Wet Asscher werkt averechts, personeel ontslaan alleen maar moeilijker
De Wet werk en zekerheid maakt het werkgevers veel moeilijker personeel te ontslaan, terwijl die wet het omgekeerde beoogde. Sinds de WWZ in juli 2015 van kracht werd, wijzen rechters gemiddeld vier van de tien ontslagverzoeken van werkgevers van de hand. Voor de invoering van de wet was dat één op de tien. Wel zijn de ontslagvergoedingen fors gedaald. Ontslagen werknemers krijgen gemiddeld de helft minder salaris mee dan voor de WWZ.
Dat blijkt uit een inventarisatie van de uitspraken die rechters sinds juli vorig jaar hebben gedaan in ontslagzaken. Dit onderzoek, het eerste dat harde cijfers oplevert over de ontslagpraktijk onder de WWZ, is uitgevoerd door de Erasmus Universiteit van Rotterdam in opdracht van twee beroepsverenigingen van arbeidsrechtadvocaten, juristen en rechters (VAAN en VvA). Een enquête onder werkgevers was ook onderdeel van het onderzoek, dat donderdag gepresenteerd wordt.
De WWZ moest het voor werkgevers gemakkelijker en goedkoper maken om werknemers te ontslaan en zo de drempel verlagen om flexkrachten in vaste dienst te nemen. Dat lijkt dus niet gelukt. Al voordat de wet vorig jaar van kracht werd, werd minister Lodewijk Asscher van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van alle kanten gewaarschuwd dat die zijn doel voorbij zou schieten. Onderzoeker Max Keulaerds: 'Omdat vaste banen niet minder vast zijn geworden, stromen flexwerkers nauwelijks door naar een vaste baan.'
Het is nog te vroeg om vast te stellen of werkenden eerder een vast contract krijgen of niet, reageert de woordvoerster van minister Asscher. 'De wet is nog maar een jaar geleden ingevoerd. Het vraagt om een cultuuromslag bij werkgevers die jarenlang gewend zijn aan flexibilisering. We zien al wel dat in veel cao's afspraken worden gemaakt die mensen meer perspectief op een vaste baan bieden. En dat was precies de bedoeling.'
Opmerkelijk is dat dit onderzoek een heel ander beeld van de nieuwe ontslagpraktijk oplevert dan de rechterlijke uitspraken die tot dusver op internet zijn gepubliceerd. Op grond van alleen de gepubliceerde uitspraken lijkt er voor werkgevers nauwelijks iets veranderd. Volgens die openbare vonnissen, een vrij willekeurige selectie, krijgt de werkgever in 60 procent van de gevallen toestemming om het contract met een werknemer te ontbinden.
Rechter verbiedt vaker ontslag
In het onderzoek zijn van vier rechtbanken, twee in de Randstad en twee daarbuiten, alle uitspraken geanalyseerd, dus ook de rechterlijke beslissingen die niet openbaar zijn gemaakt. Dan blijkt dat het aantal keren dat de rechter het aangevraagde ontslag verbiedt meer dan verdubbeld is. Bij de rechtbanken in Amsterdam en Rotterdam is het aantal geweigerde ontslagaanvragen zelfs verviervoudigd. Iemand ontslaan wegens disfunctioneren lukt bij de rechter slechts in twee op de tien gevallen. Een werkgever die een verstoorde arbeidsrelatie opgeeft als reden voor ontslag, komt nog het makkelijkste van zijn werknemer af: dat argument leidt in de helft van de gevallen tot succes.
Volgens de onderzoekers treffen werkgevers en werknemers tegenwoordig wel vaker een schikking buiten de rechtszaal om dan voorheen. In de eerste helft van dit jaar zetten werkgevers bijna de helft van de ontslagzaken die zij bij de rechtbank aanhangig maakten niet door. Dat is een verdubbeling ten opzichte van de jaren ervoor.
Oude wet
De hoogte van de ontslagvergoeding laat zich moeilijker vergelijken met de situatie van voor de WWZ. Maar het aantal maanden salaris dat iemand bij vertrek meekrijgt, is aanzienlijk gedaald van bijna een maand per gewerkt jaar naar bijna een halve maand per dienstjaar. 'Uit de enquête blijkt dat werkgevers gemiddeld meer betalen dan de wettelijke transitievergoeding, maar minder dan de oude kantonrechtersformule', zegt Keulaerds.
Onder de oude wet had een werkgever die van een werknemer afwilde twee keuzen: ontslag aanvragen via de rechtbank of gratis via het UWV. Wie koos voor de rechter zat vast aan de 'kantonrechtersformule' voor de ontslagvergoeding. Die kantonrechtersformule maakte het erg duur om oudere werknemers met een lang dienstverband te ontslaan. Die kregen soms met gemak 100 duizend euro of meer mee.
Transitievergoeding
Sinds de invoering van de WWZ hebben alle ontslagen werknemers die twee jaar of langer bij een bedrijf hebben gewerkt recht op een 'transitievergoeding'. Die transitievergoeding is gemaximeerd op 76 duizend euro of een jaarsalaris. De gemiddeld toegekende transitievergoeding komt tot dusver uit op 19 duizend euro, blijkt uit het onderzoek van de VAAN en VvA. Toch is de ontslagprocedure niet voor alle werkgevers goedkoper geworden, zegt Keulaerds. 'De gratis UWV-route is verdwenen. Ook moet bijvoorbeeld een ontslag wegens disfunctioneren beter worden voorbereid. Dat kost bedrijven tijd en geld.'
Ook rond de nieuwe ontslagregels zijn er volgens Asscher geen problemen. 'De ontslagprocedure moest zorgvuldiger worden, volgens duidelijke criteria zodat iedereen vooraf weet waar hij aan toe is. Dat zie je nu gebeuren. Daarbij is het ook de bedoeling dat werknemers meer perspectief krijgen. Maar als een werkgever een goed dossier heeft opgebouwd, kan hij nog steeds iemand ontslaan', aldus de woordvoerster.