Vereende krachten helpen Van Veen overeind
Was het symbolisch dat ex-werkgeversvoorzitter Chris van Veen struikelde bij het betreden van het podium? Net nu het poldermodel in zwaar weer verzeild is geraakt en de sociale partners recht tegenover het kabinet staan, ging een van de geestelijke vaders van de overlegcultuur onderuit....
De val en wederopstanding van Van Veen zijn typerend voor het management van Nederland. 'Het is altijd de bedoeling er samen uit te komen', zei premier Wim Kok, destijds als vakbondleider de andere grondlegger van de overlegcultuur. Samen met de toenmalige premier Ruud Lubbers en VNO-voorzitter Van Veen was de ex-vakbondleider in Kasteel Oud-Wassenaar om een boek van journalist Marcel Metze over de Nederlandse managementcultuur in ontvangst te nemen. Zeventien jaar geleden waren Kok en Van Veen ook in Wassenaar. Toen smeedden ze in een opkamertje in huize Van Veen het Akkoord van Wassenaar. Deze overeenkomst, die werk boven inkomen beloofde, was de basis van het poldermodel.
Verwijzend naar het gekrakeel met werkgevers en werknemers over de sociale zekerheid, wees Kok er op dat het niet altijd pais en vree hoeft te zijn.
Natuurlijk begrijpt de premier dat de kabinetsplannen diep insnijden in de rol van de sociale partners en dat daardoor spanning ontstaat. Maar dat moet dan maar. De vakbeweging nam destijds ook geen verantwoordelijkheid voor de grote reorganisaties in de industrie. Wel had de vakbond een forse inbreng in het flankerende sociale beleid, hield Kok zijn gehoor voor. Ieder zijn eigen verantwoordelijkheid, zo heeft Kok het graag. Daarna komt men vanzelf wel weer bij elkaar. 'In eerste en ook in tweede aanleg zie je scherpe positioneringen. Maar na verloop van tijd komt men dan toch weer op een punt waarop men er samen uit kan komen.'
Ook auteur Marcel Metze ziet in het huidige conflict slechts 'een rimpeling' in de overlegcultuur. Het polderdenken is een momentopname uit een lange traditie. Uit welbegrepen eigenbelang werken overheid en sociale partners al sinds de Gouden Eeuw met elkaar samen.
Is het land in nood, dan kruipt men tegen elkaar aan. De strijd tegen het water, de dreiging van de Europese grootmachten en het beheersen van de koloniën, wakkerden het besef aan dat samenwerking onontbeerlijk was om het hoofd boven water te houden. Dat gevoel is door de eeuwen gebleven, betoogt Metze.
De huidige Nederlandse manager wordt gevormd door het steeds weer overbruggen van onoverbrugbaar lijkende tegenstellingen. 'De tegenstrijdigheden en dubbelhartigheden zijn spreekwoordelijk in Nederland. We zijn bourgondisch en calvinistisch, individualistisch en solidair, elitair en egalitair, paternalistisch en democratisch. In het buitenland kan men er niet goed bij. Men verdenkt ons van een diep ingebakken hypocrisie', schrijft hij.
Maar erg vindt hij het niet. Tijdens het schrijven kreeg hij steeds meer waardering voor het concensusmodel.
Ook de andere heren zijn niet bereid de overlegcultuur los te laten. Toenmalige premier Lubbers probeerde het nog wel even door op te merken dat een botsing tussen partijen net zo belangrijk kan zijn als een overeenkomst. Maar ook hij valt voor het polderland. 'Ik ben trots dat ik in Nederland leef.'