De discussie over landbouw in Afrika moet niet gaan over technieken, maar over een vernieuwend landbouwbeleid en de wijze waarop Europa ontwikkeling belemmert. Dit betoogt gepensioneerd landbouweconoom Niek Koning.
Europa moet naar zichzelf kijken om Afrika vooruit te helpen
Door:
Foto's: Sven Torfinn
-
Blockchain is geen wondermiddel dat eerlijke chocoladerepen garandeert
-
Nederland kan nog kiezen voor voedselproductie van de toekomst: agro-ecologie
-
Nederlandse bedrijven dragen wél bij aan Ethiopische voedselzekerheid
-
Het voedselvraagstuk vraagt om politieke regie, zo leert het succes in Brazilië
-
Ook uw kopje koffie ondervindt de gevolgen van klimaatverandering
-
Internationale landbouwinvesteringen doen Ethiopiërs meer kwaad dan goed
-
Niet Wageningse technologie, maar klimaatvriendelijke landbouw kan Afrika vooruithelpen
-
Marktconforme ontwikkeling werkt wel: er worden successen geboekt
-
Markt lost ondervoeding niet op
-
Paternalistische bemoeienis helpt ontwikkelingslanden
-
Honger neemt weer toe. En dat is het slechtste nieuws in tijden
-
Wat landbouwnatie Nederland zichzelf gunt, moet het de rest van de wereld niet misgunnen
-
Kabinet houdt de voedselindustrie opnieuw de hand boven het hoofd
-
Biologisch of juist technologisch? We praten door met tegenpolen Boersma en Lohman
-
Laat natuur en technologie samen optrekken in de voedselindustrie
-
Afrikaanse landbouw is niet heilig en zeker niet natuurvriendelijk
-
Cacaosector, sla de handen ineen en laat boeren een leefbaar inkomen verdienen
-
Ontwikkelingsgeld moet niet naar de Nederlandse kweker in Kenia, maar naar de lokale boer
-
Groei wereldbevolking zal niet leiden tot hongersnood en sterfte door tekorten
-
Afrikaanse overheden parasiteren op hun natuur: het voorbeeld van Ghana
-
Bied Afrikaanse boeren economisch perspectief en voorkom migratie naar Europa
-
Steun landbouw die uitgaat van de natuur
-
De voedseltechnologen en -ideologen moeten de strijdbijl begraven en samenwerken
-
Trotse boeren, betere bodems, meer voedsel: het kán in Afrika
-
Vrouwenemancipatie kan 150 miljoen Afrikanen van de honger redden
-
Veeteelt is wél een groot probleem en de oplossing is de vleesloze maaltijd
-
De groene revolutie dient niet de hongerigen maar de economie
-
Als je dan vlees eet, eet dan de dubbeldoelkoe
-
Waarom Keniaanse boeren wél 21ste eeuwse maïs verbouwen
-
Overheid, grijp in! Het is hoog tijd voor een suiker- en vleestaks
-
Afrika's probleem is niet Afrika zelf, maar zij die zich ermee bemoeien
-
Moeten we dat wel willen, een kweekvleestoekomst?
-
Sociale protectie maakt Afrikaanse boeren niet lui, maar juist productiever
-
Waar stad en land elkaar ontmoeten kunnen we de wereld voeden
-
Ralf Bodelier: 'We kunnen de bevolkingsgroei aan. Laat maar komen, die extra 2,5 miljard mensen'
-
Een agroecologische evolutie is beter voor Afrika dan een ecomodernistische revolutie
-
Iets meer twijfel over denkbare alternatieve koersen zou Fresco nog gezaghebbender maken
-
Het antwoord op het voedselvraagstuk: verbeter fotosynthese
-
In Afrika moet de focus liggen op compostering en bemesting, niet op irrigatie
-
Nederlandse landbouw is helemaal geen lichtend voorbeeld voor de wereld
-
Deze Afrikaan moet (en kan!) landbouw weer sexy maken
-
Waarom we de toekomst van voedsel onderzoeken
-
We hebben in Nederland alles in huis om het voedselprobleem op te lossen
-
Het antwoord op het migratieprobleem ligt in uw winkelmandje
-
Iedereen moet veganist worden, maar het moet wel leuk blijven
Ruim tien jaar geleden dachten bevolkingsexperts nog dat de bevolking van Afrika eind deze eeuw 2,3 miljard zielen zou bedragen. Inmiddels hebben ze hun verwachting verdubbeld. Van elke vijf aardbewoners zullen er straks twee in Afrika leven. Intussen kan de economische groei in Afrika de bevolkingsexplosie nauwelijks bijbenen. Het continent is gevangen in een vicieuze cirkel. Veel huishoudens zijn arm, wat kinderen belangrijk maakt als goedkope arbeidskrachten en oudedagsverzekering. Maar door de grote kinderrijkdom gaat de economische groei grotendeels op aan het voeden van meer monden.
