VOORWOORD PIETER KLOK
Vrijhandel leidt tot vrijheid, was de gedachte. De werkelijkheid is minder rooskleurig
Vrijhandel heeft zijn gelijkheidsbeloften niet waargemaakt. Grootmachten als China en VS strijden om economische macht, terwijl ’s werelds minst ontwikkelde landen aan de zijlijn toekijken. En heeft de westerse consument nog een rol in deze handelsoorlog? De Volkskrant gaat op onderzoek.
Vrijhandel had op politici de afgelopen decennia dezelfde aantrekkingskracht als vrije liefde eind jaren zestig op de gemiddelde hippie. Als alle landen in vrijheid met elkaar zouden zakendoen, zou elk land doen waar het het best in is. Hierdoor zou de arbeidsproductiviteit wereldwijd stijgen, de economie steeds harder groeien en uiteindelijk iedereen meeprofiteren. Een perpetuum mobile van win-winsituaties. Het belangrijkste boegbeeld was wereldhandelsorganisatie WTO, opgericht in 1995, die het als haar taak zag om elke handelsbarrière uit de weg te ruimen.
De werkelijkheid was al die tijd wat minder rooskleurig. Ja, de wereldeconomie is enorm hard gegroeid sinds begin jaren tachtig, toen ook de voormalig communistische landen zich aansloten bij het vrijhandelsverkeer, maar niet iedereen heeft in gelijke mate meegeprofiteerd. Grote en machtige landen als de VS en China en grote en machtige multinationals streken het grootste deel van de winst op. Kleine landen, kleine boeren en fabrikanten met weinig onderhandelingsmacht moesten genoegen nemen met minieme winstmarges, waardoor ze hun arbeiders geen fatsoenlijk loon konden betalen.
Niettemin zijn het nu juist de grote en machtige landen, met de Verenigde Staten voorop, die genoeg lijken te hebben van de vrijhandel. Hoewel ze er veel rijker door zijn geworden, vinden ze de nevenschade – het verlies aan fabrieksbanen bijvoorbeeld – te groot. Het mercantilisme, waarbij elk land zo veel mogelijk van zijn eigen spullen probeert te verkopen en zo min mogelijk van een ander, rukt op.
Een Chinees staatsbedrijf legde voor miljarden een spoorlijn aan tussen de Angolese havenstad Lobito en de Democratische Reubliek Congo (DRC). In de DRC bevinden zich onder andere veel kobaltmijnen. Foto: Getty
Grote landen als Rusland, China en de VS proberen agressief hun economische macht te vergroten. De Volkskrant gaat het komend jaar in de multimediale serie Track & Trace grondig onderzoeken hoe dit geopolitieke spel precies wordt gespeeld. Wie zijn de winnaars en wie de verliezers?
Elk product dat wij consumeren, staat aan het eind van een lange, internationale keten van tussenhandelaren en toeleveranciers. Wie van hen strijkt de grootste winst op en waarom? En vinden we dat eerlijk? Ook dat gaan we onderzoeken.
Het is goed ons te realiseren dat wij als westerse consumenten ook een grootmacht zijn. Doordat de consument hier liefst zo min mogelijk betaalt voor zijn voedsel en kleding, komen de naaisters in Bangladesh en boeren in Senegal onder grote druk te staan.
Wilt u weten hoe het handelsspel wordt gespeeld en wat onze consumptie elders in de wereld aanricht? Wie het meest verdient aan de handelsoorlog, en wie de slachtoffers zijn? Volg onze zoektocht het komende jaar in de krant en op deze site.
Pieter Klok, hoofdredacteur de Volkskrant
Reageren?
Op Track & Trace publiceren we ook prikkelende opiniestukken over mondialisering en vrijhandel. Wilt u een bijdrage leveren? Mail die dan naar trackentrace@volkskrant.nl, maximaal 700 woorden. Wij streven ernaar aangeboden stukken zo snel mogelijk te lezen en de auteurs over onze beslissing over publicatie online en/of in de papieren krant te informeren.