Waarom Geert Wilders gelijk heeft over de euro

Een zwakke economie krijgt door de euro alle kans op de pof te leven. De muntunie is mislukt, dat is duidelijk, vindt Yvonne Hofs. Er zit niets anders op dan die af te bouwen.

Yvonne Hofs
Geert Wilders in Washington. Beeld afp
Geert Wilders in Washington.Beeld afp

Ja, u leest het goed: dit wordt een betoog dat de PVV-leider met plezier zal lezen. Wilders roept al jaren dat de euro een misbaksel is. Hij beweert ook dat Nederland en Duitsland beter af zullen zijn als ze de gulden en de D-mark weer invoeren. Beide beweringen zijn waar. Maar omdat ze worden verkondigd door een populist dan wel rechts-extremist, worden Wilders' opinies door het zogenaamd weldenkende deel van de bevolking haast gedachteloos als onzin afgedaan.

Voor aanhangers van de euro is het een zegen dat euroscepsis per definitie wordt weggezet als een 'foute' mening. Terwijl euroscepsis gewoon een kwestie is van gezond verstand. De euro is een misbaksel, omdat negentien (laat staan nog meer) zeer verschillende economieën, politieke culturen en soevereine staten niet één munt kunnen delen zonder enorme politieke en economische offers te brengen.

Supporters van Griekenland en de euro negeren politieke en economische realiteiten. Ze lijken bevangen door een naïef vooruitgangsgeloof waarin keiharde machtspolitiek geen rol speelt. Maar in het echte leven speelt dat soort politiek wel een rol, een cruciale zelfs.

Denkfouten

Hun argumentatie staat bol van de denkfouten. Eentje die vaak te berde wordt gebracht is dat de Randstad toch ook Limburg structureel subsidieert. Dus waarom zouden Nederland en Duitsland Griekenland niet kunnen subsidiëren? Simpel. Omdat Limburg niet onbeperkt schulden kan aangaan op kosten van de Randstad. Limburg kan geen staatsobligaties uitgeven.

Griekenland is een soevereine staat die kan beslissen de Olympische Spelen te organiseren en de 9 miljard euro die daarvoor nodig is te lenen. In een transferunie ervaart Griekenland geen enkele prikkel zijn staatsschuld binnen de perken te houden. Zolang Griekenland in de eurozone verblijft, zullen geldschieters het land veel meer geld willen lenen dan als het eruit stapt. De geldschieters weten dan immers dat ze hun vordering altijd kunnen verhalen op Duitsland.

Daarom daalde de rente op de Griekse staatsschuld (en die van Italië, Spanje en Portugal) zo sterk nadat deze landen bij de eurozone kwamen. Op schulden van eurolanden zit een impliciete Duitse staatsgarantie. De euro heeft het perverse effect dat zwakke euro-economieën goedkoop schulden kunnen maken, omdat ze het wanbetalingrisico op de sterke landen kunnen afschuiven.

Het geval Californië

De VS lieten Californië in 2009 failliet gaan toen de staat zijn rekeningen niet meer kon betalen. Zelfs in een federale staat is het dus niet vanzelfsprekend dat de hoofdstad een ‘provincie’ uit de brand helpt.

Geen discipline

De Griekse staatsschuld is zo hoog dat het land die nooit kan terugbetalen, bezuinigingen of geen bezuinigingen. Bovendien beschadigen bezuinigingen de Griekse economie. De trojka, en met name het IMF, dringen daarom ook aan op hervormingen zoals efficiëntere belastinginning en verhoging van de pensioenleeftijd. Deze hervormingen zouden op lange termijn de Griekse economie erg vooruit helpen. Maar opeenvolgende Griekse regeringen zijn niet in staat gebleken ze door te voeren. Of dat ligt aan onwil of aan onmacht, is irrelevant. Het gaat erom dat Griekenland ook na kwijtschelding van de staatsschuld een zwakke economie blijft. De Grieken zullen dus opnieuw proberen op de pof te leven om hun levensstandaard te kunnen handhaven.

Het lidmaatschap van de eurozone zal Griekenland in staat stellen meteen weer enorme schulden op te bouwen, na een x-aantal jaren failliet te gaan en Duitsland de rekening te presenteren. Er is geen enkele reden om aan te nemen dat Griekenland vanaf nu budgettaire discipline zal betrachten. Het 'kiezersmandaat' van de Griekse regering komt neer op: 'Wij als Grieken hebben democratisch besloten dat jullie, andere Europeanen, onze schuld moeten betalen'.

Dus schuldenverlichting voor Griekenland? Ja, maar dan wel onder de voorwaarde dat het land de euro opgeeft. Kwijtschelding zonder Grexit komt neer op het tekenen van een blanco cheque. En iedereen weet dat een schuldenaar niet leert van zijn fouten als hij steeds gered wordt.

