columnpeter de waard
Willen miljonairs echt meer belasting betalen?
De miljonairsklasse is een dankbaar studieobject voor psychologen en cultureel antropologen. Er zijn stapels onderzoeken naar de psyche van mensen die zich een superjacht, een Rolls Royce en een stoel aan de blackjack-tafel in het casino van Monte Carlo kunnen permitteren. Mogelijk koesteren de onderzoekers de ijdele hoop een eigenschap te ontdekken waardoor zelfverrijking ook voor hen zelf een fluitje van een cent wordt.
De meeste mensen die miljonair worden, hebben echter ordinair meer geluk gehad of hebben geprofiteerd van de onvoorspelbare tijdgeest, zoals de absurde prijsstijgingen op de vastgoedmarkt. Niettemin worden aan hen als groep collectieve karaktertrekken toegedicht. Ze hebben meer bravoure en doorzettingsvermogen dan de modale burger, hetgeen positief zou kunnen worden genoemd. Maar ze kunnen ook slechter tegen hun verlies, zijn minder empathisch en soms ronduit narcistisch.
Of die stereotyperingen kloppen is niet helemaal duidelijk, want van dit soort types komen er dagelijks wel honderden langs op de beeldbuis. Velen eindigen zoals Gert Timmerman: berooid en zelfs door de eigen familie neergesabeld.
Eén ding delen ze alvast wel: de status van rijkdom is voor alle miljonairs vaak belangrijker dan het geld zelf. Ze willen het succes uitdragen met een Rolex, een Ferrari en een landhuis met twintig kamers waarvan de helft permanent leeg staat of dient als opslag. Sommigen bellen zelfs Quote met de opmerking dat ze te laag staan genoteerd in de ranglijst. Of anders kopen ze wel een hip kunstwerk van een artiest die door critici geniaal is genoemd.
Wie echt rijk is laat zich gelden als weldoener – het ultieme statussymbool. Degenen in deze categorie richten eigen foundations of stichtingen op die kansarme studenten de mogelijkheid geven naar de beste universiteiten te gaan, ziektes als kanker of malaria bestrijden of microkredieten verstrekken aan mkb’ers in sloppenwijken. Hiermee kunnen hun namen generaties beklijven, zoals John D. Rockefeller, Andrew Carnegie en Cornelius Vanderbilt in de VS of Bernhard van Leer hier.
Het enige wat ze niet willen is belasting betalen. Dat is niet statusverhogend, maar oliedom. Het geld belandt in een grote pot, waar geen invloed op kan worden uitgeoefend. Investeerder Warren Buffett – goed voor 109 miljard dollar – is een groot filantroop die beweert 99 procent van zijn vermogen bij leven te willen weggeven. Maar hij betaalt minder belasting dan zijn secretaresse. Jeff Bezos, de allerrijkste, stopte vorig jaar 10 miljard dollar in een klimaatfonds. Deze week lekte zijn belastingaangifte en die van nog 25 andere Amerikaanse miljardairs uit – onder wie ook Tesla-baas Elon Musk – waaruit bleek dat hij geen cent belasting afdraagt.
De miljonair die deze week riep dat miljonairs graag meer belasting willen betalen, raaskalt. Dat willen ze alvast niet. En daar is helemaal geen psychologische studie voor nodig.