‘De vorige keer ging het onweren, meteen na de kruisiging’

In Twente bereiden honderden vrijwilligers zich voor op het passiespel De Strijd: een religieus spektakel op rul zand tegen een decor van Bentheimer zandsteen.

Het Golgotha van Twente is, omzoomd door hoge loofbomen, een paar meter hoog en een paar meter breed. Het is er dringen voor Romeinse soldaten en wenende vrouwen rondom de drie kruisen die op de heuvel in het gelid staan. Zaterdagmiddag, even na half twee, klinken vanaf het middelste kruis – met een lichte Twentse tongval – de woorden ‘Het is volbracht’. Jezus van Nazareth laat het hoofd zakken, en in een tent aan de voet van Golgotha produceert een klein orkest het onweer dat volgens de Bijbel losbarstte toen de kruisigingsdood intrad.

‘Jezus was een bijzondere gast’, zegt voormalig verpleegkundige Harry Lutkenhaus, producent van De Strijd, het Passiespel in het openluchttheater in Hertme (gemeente Borne). ‘Hij is al eeuwen niet meer onder ons, maar we hebben het nog steeds over hem.’ Lutkenhaus zelf is, zoals veel oudere acteurs van De Strijd, katholiek opgevoed maar is al lange tijd niet kerkelijk meer. Aan zijn fascinatie voor het lijdensverhaal van Christus doet dit geen afbreuk: daar kun je ook als twijfelaar of als ongelovige nog veel van opsteken.

Want Jezus was een toonbeeld van offerzin en onbaatzuchtigheid, deugden waaraan het nu nog weleens zou ontbreken. In De Strijd gaat het dus niet alleen om de historische Jezus, maar ook om de actuele Jezus. Als hij na de kruisaflegging weer voor zijn volgelingen verschijnt – een variatie die regisseur Jos Brummelhuis zich veroorlooft op de klassieke passiespelen die eindigen bij Jezus’ dood – declameert de verteller: ‘Dit is ook het begin van een nieuw verhaal. Vertrouw in jezelf en je droom, dan kun je ook de ander vertrouwen.’

De doorloop van het elfde en laatste tafereel is ten einde, en Brummelhuis – gepensioneerd na een loopbaan in het basisonderwijs – toont zich tevreden. ‘Er zaten heel mooie stukken in’, zegt hij tegen de spelers – alvorens hen uit te nodigen voor de lunch. ‘Maar aan de laatste scènes is nog wel iets bij te schaven.’ Bij de vorige twee edities van De Strijd, in 2011 en 2014, trad hij op als acteur. Nu debuteert hij als regisseur. Een droom die hij moet verwezenlijken met zo’n 180 acteurs, allen afkomstig uit de omgeving, van wie de meesten geen toneelervaring hebben. Al vele weken hebben zij elke zaterdag in het openluchttheater gerepeteerd. Vandaag voor het eerst onder optimale weersomstandigheden: een flauwe zon en weinig wind. Voorgaande weken is de cast blootgesteld aan regen, storm en zelfs sneeuw. Maar tot een merkbare verflauwing van de animo heeft dit niet geleid.

Bostheater in verval

Voor de acteurs – overwegend zingende en scanderende figuranten – valt dan ook meer te genieten dan bij de vorige edities van De Strijd. Toen zongen ze ‘op band’: op tevoren opgenomen muziek. Nu wordt die muziek, arrangementen van componist Hans Barkel en dirigent Jacco Camphens op basis van klassieke en moderne muziek, live vertolkt. En dat voegt, denkt Camphens, toch wel wat toe aan de speelvreugde van kleumende acteurs.

In zekere zin is De Strijd de thuiskomst van het oude passiespel, de enscenering van het lijdensverhaal van Jezus. Want het openluchttheater in Hertme ontleende daaraan ooit, in 1955, zijn bestaansreden. De toenmalige pastoor, Johannes Ignatius Veeger, liet in het bos naast ‘zijn’ kerk een permanent decor voor het passiespel bouwen van Bentheimer zandsteen. Negen keer werd onder zijn leiding de lijdensweg nagespeeld – in het Nederlands en het Duits. Maar nog tijdens het leven van pastoor Veeger, verflauwde de belangstelling voor het religieuze spektakel en raakte het bostheater in verval. In 2010 werd het hersteld en uitgebreid, en sindsdien treden er binnen- en buitenlandse ensembles en orkesten op. Voor juni staan concerten van het Oost-Nederlands Symfonieorkest en van Caro Emerald op de rol.

Maar van 12 tot en met 22 april (Goede Vrijdag) is het podium van rul zand aan de cast van De Strijd. Regisseur Brummelhuis veronderstelt bij het publiek geen gedegen Bijbelkennis meer. En daar houdt hij in het script rekening mee. Het lijdensverhaal – Jezus die sterft om de mensheid van haar zonden te verlossen – is tenslotte nogal ingewikkeld. Brummelhuis benadrukt dat Jezus niet tegen zijn lot in opstand kwam, en Judas min of meer opdroeg hem te verraden. En om het verhaal wat eigentijdser te maken, kent Brummelhuis een grotere rol toe aan de vrouwen van Herodes en Pontius Pilatus dan de evangelisten hebben gedaan. In De Strijd wordt de onwil van Pilatus om Jezus ter dood te brengen vooral ingefluisterd door zijn vrouw, Claudia Procula. ‘De hogepriesters zijn veel enger dan Jezus’, zegt zij tegen Pilatus.

De onwillige Pilatus wordt vertolkt door Paul Krijnsen, ooit fysiotherapeut bij FC Twente. Hij is gaan toneelspelen nadat gezondheidsklachten hem beletten door te gaan met voetballen. Voor hemzelf is het tweede leven als acteur zeker zo bevredigend als het eerste leven in de sport. Maar bij zijn voetbalvrienden van weleer wekt zijn overgang naar de wereld van de zang en de verfijnde gebaren enige verbazing.

Toch zullen ook voormalige voetbalvrienden zich aan de visuele bekoring van De Strijd willen blootstellen. De meeste overdekte zitplaatsen zijn al geboekt. Belangstellenden voor de overige plaatsen zullen in de stille week voor Pasen vermoedelijk eerst te rade gaan bij Buienradar. ‘Bij de editie van 2014 ging het onweren’, zegt dirigent Jacco Camphens. ‘Meteen na de kruisiging, net als in het echt.’