Miljardenleningen

Bovendien: het Griekse schuldenprobleem is toch echt begonnen bij de Grieken zelf. De vaak herhaalde bewering dat de noodhulp voor Griekenland alleen dient om de Europese banken te redden, is onjuist. Het zijn de Grieken die deze bankleningen in eerste instantie zijn aangegaan. De miljardenleningen die ABN Amro aan Griekse staatsbedrijven verstrekte, werden onder meer gebruikt om het paardensportstadion voor de Olympische Spelen van 2004 te financieren. Dat Hippodroom staat nu ongebruikt te verkruimelen. Nog meer geld leende ABN Amro aan Griekse vervoersmaatschappijen die bekendstonden om hun hoge salarissen, corruptie en schrikbarende inefficiëntie. Deze zwaar verlieslatende staatsbedrijven konden goedkoop lenen bij Europese banken omdat de Griekse staat de leningen garandeerde. Die Griekse staatsgarantie blijkt nu achteraf omgeturnd te worden in een staatsgarantie van de andere eurolanden, vooral Duitsland.

In 2009, toen de Griekse problemen voor het eerst aan de oppervlakte kwamen, was een groot deel van de Griekse staatsschuld in handen van buitenlandse banken, vooral Duitse en Franse. Daardoor waren regeringsleiders bang dat het Griekse schuldenprobleem in Europa tot een nieuwe kredietcrisis zou leiden, inclusief domino-effecten. Dat was zeker een overweging bij het eerste reddingspakket voor Griekenland.

Maar Europese banken hebben hun Griekse staatsschulden inmiddels geloosd. Bijna alle schuld is nu in handen van de eurolanden, de ECB en het IMF. Als het puur om de banken ging, had de trojka Griekenland allang kunnen laten vallen. Maar de trojka spant zich nog steeds in om een akkoord te bereiken. De Grieken profiteren dus van de noodhulp. Andere landen betalen nu hun openstaande rekening. Een rekening die is ontstaan doordat de Grieken tien jaar boven hun stand hebben geleefd. En dat konden zij doen dankzij de euro.

null Beeld Rein Janssen
Beeld Rein Janssen

Welvaart

Dat wil niet zeggen dat Griekenland het enige probleem is voor de euro en dat alles is opgelost als we Griekenland kwijt zijn. Voorstanders van de euro zeggen dat de eenheidsmunt veel welvaart heeft gebracht, maar dat is nooit overtuigend aangetoond. De economische baten van de euro zijn lang niet zo groot als die van de Europese Unie. Veel onderzoeken die de grote voordelen van de euro benadrukken, zijn gemaakt in opdracht van Europese instellingen als de Europese Commissie. Dat is dus de categorie 'Wij van WC-eend...'.

Toch worden al die met Europees geld gefinancierde onderzoeken die 'bewijzen' dat de euro een groot goed is, veel serieuzer genomen dan het onderzoek dat de PVV door het Britse Lombard Street liet uitvoeren en dat nadelig uitpakte voor de euro. Een deel van de kritiek op het (evenmin neutrale) PVV-onderzoek was terecht, want de baten en de kosten van de euro zijn heel moeilijk te berekenen. Maar Lombard Street was wel de eerste die de kosten van de structurele transfers door Duitsland en Nederland naar zuidelijke eurolanden überhaupt meenam in zijn onderzoek.

Uit onafhankelijke onderzoeken naar de baten van de euro blijkt dat de eenheidsmunt een klein positief effect heeft gehad op de Europese handel. Maar deze onderzoeken kijken alleen naar de baten, niet naar de kosten, en beslaan bovendien de periode vóór de eurocrisis. Pas door die crisis is duidelijk geworden dat de eurozone zich ontpopt tot een transferunie, die vooral voor sterke eurolanden zeer duur dreigt uit te pakken. De voormalige voorzitter van de Duitse werkgeversorganisatie BDI, Hans-Olaf Henkel, is om die reden van vurig voorstander in een felle euroscepticus veranderd.

Henkel geeft toe dat Duitse industriëlen zoals hij in eerste instantie voor de invoering van de euro waren, omdat landen als Italië en Spanje hun valuta dan niet meer konden devalueren. Duitse exporteurs hadden er veel last van dat de Italiaanse lire voortdurend in waarde daalde ten opzichte van de D-mark. Daar was gewoon niet tegenop te concurreren, mopperden ze. Dit leek de eurosupporters dus gelijk te geven.

