Waarom Wajongeren zich suf moeten solliciteren
Woensdag wordt er betoogd tegen de naderende korting op het inkomen van jonge arbeidsgehandicapten. De overheid zorgt zelf niet voor de beloofde banen.
Terwijl minister Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid vandaag in de Tweede Kamer zijn begroting verdedigt, ageren naast het Kamergebouw Wajongeren alvast tegen het beleid van de nieuwbakken minister. De jonge arbeidsgehandicapten vinden het onbegrijpelijk dat de regering vanaf januari 80 euro per maand minder naar hen overmaakt, terwijl diezelfde overheid zich niet aan de afspraak houdt om banen voor hen te creëren. Vanaf 1 januari ontvangen de circa 70.000 Wajongeren die niet volledig zijn afgekeurd nog maar 70 procent van het minimumloon, in plaats van de huidige 75 procent. Dat is evenveel als een bijstandsuitkering.
Het vorige kabinet wilde met deze maatregel niet alleen bezuinigen, maar jongeren met een arbeidsbeperking ook een prikkel geven om fanatieker te solliciteren. Rutte-II had in 2013 immers beloofd dat er extra banen zouden komen voor arbeidsbeperkten. Overheid en bedrijfsleven spraken toen af tussen 2015 en 2026 125 duizend arbeidsbeperkten aan het werk te helpen. Wajongeren vormen de meerderheid van de groep van tweehonderdduizend arbeidsbeperkten die in aanmerking komen voor de extra banen.
De tussenstand in 2017: het bedrijfsleven zit goed op schema met de banencreatie, maar de overheid niet. Het aantal arbeidsbeperkten in dienst van de overheid neemt zelfs af in plaats van toe. In 2015 werkten 5.500 arbeidsbeperkten bij de overheid, eind vorig jaar waren dat er 3.600. Volgens de afspraak uit 2013 hadden er nu 6.500 arbeidsbeperkten bij de overheid aan het werk moeten zijn.
Hoe dat kan? Vakbond FNV, die de Wajong-betoging op het Binnenhof organiseert, vindt dat de banenafspraak een ondoordachte beslissing is geweest. 'Ik denk dat de overheid overschat heeft wat deze mensen aankunnen en onderschat heeft hoeveel begeleiding een arbeidsbeperkte nodig heeft', zegt FNV-bestuurder Erica Hemmes. Daarnaast hebben lokale en nationale overheden volgens Hemmes niet genoeg mensen aangesteld om Wajongeren te werven.
Ook Pierre Koning, hoogleraar arbeidseconomie aan de VU, verwijt de overheid een gebrek aan inzet. Dat falen is volgens hem wel verklaarbaar. Gemeenten kregen na 2015 veel zorgtaken op hun bord die tot dan toe bij het Rijk lagen. De banenafspraak kreeg geen prioriteit, omdat andere nieuwe taken dringender waren. 'Als het misgaat in bijvoorbeeld de thuiszorg klagen mensen meteen', zegt Koning. Als gemeenten te weinig arbeidsgehandicapten aannemen, klagen er veel minder mensen.
Banenafspraak
Los daarvan heeft de overheid zichzelf met de Banenafspraak volgens Koning in een lastig parket gebracht. Het bedrijfsleven moet de komende jaren 100 duizend extra banen voor arbeidsbeperkten scheppen, vier keer zoveel als de overheid. Maar het bedrijfsleven is veel groter dan de overheid. 'De verhouding tussen overheid en bedrijfsleven is eerder één op acht', zegt Koning.
Daarnaast hebben gemeenten en andere overheden minder ruimte om mensen aan te nemen, omdat ze niet profiteren van het groeifestijn van de economie. 'De overheid moet al jaren krimpen en bezuinigen. In zulke omstandigheden is het raar om mensen met een beperking aan te nemen', zegt Koning.
Het ministerie van Sociale Zaken voert zelf nog als verzachtende omstandigheid aan dat het moeilijk is arbeidsbeperkten een plek te geven bij bijvoorbeeld defensie of politie, beroepen die lichamelijke fitheid vereisen. Bovendien besteedt het Rijk veel ondersteunende diensten die door arbeidsbeperkten gedaan kunnen worden - zoals schoonmaak en onderhoud - uit aan het bedrijfsleven.
Het bedrijfsleven doet het op het eerste gezicht stukken beter dan de overheid. Negentienduizend Wajongeren en andere arbeidsbeperkten zijn aan een betrekking geholpen, vijfduizend meer dan het afgesproken aantal. Maar die cijfers zijn geflatteerd. Onder druk van de werkgevers-lobby mogen bedrijven werknemers van sociale werkplaatsen die bij hen gedetacheerd zijn sinds vorig jaar ook meetellen. Van de 23 duizend nieuwe banen voor werknemers met een beperking zijn er tienduizend van deze categorie en die banen zijn eigenlijk niet nieuw. Want die worden ingevuld door arbeidsbeperkten die al een (gesubsidieerde) baan hadden.
Arbeidseconoom Koning noemt de Banenafspraak vanwege dit soort definitiekwesties 'een papieren werkelijkheid'. Hij verwijst naar een rapport van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) van vorig jaar, waaruit bleek dat Wajongeren de laatste jaren juist moeilijker aan een baan komen. Het aandeel werkende Wajongeren daalde van 26 procent in 2008 naar 22 procent in 2014.
