Het was zo mooi begonnen, die 8ste mei 1945. De 11-jarige Nico van der Poel was met zijn broer en vrienden van hun boerderij naar de weg naar Leiden gelopen. De bevrijders waren in aantocht en dat wilden ze zien. Ze werden opgepikt door Canadezen en mochten meerijden naar de stad. Maar toen ze in de stad aankwamen, kregen ze het aan de stok met Leidenaren.
‘Gelukkig hadden we onze klompen aan’, herinnert Van der Poel. ‘Daarmee konden we dreigen en ons verdedigen.’ De reden van de opstootjes: de plattelandsjongens zagen er goedgevoed uit. ‘De Leidenaren waren pissig omdat wij nooit honger hadden gehad en zij wel.’
Van der Poel (86) vertelt het via de telefoon vanuit zijn woonplaats Boxtel, vanwege corona de enige mogelijkheid om contact te hebben. Het was even onzeker of het gesprek door kon gaan, want de dag ervoor was hij naar de tandarts geweest en kon hij amper praten. Maar daar is nu niks van te merken en zeker over de oorlog haalt hij graag herinneringen op.