In beeld
Jan Dirk van der Burg zocht per camera jaren naar de Nederlandse volksaard
De ambtstermijn van de Fotograaf des Vaderlands loopt af. Jan Dirk van der Burg stroopte Nederland af op zoek naar het wezen van de voortuintjescultuur. Burgerlijk? Hollandse truttigheid? Die woorden gebruikt hij nooit: ‘Het is communiceren dat je een beetje bij elkaar hoort.’
De sjerp groeide onverwacht uit tot het symbool van zijn ambtstermijn. Vier jaar lang droeg Jan Dirk van der Burg het rood-wit-blauwe lint met de opdruk ‘Fotograaf des Vaderlands’ tijdens publieke optredens. De titel is echt, maar de sjerp, die er heel officieel uitziet, is een verzinsel van de inmiddels 44-jarige fotograaf. Hij heeft hem besteld op een website voor prijzen in de paardensport.
‘Toen in 2018 werd gevraagd of ik de vijfde Fotograaf des Vaderlands wilde worden, riep die titel bij mij een beetje het gevoel op van pedanterie en deftigheid’, zegt Van der Burg (ook bekend van zijn portretrubriek #heerlijkgenieten in dit magazine). ‘Ik was net bezig een voorstelling te maken met mijn foto’s voor De Parade. Ik dacht: hoe ga ik dat daarmee in balans brengen? Ik zocht ook iets wat mij herkenbaar zou maken op het festivalterrein. De sjerp was de oplossing. Iedereen voelt dat er een bepaalde ernst in zit, maar ook weer niet.’
Zijn vondst werd een heus beeldmerk, vooral door optredens bij De wereld draait door en andere tv-programma’s. Binnenkort legt hij zijn sjerp af; zijn ambtstermijn, die met twee jaar werd verlengd als gevolg van de coronapandemie, zit er in oktober op.
Typisch Nederland
Het afscheid valt samen met een tentoonstelling van werk van hem in het Nederlands Fotomuseum in Rotterdam. Niet zonder trots: ‘Mijn eerste solo-expositie in een museale ruimte.’ Daarbij is ook nog een lijvig fotoboek verschenen. Beide heten Typisch Nederland en zijn een vervolg op een gelijknamig beeldverslag dat hij tweeënhalf jaar maandelijks voor NRC maakte.
In zijn zoektocht naar de Hollandse volksaard heeft hij Nederland ‘helemaal plat gefotografeerd’, schrijft hij in de inleiding van zijn boek (dat bijna duizend foto’s bevat). De eerste opnamen dateren van 2009 – hij legde toen gemeentelijke hondenpoepzuigers vast – maar het gros is geschoten tijdens zijn termijn als Fotograaf des Vaderlands.
Zijn jachtterrein was vooral de slaapwijk in de middelgrote gemeente. ‘Het zijn plekken waar het normaal niet om te doen is. De Nederlandse voortuintjescultuur vormt een eindeloze bron van inspiratie. Je ziet daar de spanning tussen de wil om zich te onderscheiden en de wens om ergens bij te horen.’
Op de foto’s komen nauwelijks mensen voor. Omdat hij al portretten schiet voor zijn rubriek in het Volkskrant Magazine, richtte Van der Burg zich in dit project vooral op materiële kenmerken. Die heeft hij in series vastgelegd. ‘De herhaling geeft een komisch effect, maar maakt het ook serieus.’ Hij verzamelde groene PTT-brievenbussen in kunstig aangebrachte uitsparingen in heggen, gecamoufleerde kliko-afvalcontainers, huisnamen die zijn afgeleid van de namen van de bewoners (‘ANJAKEJAPEJO’) en tal van andere behartigenswaardige ‘typologieën’ die vanuit de openbare ruimte waarneembaar zijn.
Vooral de witte, houten letters achter het voorraam die samen het woord ‘home’ vormen, zijn populair, constateerde hij. ‘Ik heb er een stuk of vijfhonderd gefotografeerd, waarvan er honderd in het boek staan.’ Ook oprukkend: boeddhabeelden in de voortuin. Die blijken vaak te zijn uitgekozen door vrouwen. ‘Dan ben ik een knots van een boeddha aan het fotograferen en bel ik vervolgens aan om daarover meer te weten te komen. Als de man dan opendoet, reageert hij vaak verbaasd: ‘Hebben we een boeddha in de voortuin? Dat moet ik even aan mijn vrouw vragen.’ Een uitbundige lach volgt, niet voor de laatste keer tijdens het vraaggesprek.
Hollandse truttigheid
Zijn de home-letters en boeddhabeelden symbolen van burgerlijkheid, Hollandse truttigheid? Dat zijn termen die hij nooit zal gebruiken, stelt hij. ‘Als ik naar mezelf kijk, dan moet ik concluderen dat ik met mijn Swapfiets, skinny jeans en baardje ook helemaal blend in mijn wijk in Amsterdam. Het is communiceren dat je een beetje bij elkaar hoort.’
Vaak zijn er ook edele motieven in het spel, ontdekte hij in de gesprekken. ‘Fiona Leliveld uit Dordrecht schilderde haar drie klikobakken zwart omdat ze de originele kleuren niet vond passen in haar tuin, waarin ze veel grijs- en zwarttinten heeft aangebracht. Ze heeft in grote letters ‘GRIJS!’, ‘GROEN!’ en ‘BLAUW!’ op de kliko’s gezet voor de vuilnismannen. Maar die lezen dat niet; zij letten alleen op de kleur van de afvalcontainers. Nu moet zij op elke aanbiedingsdag de kleppen openzetten, zodat de vuilnisophalers aan de inhoud zien om welke bak het gaat. Als ze dat vertelt, gaat mijn hart open.’
