Is het Europees Parlement een ‘feestcommissie op zoek naar een feest’, zoals premier Rutte in het verleden beweerde?
Er zijn veel recepties in het parlement, maar verder wordt er weinig gefeest. De overbodigheid van het parlement, waarop Rutte hintte met zijn uitspraak, wordt niet gestaafd door de werkelijkheid. Het parlement heeft bij opeenvolgende verdragswijzigingen telkens meer macht gekregen, unaniem goedgekeurd door de leiders van de lidstaten. Het parlement zou die machtspositie effectiever kunnen benutten als het ‘Europeser’ zou opereren en parlementariërs hun oren minder naar ‘hun’ premiers lieten hangen. Het zelfbewustzijn van het parlement groeit wel, getuige de succesvolle ‘staatsgreep’ uit 2014 toen het effectief de keuze voor de nieuwe Commissievoorzitter uit handen van de regeringsleiders haalde. De vraag is of het parlement daar dit keer opnieuw in slaagt.
De crises sinds 2009 (eurocrisis, Griekse crisis, migratiecrisis) hebben de balans in de Brusselse machtsdriehoek (regeringsleiders-Commissie-parlement) verschoven naar de leiders. Die bepalen meer en meer de koers van de EU. Dat ging ten koste van de Commissie, het parlement heeft aan invloed gewonnen als natuurlijk tegenwicht voor de sterkere leiders.