Een halve eeuw geleden zag je zo’n vicieuze cirkel vooral in Azië, maar daar heeft de economie zich intussen sterk ontwikkeld. Het percentage mensen met honger en extreme armoede is afgenomen en de bevolkingsgroei fors verminderd. Dat wil niet zeggen dat Azië in een paradijs is veranderd. Het ging om een kapitalistische ontwikkeling, waarin arme boeren hun land verloren en vertrokken naar smerige sloppenwijken in de steden. Toch heeft dit de vicieuze cirkel in Azië verbroken en het continent gered van de afgrond waar het op af leek te stevenen. De ontwikkeling begon met de invoering van eenvoudige maar doeltreffende vernieuwingen in de landbouw – niet zozeer door grootgrondbezitters maar door iets welgesteldere boeren. Dat doorbrak de armoedecultuur en het algemene gebrek aan koopkracht, en schiep ruimte voor snelle industrialisering waardoor de onderlaag van de bevolking beter betaald werk kreeg.
De economische startmotor werd dus gevormd door vernieuwingen in de landbouw. Maar die agrarische startmotor sloeg niet vanzelf aan. De landbouwprijzen waren laag en instabiel, en grote ondernemingen vonden de landbouw te onrendabel. Vernieuwingen waren slechts mogelijk doordat de overheid boeren hielp door voor wegen, irrigatie, krediet en lonende prijzen te zorgen. In de koloniale tijd was daar geen ruimte voor. De westerse mogendheden steunden hun eigen boeren, maar onderwierpen hun koloniale invloedsferen aan vrijhandel en bezuinigingen. Pas na de dekolonisatie stonden ze nieuwe nationale regeringen toe een actief landbouwbeleid te voeren.
In Azië is die ruimte benut; in Afrika niet. Anders dan Azië had Afrika nog vooral tribale maatschappijen. Brede boerenbewegingen kwamen er niet van de grond, en politici moesten primair hun etnische achterban te vriend houden. Daardoor ontstond geen actief landbouwbeleid en bleef de economische groei achter bij stijgende overheidsuitgaven. Vanaf de jaren tachtig raakten Afrikaanse regeringen in een ernstige schuldencrisis. In dezelfde periode sloeg de sociaaldemocratische wind in het Westen om in neoliberale richting. Net als in de koloniale tijd probeerden westerse mogendheden arme landen tot bezuinigingen en vrijhandel te dwingen. Azië was economisch sterk genoeg geworden om de druk te weerstaan, maar Afrika moest smeken om noodleningen en werd gedwongen de neoliberale gifbeker te drinken. Plattelandswegen werden niet meer onderhouden, agrarische overheidsinstellingen ontmanteld, kunstmestsubsidies afgeschaft en invoerrechten die boeren beschermden tegen goedkope importen verlaagd. Daardoor konden Afrikaanse boeren onvoldoende investeren in de duurzame intensivering die nodig was om de groeiende bevolkingsdruk op het land op te vangen. Afrika raakte gevangen in de vicieuze cirkel van onderontwikkeling en explosieve bevolkingsgroei waaraan Azië ontsnapt was.
De consequenties zijn des te ernstiger omdat de vooruitzichten op de wereldmarkten sterk zijn veranderd. In de eerste naoorlogse periode werd de mondiale landbouwproductie opgestuwd door kunstmest, irrigatie en nieuwe rassen met hoge opbrengst. Acute voedseltekorten in Azië konden op korte termijn worden opgevangen door goedkope importen. Maar de afgelopen decennia is er wereldwijd bezuinigd op landbouwkundig onderzoek, en is er te weinig geïnvesteerd in energie en materialen die onafhankelijk zijn van organische stoffen. Als het gebruik van fossiele brandstoffen straks vermindert, kan de vraag naar biomassa en biomaterialen sterke prijsstijgingen op de wereldvoedselmarkten veroorzaken. Wanneer er dan in Afrika acute tekorten ontstaan kan voedsel onbetaalbaar worden voor honderden miljoenen Afrikaanse armen. Dat kan tot een sociale explosie en enorme vluchtelingenstromen richting Europa leiden.
Intussen vliegen wij elkaar hier in de haren over de technieken die de Afrikaanse landbouw zou moeten gebruiken. Sommigen zweren bij grote hoogtechnologische bedrijven, anderen bij kleine boeren met agro-ecologische methoden en een minimaal gebruik van kunstmest. Vergelijkbare discussies zijn destijds over Azië gevoerd door koloniale agronomen. Net als toen hebben de gesprekspartners een blinde vlek voor waar het werkelijk aan schort: een actief landbouwbeleid dat boeren helpt hun productie te verbeteren. Degenen die zich bij ons druk maken over de vorm die de landbouwontwikkeling in Afrika moet aannemen, kunnen hun pijlen beter richten op de manier waarop Europa die ontwikkeling belemmert. Namelijk door Afrika vrijhandelsverdragen – ‘partnerschapsovereenkomsten’ – op te dringen die een actief landbouwbeleid in de weg staan.
Niek Koning is gepensioneerd landbouweconoom en auteur van Food security, agricultural policies and economic growth.