Als je zeilt in Thailand ben je zo alle besef van tijd kwijt

Huur een zeilboot in Thailand en je ankert dagelijks in een andere tropische baai. Met (bijna) geen spoor van de ruim 40 miljoen toeristen die jaarlijks dat land overspoelen.

We glijden noordwaarts op een 13 meter lange catamaran, over een groene zee richting de beroemde kliffen van natuurpark Ao Phang Nga. Links en rechts steken torens van kalksteen uit het warme water. Langzaam nadert een zwerm grote vogels, traag klapwiekend, als donkere silhouetten tegen de avondzon. Of wacht: het zijn vliegende honden, gigantische vleermuizen die spookachtig voor de mast passeren. Geluidloos, griezelig, waarschijnlijk gestuurd door de Wicked Witch of the West.

Dan weet je: deze zeiltocht wordt anders dan een weekje IJsselmeer of Middellandse Zee. Een bootje huren met een paar vrienden is altijd een goed idee als je op vakantie de massa wilt vermijden. Nergens is die regel zo waar als in Thailand, waar dit jaar weer meer dan 40 miljoen toeristen worden verwacht. Gooi de trossen los, en je ziet niemand meer. Nou ja, bijna niemand.

‘De wind blaast uit het noordoosten’, zegt de Thaise schipper Mia terwijl hij een zeekaart uitrolt. ‘Ik stel een rondje met de klok mee voor: eerst langs James Bondeiland, hier, en via Koh Phi Phi, daar, langzaam terug naar Phuket.’ De schipper grijnst, als we vragen of die plekken veel toeristen trekken. ‘O yes, many, many.’ Overal rond de Andamanse Zee verkopen kantoortjes namelijk dagtochten naar de bekendste strandjes en baaien. We leggen uit dat we deze week even niemand meer willen zien.

Dat blijkt makkelijker gezegd dan gedaan. Je kunt niet overal varen of ankeren wegens zanderige ondiepten, gevaarlijke riffen of plaatselijke vaarregels. Sla het pilotboek open, dat verhuurder Sunsail in de kajuit heeft gelegd, en je leest bijvoorbeeld over het paradijselijke eilandje Koh Khai Nai: ‘Wees zeer voorzichtig bij het naderen. Probeer niet zwemmend aan land te komen, de stroming kan erg sterk zijn.’ Maar ja, daarom hebben we een lokale schipper mee. De meute vermijden wordt ook lastig als je onderweg bedenkt: tsja, als we toch langs James Bondeiland varen.

Het ratelen van de ankerketting markeert het eind van iedere dag. We liggen in een donkergroene baai, omgeven door steile kalkwanden met bovenop plukken jungle. Niemand te bekennen, behalve vissers die huiswaarts varen in houten bootjes met kleurrijke sjerpen om de boegspriet en enkele drijvende hutjes van visboeren. ‘We kunnen er goed van leven’, zegt Sak Anan die daar in zijn blote buik balanceert op houten latjes en piepschuimblokken. Met een schepnet trekt hij glunderend een dikke zeebaars uit een bassin, snappers moeten we zelf vangen.

De vissen zijn bedoeld voor een barbecue op het achterdek, maar dan trekt een tropische bui over de baai. Dikke, warme druppels kletteren met luid kabaal op het dek. We vergeten de grill en gaan joelend douchen op het voordek. Een van de passagiers spreidt zijn armen en zingt uit vreugde het Friese volkslied. Met shampoo en zeep verdwijnen we in een gordijn van hemelwater. Een buitenkans, want op schepen moet je zuinig zijn met zoet water.

Op de zeekaart ontdekken we een paar eenzame eilandjes buiten de bekende vaarroutes. ‘Populair onder duikers’, zegt de schipper. Daar willen we heen, zuidwaarts richting Maleisië! Onderweg komen verweerde vissers langszij, in hun lawaaiige longtail-boten, om glunderend hun vangst te laten zien. We kopen garnalen en een grote blauwe krab die gelaten bellen blaast in onze afwasteil.

Ook de minuscule Ko Ha-eilanden blijken een postkaartverzameling van ruige kliffen, jungle, en goudgele strandjes die verdwijnen bij vloed. Wat verschilt: het water is glashelder, vanaf de zwemtrap zien we papegaaivissen grazen op het koraal. In het noorden van de Andamanse Zee is de zee melkachtig groen. Mooi, maar je ziet niks door je duikbril. Ik zweef over grote waaier- en bekerkoralen, langs een school horsmakrelen en laat een zeeschildpad schrikken die net een hoek omzwemt.

Nog een voordeel van tropisch zeilen: ik slaap iedere nacht buiten op de trampoline aan de voorkant van de catamaran. Ik doezel weg met een zeebries op mijn gezicht, recht onder het sterrenbeeld Orion. Neem wel oordoppen en een oogmasker mee, want inktvisvissers zetten de horizon met hun schijnwerpers in een groene gloed. Golven klotsen tegen de romp, lijnen tikken tegen de mast.