Het aantal arbeidsbeperkten dat een baan vindt, valt tegen doordat werkgevers te hoge verwachtingen hebben, analyseert het UWV. Bedrijven vergeten weleens dat ze te maken hebben met een kwetsbare groep die niet in aanmerking komt voor een gewone vacature.
Directiesecretaresse
'Een werkgever zocht iemand uit de doelgroep voor de vacature van directiesecretaresse. Zij of hij moest flexibel zijn, dag en nacht beschikbaar en stressbestendig zijn. Maar dat soort mensen heeft geen arbeidsbeperking, die zijn er niet in de doelgroep', zegt Astrid Hendriks van het UWV.
Dat het bedrijfsleven nu nog op schema zit (weliswaar mede dankzij de gedetacheerden uit de sociale werkplaats) qua banendoelstelling, biedt bovendien geen garantie voor de toekomst. Het is namelijk goed mogelijk dat werkgevers tot nu toe de meest bruikbare arbeidsbeperkten als eerste hebben aangenomen. Hoog intelligente autisten zijn bijvoorbeeld erg geschikt voor computerwerk. Degenen die overblijven zijn gemiddeld moeilijker inzetbaar.
Per 1 januari krijgen Wajongeren 80 euro minder per maand van Sociale Zaken
Werkgevers voelen de bui al hangen. Banenambassadeur Aart van der Gaag, die de kar moet trekken namens het bedrijfsleven, waarschuwde vorig jaar al in het Financieele Dagblad dat de 'schwung' eruit begon te raken. 'Nog geen 10 procent doet mee. Een kleine minderheid draagt de verantwoordelijkheid van het hele bedrijfsleven.'
De bereidwilligste werkgevers hebben als eerste hun hand opgestoken en arbeidsbeperkten aangenomen. Nu is de beurt aan werkgevers die minder zin hebben om extra tijd in een Wajonger te stoppen. En dat is de meerderheid, blijkt uit een enquête van organisatieadviesbureau Bureau Berenschot uit 2015. Slechts 15 procent van de ondervraagde werkgevers zei van plan te zijn op korte termijn een arbeidsbeperkte aan te nemen.
Anne Houtsma (35) heeft de chromosoomafwijking 22q11. Ze werkt een dag in de week als vrijwilliger
'Vanaf mijn 18de ben ik op zoek naar werk. Ik heb een hele weg afgelegd. Eerst werkte ik bij een uitzendbureau, waarbij ze niet zoveel van je verwachten. In 2006 kwam ik in de Wajong terecht. Ik heb 22q11. Van mijn 22ste chromosoom ontbreekt een stukje. Ik heb moeite met het verwerken van informatie en prikkels, met basisdingen als koffie en thee zetten en mijn energieniveau is wisselend. Als Wajonger wilde ik me via een sociale werkplaats laten detacheren bij een werkgever, maar ik kwam niet in aanmerking. Ik kon naar een sociale werkplaats. Toen ben ik weggegaan. Sindsdien heb ik geen betaalde baan meer gehad. Eerst dacht ik: ik doe alsof ik normaal ben. Sollicitatiegesprekken zelf zijn niet zo'n probleem, omdat ik verbaal sterk ben. Daarna gaat het fout, omdat ik dingen niet snel oppak. In brieven schrijf ik nu over mijn talenten én mijn beperking. Dit jaar heb ik één sollicitatiegesprek gehad op twintig brieven. Dat was voor een baan als gastvrouw bij een chic hotel. Bij het gesprek zei de mevrouw van het hotel: ik kan wel zien dat je iemand bent met bagage. In 2013 ben ik een opleiding gaan volgen tot medewerker maatschappelijke zorg. Maar in de zorg zijn medewerkers overbelast, heb ik gemerkt. Er is geen tijd voor de extra begeleiding die ik nodig heb.
Remco Kok (44) heeft het syndroom van Asperger. Hij is momenteel op proef bij afvalverwerker Suez
'Tien jaar geleden had ik zicht op een vaste baan als filmoperator in een bioscoop. Er was een incident met een regelkast die uitviel midden in een voorstelling. Ik raakte gestrest en het ging mis. Dat komt vaker voor bij mensen met asperger. Daarna was men bij de bioscoop bang dat mijn vorm van autisme ten koste zou gaan van de inkomsten van de bioscoop.
Ik solliciteer tot twintig keer per jaar. In de meeste gevallen vertel ik over mijn asperger. Ik ben direct en soms kom ik bot over. Ik kan wat dwars of koppig zijn. Soms zie ik dan letterlijk een gezicht betrekken. Dan hoor ik later vaak dat ik niet in het profiel pas. Mijn vervelendste sollicitatiegesprek had ik voor een baan als theatertechnicus. Ik zei dat ik asperger heb. De directeur zat erbij en zei nog heel vriendelijk dat zijn zoon of neef het ook had. Toch veranderde de vraagstelling. Ze vroegen: waarom solliciteer je dan op deze functie? Nu heb ik een proefplaatsing bij recyclebedrijf Suez. Ik leer om te gaan met de weegbrug, om vrachtwagens te wegen, en heb administratieve taken. Ik heb hen gevonden via een meet-and-greet voor arbeidsgehandicapten met bedrijven. Zij weten wat ze in huis halen en ik hoef niet de hobbel over om te vertellen dat ik iets heb. Ik heb er een goed gevoel over.'