Het concurrentiebeding is schering en inslag in arbeidscontracten, en lang niet alleen bij topfuncties. Eén op de vijf werknemers heeft ermee te maken. Hoe voorkom je dat het beding je duur komt te staan?
Tom Dumoulin leed maandag de zwaarste nederlaag uit zijn carrière, zij het niet op de fiets, maar in de rechtszaal. De kersverse aanwinst van Jumbo-Visma ziet ook in 2020 de Tour de France aan zich voorbijgaan, net als alle andere koersen op de wielerkalender van volgend jaar. Spelbreker is dit keer niet de knieblessure waarmee hij al sinds de Giro sukkelt, maar het concurrentiebeding in zijn arbeidscontract met Team Sunweb.
Zijn oude werkgever daagde Dumoulin en Jumbo-Visma voor de rechter omdat de geruchtmakende overstap van de Giro-winnaar van 2017 niet alleen Sunwebs directe concurrent sterker maakt, maar ook talloze bedrijfsgeheimen in gevaar zou brengen. ‘Trainingsschema’s, voedingsprogramma’s, transferbeleid, vermogenswaardes, windtunneltestuitslagen – Tom weet alles over ons’, zei een verbolgen Sunweb-manager Iwan Spekenbrink over de ‘oneerlijke concurrentie’. De rechtbank Limburg gaf Sunweb maandag gelijk en oordeelde dat Dumoulin zich aan het concurrentiebeding in zijn contract te houden heeft. Daardoor staat hij vanaf 1 januari, de datum waarop hij bij Jumbo-Visma in dienst zou treden, 12 maanden langs de kant.
Bovenstaande alinea’s zijn natuurlijk pure fictie in het geval van Dumoulin, maar bittere realiteit voor talloze andere Nederlanders. Vraag maar aan de Limburgse ‘senior intercedent’ die op 1 juli als kantoormanager aan de slag dacht te gaan bij een concurrerend uitzendbureau, wat hem behalve promotie ook meer salaris en minder reistijd zou opleveren. Maar dat was buiten het concurrentiebeding in zijn contract en de onverbiddelijkheid van de rechter gerekend, waardoor de kostwinner en jonge vader momenteel, WW-loos en wel, twee jaar lang niet binnen een straal van 50 kilometer rondom Maastricht in de uitzendbranche mag werken. Of vraag het de kinderopvangmanager die van haar ex-werkgever Partou een jaar lang niet binnen een straal van 20 kilometer voor concurrerende crèches actief mocht zijn – let wel: 20 kilometer vanaf elke van Partou’s 340 vestigingen, van Breda tot Nieuw-Buinen, van Best tot Beverwijk. De rechter zwakte het beding later af tot een half jaar, maar toch. Of vraag het de Zaanse bouwvakker die eind juli 5000 euro boete kreeg van de rechter omdat hij het beding in zijn contract had geschonden door naar een rivaliserend sloopbedrijf over te stappen. Zijn ex-werkgever eiste zelfs 892 duizend euro boete, gelijk aan bijna 35 jaarsalarissen van de bouwvakker, maar met 5000 euro toonde de rechter zich coulant.
Natuurlijk staat het concurrentiebeding niet voor niets al sinds 1907 in de wet, uit de tijd dat ‘werkmannen’ hun baas nog ‘patroon’ noemden: het beschermt werkgevers tegen oneerlijke concurrentie. Concurrentiebedingen helpen bijvoorbeeld voorkomen dat Coca-Cola-werknemers de geheime smaakstoffenmix ‘7X’ uit Coca-Cola’s zwaarbewaakte recept in ruil voor een betere baan aan Pepsi verklappen. Het beding beschermt bedrijven er ook tegen dat werknemers stiekem klanten van hun baas afsnoepen, zoals toen de rayonmanager van een Kerkradese exploitant van flipperkasten en fruitautomaten 5 gigabyte aan klantenbestanden van zijn werkgever stal en stiekem met een eigen bv’tje kroegen en andere klanten begon af te troggelen. Het gerechtshof Den Bosch oordeelde afgelopen april dat de man terecht op staande voet was ontslagen, en dat hij twee jaar lang niet in de speelautomatenbranche mag werken.
De keerzijde is dat het concurrentiebeding inmiddels schering en inslag is in arbeidscontracten, en dan lang niet alleen bij topfuncties à la de nieuwe Aegon-ceo Lard Friese (mag pas in maart 2020 beginnen omdat ex-werkgever Nationale Nederlanden hem aan zijn beding houdt), of voetbalscout Michel Doesburg (kon vorig jaar aanvankelijk niet naar Ajax door het concurrentieverbod in zijn AZ-contract). Ook masseurs, rioleringsmonteurs, taxichauffeurs, receptionisten, automecaniciens, thuiszorgpersoneel, zwembadinstallateurs en zumbaleraressen kunnen ermee te maken krijgen, tonen recente rechtszaken en een rondgang langs juridisch dienstverleners.