Midden in de nacht plas ik vanaf het dek in zee. Tot mijn verbazing verschijnt een cirkel van fluorescerend blauw in het water. Wauw, ik plas neonlicht! Dat moet zeevonk zijn, eencellige zeediertjes die licht geven als je ze verstoort. Het noorderlicht van de zee. Ik duik erin en trek een spoor van blauwe lichtjes door het zwarte water. Mijn handen veranderen in kometen met een gloeiende staart. Ik zweef door de kosmos in het warme water: sterren boven mij en sterren onder mij.

De Andamanse Zee is groot en toch merk je dat we in de buurt zijn van toeristisch Thailand. Peddel maar op een supboard een Hong in, zo’n fotogeniek eilandje met een getijdenmeer in het midden. Dan passeer je tientallen langstaartboten met dagjesmensen aan boord. Gidsen in opblaaskano’s wachten bij de monding op klandizie, Aziatische toeristen in oranje reddingsvesten maken selfies. Maar het moet gezegd: zo’n gesloten baai omgeven door hoge rotswanden, dichte jungle en apengeluiden is een bijzondere plek.

Maya Bay, bekend van de film The Beach met Leonardo DiCaprio, is inmiddels gesloten wegens overtoerisme. We varen even langs en zien toch nog dertig speedboten langs een ballenlijn liggen. In het water dobberen toeristen in hun oranje reddingsvest. Er ligt zelfs een catamaran uit Amsterdam.

Boodschappen doen in Ao Nang Beach, bij Krabi, is nog vreemder. Een zeeboulevard met een McDonald’s, Burger King en 7-Eleven. Uitbundig opgemaakte dragqueens delen flyers uit voor hun cabaretshow. Helverlichte kraampjes verkopen dagtrips naar Hong-eilandjes voor 895 baht (26 euro). Als we weer wegvaren en de lichtjes van de zeeboulevard langzaam in het donker verdwijnen, moet ik denken aan een scène uit Apocalypse Now: bunny’s in de jungle.

Gelukkig komen we net met de catamaran aan als de rest van de wereld weggaat. Zoals bij Panyee Village, het vissersdorp-op-palen waar je overdag niet wilt zijn. De moskee met gouden koepel roept voor zonsopgang op tot gebed. We slenteren door verlaten steegjes als de souvenirshops nog dicht zijn. ‘Het is de schuld van James Bond’, zegt bewoner Pai Silp. De zestiger met grijze baard en sarong zag na de film The Man with the Golden Gun (1974) de eerste toeristen langsvaren, richting filmlocatie Ko Ta Pu, een losstaande toren van kalksteen. ‘Sindsdien is ieder huis een lunchrestaurant of een winkeltje.’

Een dag aan boord kan er als volgt uitzien: je opent je ogen en springt over de reling. Je ontbijt druipend op het achterdek en zet een zeilroute uit, inclusief een beschutte lunchplek waar je ook nog even kunt suppen of zwemmen, gevolgd door een middagdutje richting avondbestemming. Het logboek vermeldt incidenten als: drone gecrasht tegen de mast, blauwe krab overleden in de wasteil, benzinetank van de dinghy overboord geslagen. Geeft niks: alle actie is welkom aan boord.

De dagen duren eindeloos en dat is fijn. Het schip heeft ook wifi, voor wie Netflix wil kijken in zijn kooi. Zeilpuristen halen hun neus op voor een catamaran met zijn dubbele rompen. Een feestboot, mopperen ze. Maar vakantiegangers waarderen juist de vierkante kajuit met kombuis die op een drijvende bungalow lijkt. Vier slaapkamers met badkamertje, een grote eettafel op het achterdek, een trampoline voorop. Volgens de Engelse reder Sunsail zijn catamarans vooral populair onder gezinnen.

Eindelijk naderen we het eilandje Koh Khai Nai. ‘Nader zeer voorzichtig’, dat nodigt uit. We ankeren net buiten een ondiep rif, in de branding balanceert een eettentje op palen. ‘Ik werkte acht jaar in Bangkok als universitair docent’, zegt eigenaar Suricha. ‘Totdat ik me niet meer prettig voelde in mantelpak en hoge hakken. Ik wilde dit!’, zegt ze, wijzend op haar teenslippers. Haar populaire Chokdee Restaurant is dicht wegens stormschade, maar Suricha kookt toch een paar gerechten voor ons.

Tropische zeilers dragen niet eens slippers. Zij lopen blootvoets over het dek, in verschoten shorts met zout in hun haar. In de grote jachthaven Ao Po op Phuket trekken we met tegenzin onze schoenen weer aan. In de bar slingeren we heen en weer op onze zeebenen. Ik moet wennen aan vaste grond, check mijn mails en vraag me serieus af: ben ik nu een week of een maand weg geweest?

Reisinformatie

De Britse rederij Sunsail verhuurt zeilschepen in meer dan twintig vaargebieden. Een week zeilen op de Andamanse Zee kost circa 2159 euro (enkelromps) of 2969 euro (catamaran). Thailand is een vaargebied voor gevorderde zeilers, maar een vaarbewijs is niet verplicht. Een schipper meenemen kost 170 euro per dag extra. sunsail.nl

Klimaat

Reken de CO2-belasting van deze reis uit met voorlichtingsorganisatie Milieu Centraal. Vlucht en verblijf zijn te compenseren via treesforall.nl of fairclimatefund.nl. Meer informatie op klimaatwijsopvakantie.nl, milieucentraal.nl/vakantievervoer