Ironisch genoeg toont het ook aan dat Italië grotendeels afhankelijk was van devaluaties om de concurrentiepositie van zijn industrie overeind te houden. Omdat dit met dank aan de euro niet meer kan, raakt Italië steeds verderop bij Duitsland, wat de noodzaak van structurele transfers van Duitsland naar Italië weer versterkt. Beide landen worden dus slechter van de euro. De voordelen van de zwakke euro voor de Duitse export moeten ondertussen niet overdreven worden. Ten tijd van de loeisterke D-mark ging het ook prima met het Duitse bedrijfsleven. Volgens Henkel dwong de sterke D-mark Duitse bedrijven tot extra innovatie en productiviteit. De meeste Duitsers wilden de D-mark destijds ook helemaal niet kwijt. Frankrijk eiste dit offer van bondskanselier Kohl in ruil voor Franse medewerking aan de hereniging van Duitsland.

Bezuinigen en hervormen

Om de euro te behouden, moeten zwakke eurolanden langdurig bezuinigen en hervormen. Maar daar is geen democratisch draagvlak voor bij de burgers van die landen. Om de euro te behouden, moeten sterke eurolanden hun economie willens en wetens verzwakken of eeuwige miljardentransfers naar hun zwakke broeders aanvaarden. Ook daar is geen democratisch draagvlak voor. De derde mogelijkheid om de euro te behouden, is een fusie van de eurolanden tot de Verenigde Staten van Europa.

Een economische unie kan niet zonder een politieke. Economen hamerden daar al ver voor de invoering van de euro op, maar om politiek-opportunistische redenen is deze economische waarheid als een koe destijds genegeerd.

Moet de eurozone nu alsnog één land worden, met één regering? Dan kan Griekenland zich niet meer op kosten van de anderen in de schulden steken. Er is echter één probleem dat deze oplossing in de weg staat. De inwoners van de eurolanden willen het niet. Absolúút niet. Als vandaag in alle eurolanden een referendum gehouden zou worden over de vraag of de inwoners hun nationale soevereiniteit willen opgeven aan een Europese regering in Brussel, zou dit voorstel overal met overweldigende meerderheid worden weggestemd.

Conclusie: als de eurozone een democratie blijft, is de euro sowieso verdoemd. De euro kan alleen overleven onder een Brusselse dictatuur of oligarchie. Is dat dan wat de voorstanders van de euro willen? De neiging steeds kleinere natiestaten te stichten, is in Europa zeer sterk. Catalonië wil zich afscheiden van Spanje, Baskenland idem dito. Zodra Joegoslavië een democratie werd, viel deze federatie uiteen in afzonderlijke landen. Tsjechoslowakije viel uit elkaar. De Sovjet-Unie viel uit elkaar. Dit terwijl de culturele verschillen in deze muntunies veel kleiner waren dan die in de eurozone. De kosmopolitische elite die het 'Europese project' voortdrijft, onderschat het belang van cultuurverschillen. Welnu, er is geen Europese identiteit en die kan zelfs Jean-Claude Juncker niet creëren door vaak en fanatiek met Europese vlaggen te zwaaien.

Tegendeel

De Europese Unie moest de vrede in Europa bevorderen en de euro moest ertoe leiden dat de Europese economieën 'vanzelf' naar elkaar toe zouden groeien. Het tegendeel is gebeurd. De euro heeft de culturele en economische verschillen onder een vergrootglas gelegd en opgeblazen. De eurocrisis leidt tot wantrouwen tussen Europese landen, tot scheve ogen, tot beschuldigingen over en weer en soms zelfs tot regelrechte woede.

Supporters van de euro proberen hun tegenstanders af te schrikken door iets dat vroeg of laat toch wel gaat gebeuren als het Armageddon af te schilderen. Daarmee propageren ze een 'kicking the can down the road'- en 'uitstel van executie'-beleid. Ze zeggen dat alleen praten over terugkeer naar nationale munten al paniek op de financiële markten zal veroorzaken. Laat staan als we dat echt zouden doen.

Zolang stoppen met de euro een politiek taboe blijft, zal het einde inderdaad chaotisch zijn. Het is veel verstandiger ons op het onvermijdelijke voor te bereiden en te kiezen voor een gecontroleerde ontmanteling van de eurozone, nu dat nog kan. Die plannen zijn er al. Eurosceptische economen hebben voorgesteld in de overgangsfase naast de euro parallelle nationale munten in te voeren. De euro is niet van de ene op de andere dag ingevoerd en kan ook niet van vandaag op morgen worden afgeschaft. Dat zal ook niet kosteloos gaan.

Maar voor Nederland, Duitsland en andere sterke economieën zullen de kosten lager zijn dan die van de eeuwige miljardentransfers naar het zuiden, een chaotische ineenstorting van het eurokaartenhuis of een nieuwe oorlog omdat de Europese volkeren elkaar het licht in de ogen niet meer gunnen. Een historische blunder mag nooit alternatiefloos en onomkeerbaar heten. Daarin heeft Geert Wilders volkomen gelijk.

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden