‘Kijk, nu sta ik in Duitsland’, zegt Annie Hintzen-Peulen (85) als ze de deur van haar ouderlijk huis uitstapt. Ze leunt op het grenspaaltje vlakbij de voordeur. De grens loopt recht langs het huis, en dwars door de tuin. ‘Heerlijk om hier weer te zijn’, zegt ze opgewekt. Aan de omgeving is weinig veranderd en toch is alles anders dan 75 jaar geleden. ‘Nu kan ik gewoon de grens over.’
Annie wijst naar het gevelraam aan de zijkant van de woning. Ze woont er zelf niet meer, maar de boerderij is nog wel in bezit van de familie. ‘Daar stond mijn moeder altijd voor het raam om te kijken of ik wel naar oma in Waldfeucht kon (het Duitse dorpje 150 meter verderop, red.), zonder dat ik de Hitlergroet zou hoeven brengen. Als de Gestapo of Grenzpolizei er stond, dan ging ik niet. Stonden ze er niet, dan nam ik de gok. Maar soms stond de Gestapo er toch als ik terug wilde. Dan móést ik de Hitlergroet wel brengen.’