Op 8 mei 1945 werd Rotterdam bevrijd. Wim van den Bergh (82), toen 7 jaar oud, zag de Canadezen de Maasstad in trekken. De bevrijding betekende ook het einde van de Hongerwinter. Maar na zo’n lange periode van honger viel het eten van de bevrijder, hoe welkom ook, niet altijd even goed.
‘Ik woonde in de Samuel Mullerstraat, in het centrum van Rotterdam. Ik zag een hele rij militaire voertuigen voorbijkomen. Ik wist niet wat voor soldaten het waren, Duitsers of andere. Een man liep naar mij toe en zei: ‘Het zijn de Canadezen!’ Ze waren onderweg naar de Heemraadsingel en zetten daar een tentenkamp op.
‘Ik woonde bij mijn oom en tante. Mijn moeder was overleden toen ik 3 was en mijn vader was schipper op de Rijn. Ik kwam in een weeshuis terecht. Daar was ik zo ongelukkig dat mijn oom en tante me meenamen toen ze op bezoek kwamen. Mijn vader heb ik de hele oorlog niet gezien.
‘Ik rende dus naar huis en vertelde mijn tante dat ik naar de Heemraadsingel wilde, om de Canadezen te zien. ‘Er zijn militairen, een hele stoet voertuigen’, zei ik. Ik mocht gaan. Het was kort na de Hongerwinter. Mijn oom had hongeroedeem (vochtophoping waardoor de buik opzet, als gevolg van langdurige honger, red.), hij kwam zijn bed niet meer uit.