Eén op de vijf werknemers heeft het beding in zijn contract staan, en dat levert jaarlijks zeker tweehonderd rechtszaken op. En de rechtszaken vallen in het niet bij het aantal conflicten dat de rechtszaal niet haalt. Alleen juridisch dienstverlener Stichting Achmea Rechtsbijstand hielp werknemers en werkgevers sinds 2015 al in meer dan vierduizend geschillen over het concurrentiebeding.
Nu de werkloosheid historisch laag is en het aantal vacatures historisch hoog gebruiken bedrijven het beding steeds vaker op oneigenlijke gronden, constateren Stichting Achmea Rechtsbijstand en DAS, twee van ‘s lands grootste rechtsbijstandverleners: niet om oneerlijke concurrentie te voorkomen, maar om er een stokje voor te steken dat werknemers weggaan, omdat nieuw personeel moeilijk te vinden is. ‘Het concurrentiebeding is een onding: werknemers trappen er keer op keer in’, zegt Ruben Houweling, hoogleraar arbeidsrecht aan de Erasmus Universiteit. Hoog tijd dus voor een spoedcursus voor werknemers: hoe bedwing je het concurrentiebeding?
Les 1: De soep wordt wél zo heet gegeten!
Hij dacht dat het wel los zou lopen met z’n concurrentiebeding, de DJ van het Zaanse grand café Wonder’s. In artikel 11 van z’n contract stond dat hij bij vertrek een jaar lang niet zou mogen draaien bij een concurrent, en dat binnen een straal van 15 kilometer van het aan de Dam in Zaandam gelegen etablissement. Dat weerhield hem niet van een overstap naar het amper dertig meter verderop gelegen grand café Mail Company. Zijn ex-werkgever pikte dat niet, stapte naar de rechter en kreeg gelijk, met voor de DJ een lokaal beroepsverbod van een jaar als gevolg.
‘Werknemers denken vaak te lichtvaardig over het concurrentiebeding’, constateert de Utrechtse advocaat Sascha Janssen, pleiter voor zowel werknemers als werkgevers in vele rechtszaken over het beding. Denk dus heel goed na voordat je tekent, want in de rechtszaal geldt toch vaak ‘contract is contract’, zegt Janssen. ‘Mensen vergeten dikwijls dat ze ooit hun handtekening onder dat beding hebben gezet. Als ze dan bij een andere werkgever aan de slag willen, hebben ze een probleem. Dan moeten ze naar de rechter stappen, en staan ze al meteen met 1-0 achter.’
Les 2: Niet (de plaat) poetsen, maar lullen!
Als je ergens anders een betere baan en dito salaris kunt krijgen, kan de verleiding groot zijn om subiet je contract op te zeggen en als het even kan ook maar meteen je bureau leeg te ruimen en je familiekiekjes en verzameling Earl Grey-zakjes in een verhuisdoos te doen. Maar pas op, waarschuwt arbeidsjurist Malou Hanemaaijer-Rooimans van Stichting Achmea Rechtsbijstand. Zij ziet werknemers nog wel eens van een koude kermis thuiskomen door het concurrentiebeding in hun contract. Hun werkgever bevestigt dan de opzegging en meldt daarna doodgemoedereerd dat hun nieuwe baan onder het beding valt. Het gevolg is dat ze op straat staan, want hun oude baan zijn ze kwijt en bij hun nieuwe baan mogen ze zolang het beding duurt niet beginnen. ‘Ik heb regelmatig een zaak waarbij een werknemer zijn arbeidsovereenkomst al heeft opgezegd en soms zelfs al financiële verplichtingen is aangegaan voor een andere baan of een eigen bedrijf’, vertelt Hanemaaijer-Rooimans. ‘Dat is niet verstandig.’ Als de werkgever op zijn strepen gaat staan en de werknemer aan het concurrentiebeding houdt, heeft de laatste een probleem.
Ga dus eerst praten met je baas of de hr-afdeling voordat je opzegt, zegt ook advocaat Sascha Janssen. ‘Vertel dat je een ‘offer I can’t refuse’ hebt gehad, dan heb je als werknemer tenminste nog een onderhandelingspositie.’ Wie weet biedt je werkgever nog een loonsverhoging aan.
Les 3: Beter in der minne dan in de rechtszaal
De kans om kop of munt te gooien is niet veel kleiner dan de kans dat werknemers een rechtszaak winnen over het concurrentiebeding, blijkt uit recente jurisprudentie. Werknemers trekken iets vaker aan het langste eind, maar het scheelt weinig. ‘Het vliegt werkelijk alle kanten uit, de ene keer houdt het beding stand, de andere keer niet’, constateert Pascal Besselink, arbeidsjurist van juridisch dienstverlener DAS. Om de onzekerheid van een rechterlijk oordeel te vermijden is het daarom voor zowel werkgevers als werknemers verstandig om eerst te proberen er in der minne uit te komen, zegt Besselink.
Op die manier gebeurt het bijvoorbeeld geregeld dat werkgevers afstand doen van het concurrentiebeding, in ruil voor een relatiebeding, ziet ook Hanemaaijer-Rooimans. ‘Daarin staat dan dat je in je nieuwe baan weg moet blijven bij bepaalde klanten. Maar in ruil daarvoor kun je tenminste wel gewoon aan het werk.’