UitgelichtOosterwold
Tussen de kippen, in een joert: Oosterwold, Utopia in de Flevopolder
Vrijheid, wie wil dat niet? Het is voor de nieuwe bewoners de aantrekkingskracht van Oosterwold in de Flevopolder. Fotograaf Simon Lenskens zag in elk geval de romantiek van het pionieren.
Een vrijstaat waar pioniers zelf hun huis naar eigen inzichten kunnen bouwen in een groene omgeving en waar zelfvoorzienend zijn een streven is. Het stuk land Oosterwold van 43 vierkante kilometer in de Flevopolder ontwikkelt zich nu enkele jaren zo, naar een plan van de gemeenten Almere en Zeewolde.
Almere laat zich als nieuwe stad voorstaan op de vrijheid die zij bewoners geeft om zelf hun huis te bouwen, maar met Oosterwold gaat Almere nog een stapje verder. Wat normaal projectontwikkelaars doen, moeten hier bewoners regelen. Het is een nieuwe vorm van gebiedsontwikkeling die ook internationaal aandacht trekt. In 2015 kregen de eerste gegadigden hun kavel, inmiddels wonen er 350 mensen. De bedoeling is dat er plaats blijft voor landbouw en natuur.
Fotograaf Simon Lenskens (24) legde er dit voorjaar de pionierende bewoners vast. Hij snoof er de vrijheid op, zag hoe de kinderen er onbekommerd konden ravotten op het gras. Hij ontmoette jonge gezinnen met een krappe beurs die niet hadden gedacht dat het bouwen van een eigen huis binnen hun financiële mogelijkheden zou kunnen liggen. Maar ook veertigers en vijftigers die hun huis hadden verkocht en hier hun droom van utopisch leven hoopten te verwezenlijken. ‘Mensen kunnen hier hun eigen ding doen’, zegt Lenskens. ‘Het is wel overwegend blanke middenklasse die zich in Oosterwold vestigt, mensen die geëngageerd zijn, op een alternatieve manier willen leven.’
Het beeld dat Lenskens toont van Oosterwold is soms idyllisch. Kinderen op een geïmproviseerde wip in het groen, een meisje tussen de kippen in een kippenhok, een stralende zwangere vrouw voor een Mongoolse tent, een joert. De sfeer is er inderdaad gemoedelijk en opgewekt, zegt Lenskens. Maar je ziet er tussen de zelfbouw ook gewonere huizen verrijzen van collectieven van bewoners die gezamenlijk iets neerzetten, het zijn heus niet allemaal Mongoolse tenten in de polder. ‘Maar die vallen natuurlijk wel op.’