct bij, ‘nu is het drup, drup. Als wij dit werk niet deden, dan was het: drup, drup, drup, drup.’
Er is iets vreemds aan de hand met de Presenagletsjer, het magnifieke blok ijs in de Italiaanse Alpen dat decennialang een begrip was in wintersportend Italië – in heel de regio is er geen enkele andere gletsjer waarop geskied kan worden. ‘Vroeger, tot ver in de jaren negentig, kon je hier de hele zomer skiën’, zegt een trotse Veronesi, kind van de regio en thans technisch directeur van Società Carosello Tonale, het bedrijf dat het lokale skigebied uitbaat. ‘Alle Italiaans wintersporters planden hier hun trainingskampen, we hadden vier skiliften. We waren beroemd.’
Vanuit heel de wereld kwamen drommen toeristen naar de bergpas die daardoor vol stroomde met hotels, restaurants, skiliften en uiteraard: met geld. Maar toen brak de zomer van 2008 aan en was het niet langer te ontkennen. De Presenagletsjer smolt in zo’n rap tempo – sinds 1993 was ongeveer eenderde van het ijsvolume gesmolten – dat de lokale uitbaters bij de universiteit van Milaan aanklopten.
De vraag was simpel
Hun vraag was simpel: hoe kunnen we het smelten van de gletsjer tegengaan? Het antwoord: door hem in te pakken.
En dus klautert Veronesi nu al zes weken lang samen met elf collega’s over de gletsjer om in totaal 100 duizend vierkante meter ijs in te pakken met een speciaal type geotextiel. Ze begonnen eind mei, als in deze contreien het skiseizoen traditioneel gezien eindigt. Begin september komen ze terug om de doeken er in vier weken tijd weer vanaf te stropen, opdat er vanaf oktober weer geskied kan worden.
‘Zie je hoe wit het is’, wijst Veronesi naar het inpakmateriaal – een lap die in de verte iets weg heeft van een fleecedekentje. ‘Nou dat is precies de bedoeling, want dit doek weerkaatst tussen de 60 en 90 procent van het zonlicht dat erop schijnt. IJs en sneeuw worden gedurende de zomer grijs, maar dit blijft wit. En dat is goed, want hoe minder zonlicht het ijs absorbeert, hoe kouder het blijft, hoe minder het smelt. Helemaal voorkomen lukt ons niet, maar als wij hier in 2008 niet mee waren begonnen, dan was de gletsjer verdwenen.’
De Presena is niet de enige gletsjer die in serieuze problemen verkeert. De vereniging van Europese geowetenschappers becijferde recentelijk hoe de gletsjers in de Alpen zich de komende decennia zullen ontwikkelen. In het beste geval zal rond het einde van de eeuw plusminus tweederde van het ijs verdwenen zijn, in het slechtste geval zijn de Alpen rond 2100 volledig ijsvrij.
Dat is een probleem, zegt Hans Oerlemans, hoogleraar meteorologie aan de Universiteit Utrecht, want gletsjers zijn niet alleen van invloed op de stijging van de zeespiegel, ze zijn ook voor veel lokale gemeenschappen van essentieel belang. Sommige dorpen in bijvoorbeeld Peru of Centraal-Azië zijn volledig afhankelijk van het smeltwater van een gletsjer.
Geen toeristen meer
Verdwijnt de gletsjer, dan valt de watervoorziening in dat soort dorpen, steden en landbouwgebieden weg. Hetzelfde geldt voor de elektriciteitsopwekking bij stuwmeren in Zwitserland, of, zoals hier in Noord-Italië, voor de lokale toeristenstroom.
‘We hebben dit voorjaar gezien hoe moeilijk ons leven wordt als er geen toeristen meer komen’, zegt Veronesi. ‘Dit gebied draait voor 80 procent op toerisme. Als de gletsjer straks weg is, heeft iedereen in het dal een serieus probleem. Daarom doen we dit.’
Inpakken is effectief, zegt Oerlemans, maar eigenlijk alleen een optie bij dit soort kleine gletsjers die een belangrijke economische betekenis hebben. Het inpakken van de Presenagletsjer kost het bedrijf van Veronesi ongeveer een half miljoen euro per jaar. Bovendien zijn de meeste gletsjers veel te groot, te beweeglijk of nauwelijks bereikbaar om iets soortgelijks te doen.
De methode die Oerlemans zelf met Zwitserse collega’s aan het ontwikkelen is, zou wel op iets grotere schaal kunnen worden ingezet. Hij rekende uit dat ook een dikke deken van sneeuw het smelten van gletsjers voldoende afremt. Geen fleecedeken dus, maar een witte laag kunstmatig gemaakte sneeuw, aangebracht via speciale sneeuwkabels, die het ijs moet isoleren en het zonlicht moet weerkaatsen.
'Langzaam afscheid nemen'
‘Maar zelfs die methode kan wereldwijd niets betekenen’, zegt Oerlemans. ‘Er zijn, afhankelijk van je definitie, 240 duizend gletsjers op aarde. Als alles meezit kun je er misschien tien besneeuwen of inpakken. Dat heeft te maken met hun grootte en hun locatie. Je moet dit soort projecten dus puur als lokale oplossing zien – als een bepaalde gletsjer om wat voor reden dan ook echt niet mag smelten, dan kun je hem redden. Van de rest moeten we langzaam afscheid nemen.’
‘Als je naar het grote geheel kijkt, is het misschien vreemd wat wij aan het doen zijn’, zegt ook Veronesi. ‘Alsof we een pleister op een grote open wond plakken. Kijk, niemand van ons heeft de illusie dat we hiermee de opwarming van de aarde tegengaan. Maar misschien kun je het wel met jullie land vergelijken. Want wat doen jullie als de zee stijgt? Juist, dan bouwen jullie toch een dijk rondom je dorp?’
Roze sneeuw
De opwarming van de aarde heeft in Presena niet alleen een duidelijk, druppend geluid. Ook de kleur van de klimaatverandering is hier onmiskenbaar: roze. Dat komt door algen, zegt uitbater van de gletsjer Manuel Veronesi. Of specifieker: de Ancylonema nordenskioeldii, een rode algensoort die perfect gedijt bij broos, waterig ijs – precies de leefomstandigheden die de Presena-gletsjer sinds kort te bieden heeft.
Dat die alg hier opduikt is niet alleen het bewijs dat de omgeving opwarmt, het is vooral een aanwijzing dat de problemen in de toekomst zullen verergeren. Het lichtroze van de algen reflecteert zonnestralen beduidend minder goed dan wit, algenloos ijs. Daardoor absorbeert de gletsjer meer zon waardoor hij warmer wordt, het ijs langzaam smelt, er vervolgens meer algen zullen nestelen, de kleur verder verschiet, enzovoorts.