Vroeggeboren euro zorgenkind centrale bankiers
Als de financiële markten de regeringsleiders geloven en de centrale banken zich committeren, gaat de derde fase van de Economische en Monetaire Unie eigenlijk al op 1 mei 1998 van start, acht maanden eerder dan gepland....
Van economische redactie
AMSTERDAM
Dit is de consequentie van de afspraken die dit weekeinde zijn gemaakt in Mondorf-les-Bains door de centrale bankiers en ministers van Financiën van de Europese Unie.
Maandag tastten de spelers op de financiële markten nog in het duister over de gevolgen van de aankondiging van zondag. Hoe kunnen de munten van de deelnemers aan de euro-kopgroep aan elkaar worden gekoppeld, terwijl de Europese Centrale Bank nog niet actief is, en de rentestanden nog kunnen verschillen?
Dat in het voorjaar van 1998 besloten wordt welke landen geacht worden te voldoen aan de toetredingscriteria uit het Verdrag van Maastricht, en daarom mee mogen doen met de euro, was al bekend.
De ministers van Financiën willen de regeringsleiders in een moeite door laten beslissen over de externe waarde van de euro. De regeringsleiders moeten antwoord geven op de vraag hoeveel guldens, marken en franken er in één euro gaan.
Het ligt voor de hand, zei de Nederlandse minister van Financiën Zalm zondag, dat de spilkoersen uit het Europese Monetaire Systeem hierbij als uitgangspunt dienen.
De munten van de kopgroeplanden worden dan nog niet onherroepelijk aan elkaar geklonken. De regeringleiders nemen begin mei 1998 slechts het politieke besluit welke waarde de euro op 1 januari 1999 moet krijgen.
Maar een dergelijke aankondiging heeft vergaande consequenties. Het is uitgesloten dat na mei 1998 de marktwaarde van valuta's sterk afwijkt van hun spilkoers. Anders gezegd: de huidige marge rond de spilkoersen, voor de meeste landen 30 procent, zal in de praktijk sterk worden teruggebracht.
Geloofwaardigheid immers, is de belangrijkste handelswaar van de centrale bankiers die het politieke besluit van de regeringsleiders moeten uitvoeren. En als de marktprijs van munten sterk afwijkt van de aangekondigde koers, dan verliezen de centrale banken geloofwaardigheid.
Europa's centrale bankiers zullen daarom een front vormen tegen speculanten. Alle instrumenten - aan- en verkopen van valuta's, en het rentewapen - moeten eensgezind worden ingezet om min of meer vaste verhoudingen te handhaven. Vandaar dat Zalm zondag zei: 'Laat de speculanten maar speculeren, ze worden er alleen maar arm van.' Dat klopt, als en zolang de bankiers stand houden.
De aankondiging van de waarde van de euro en de rol die centrale banken moeten spelen in het geloofwaardig houden hiervan, hebben directe consequenties voor het monetaire en budgettaire beleid van de Europese landen.
Het monetaire beleid komt al vanaf mei 1998 in het teken te staan van de 'pre-euro'. De renteverschillen tussen landen, die toch al op hun retour zijn door de convergentie sinds de ondertekening van het Verdrag van Maastricht, zullen afnemen, tenzij er een speculatieve aanval op een munt wordt ondernomen. Centrale bankiers zullen hun rente-stappen nog veel meer coördineren dan nu al het geval is.
Indirect zal de beleidsvrijheid van Europese landen ook op andere beleidsterreinen afnemen. Elke manoeuvre die invloed uitoefent op de wisselkoers zal in de periode mei tot en met december 1998 worden uitgesteld.
Frank Kalshoven