Hij laat een foto zien van een houten hok in een kleine voortuin waarop in gefiguurzaagde letters ‘kliko’ staat. ‘Die kliko’s worden van overheidswege opgedrongen, maar waar laat je ze? Dat je dan in je eigen voortuin een klikogarage timmert, geweldig. Deze is gemaakt door Rob Moederzoon in Purmerend, die in de grafische industrie werkte en een burn-out kreeg. Hij ontspant zich door het werken met hout. Je kunt die afvalcontainers ook gewoon in je voortuin zetten en dan ziet het er lelijk uit. Ik vind het veel over mensen zeggen dat ze daarvoor een oplossing proberen te vinden.’
Die in dit geval overigens tijdelijk bleek te zijn. ‘Nadat hij het hok had gemaakt, kwam de gemeente met een vierde kliko, voor plastic afval. Die past niet in de garage. Ik heb op microniveau veel inzichten verkregen.’
Na verloop van tijd had hij wel twintig typologieën in zijn hoofd. ‘Dan is elk industrieterreintje of elke woonwijk een potentieel jachtterrein.’ Achter in zijn boek bedankt Van der Burg zijn vriendin onder meer voor haar geduld tijdens het omrijden. ‘Als zij vroeg: zullen we naar mijn ouders in Helmond gaan, antwoordde ik: dan kunnen we ook nog mooi even langs Deurne rijden.’
Strooptochten
Niet zelden werd hij argwanend bejegend tijdens zijn strooptochten. ‘De letters home voor het raam worden niet als foto-onderwerp gezien. Het lijkt alsof ik iemands huis sta te fotograferen. In het noordoosten van Nederland zeggen ze dan snel: ‘Wat is hier allemaal de bedoeling van?’ In Brabant word je op een vrolijkere manier aangesproken. Als je het uitlegt, dan begrijpen de meesten het wel. Het werkt het beste als je op je gemak rondloopt met een open gezichtsuitdrukking.’
Soms werd de politie gebeld. Het meest verrassend was de onderbreking door drie agenten van de theatervoorstelling Dit is Nederland, waarin Van der Burg samen met schrijver Marcel van Roosmalen en radiopresentator Roelof de Vries optrad. Het publiek dacht dat de interruptie bij de act hoorde. De agenten informeerden of hij eerder op de dag in een woonwijk in Nieuwegein foto’s had geschoten. Dat was inderdaad zo: in elke stad waarin zij een voorstelling gaven, maakte hij opnamen om die te bespreken met het publiek. De agenten wilden weten waar de beelden waren. Die heb ik net de zaal laten zien, zei hij. Daarop droop het drietal af. Achteraf denkt hij te weten wat er aan de hand was. ‘Ik heb vermoedelijk een huis gefotografeerd van waaruit een politieteam iemand heimelijk observeerde.’
Typisch Nederlands is volgens hem ook dat veel mensen hem tipten over wat hij nog meer zou moeten vereeuwigen. ‘Het is heel aardig bedoeld, maar het geeft ook het gevoel dat je het nooit goed kunt doen.’ Een aantal van die welgemeende adviezen heeft hij achter in het boek opgenomen. In de tentoonstelling in het Nederlands Fotomuseum kunnen bezoekers, via een Instagramaccount, ook hun eigen serie op een projectiescherm tonen. ‘We bouwen die Sagrada Família gewoon met zijn allen af.’
Ondertussen werkte Van der Burg aan nog een project. Op YouTube staat sinds eind vorig jaar een vijfdelige serie van de ‘Fotoclub des Vaderlands’, waarin hij fotografische thema’s onderzoekt. Het is een lichtvoetige reeks, die niettemin leerzaam is. ‘Toen mijn termijn als Fotograaf des Vaderlands werd verlengd, wilde ik ook graag andere fotografen aan het woord laten. De toon van de serie is een geintje met een seintje. Het gaat wel echt ergens over.’ Zijn vriendin Eefje Suijkerbuijk, die al veel korte films maakte, regisseerde de reeks.
National Geographic
Hij onthult dat het idee hiervoor lange tijd bij de omroep BNNVara heeft gelegen, maar uiteindelijk door zendermanagers werd afgewezen. Dankzij steun van drie fondsen kon de serie toch worden gemaakt – op internet. ‘Ik dacht: ik zal laten zien dat we wél iets kunnen maken voor tv.’ Daarna klopte National Geographic bij hem aan voor iets vergelijkbaars.
Docent, cabaretier (in augustus brengt hij op Lowlands een voorstelling over hoe je fotografisch gezien betere dickpics kunt maken), ambassadeur; Van der Burg heeft als Fotograaf des Vaderlands een flinke ontwikkeling doorgemaakt. ‘Ik word nu vaker gevraagd als kletsmajoor dan als fotograaf. Ik had niet gedacht dat ik in die rol zoveel lol zou hebben. Door de titel, die louter is bedacht ter promotie van de fotografie, komt er toch veel naar je toe.’
Als hij eind oktober stopt als Fotograaf des Vaderlands, neemt hij eerst rust. ‘Het waren tropenjaren.’ Daarna wil hij een avondvullende theatervoorstelling over fotografie maken.
Hij is benieuwd wie hem gaat opvolgen. Twee jaar geleden, toen nog niet was bepaald dat hij langer zou aanblijven, is er al een belrondje geweest langs mogelijke kandidaten. Hij moet weer lachen als hij vertelt wat een veelgehoorde reactie was: ‘Ja dag, ik ga niet met die sjerp lopen!’
Typisch Nederland, Nederlands Fotomuseum, t/m 30 oktober 2022. Ter gelegenheid van de tentoonstelling is een gelijknamig fotoboek verschenen bij nai010 uitgevers. Prijs: € 29,95.