Veerman heeft vertrouwen in toekomst landbouw
Kaas, karbonaadjes, tulpen, aardappelen, tomaten en eieren. Ze komen uit Nederland en ook in de toekomst zullen ze daar vandaan komen....
‘Er komt veel op de sector af de komende jaren, zowel vanuit de markt als uit de samenleving. Maar er blijft ruimte en er is toekomst voor de sector in Nederland’, schrijft de bewindsman dinsdag in zijn toekomstvisie ‘Kiezen voor landbouw’. Dat vertrouwen vloeit voort uit het verleden: de Nederlandse boeren hebben laten zien dat ze om kunnen gaan met vermindering van de Europese productsteun, groeiende buitenlandse concurrentie en een steeds mondiger consument, die eisen stelt. Wereldwijd ziet het er voor de landbouw goed uit. De wereldbevolking groeit gestaag en de vraag naar voedsel zal volgens Veerman ‘twee keer zo snel’ toenemen, vooral in Azië en Afrika. De Nederlandse landbouw zal de komende decennia echter goeddeels aangewezen zijn op de Europese markt, verwacht Veerman. In Europa groeit de bevolking niet explosief en vraagt de markt niet om bulkproducten maar om kwaliteit. ‘Hier zal vooral de vraag naar producten met een duidelijk positief effect op de gezondheid relatief sterk toenemen. In het algemeen zullen de eisen in ons deel van de wereld kritischer en specifieker worden.’ De consument zal een steeds belangrijker rol spelen. De koeien, varkens en kippen moeten een fatsoenlijk leven achter de rug hebben, de sla moet zo min mogelijk resten bestrijdingsmiddel bevatten en natuur en milieu rond de landbouwbedrijven mogen niet lijden onder de voedselproductie. Veerman vertrouwt erop dat de boeren hierop in kunnen blijven spelen. De kracht van de Nederlandse land- en tuinbouw is volgens de minister de sterke verbondenheid met de rest van het ‘agrocluster': van de boer tot de slachterij, de voedselverwerkende fabrikanten en de supermarkten. ‘Deze economische inbedding in een veel breder cluster lijkt in Nederland verder voortgeschreden dan elders in Europa.’ De sterren lijken goed te staan voor de Nederlandse landbouw. Maar een goede toekomst komt niet zonder slag of stoot. De daling van het aantal boerenbedrijven bijvoorbeeld, die jaren geleden al is ingezet, zal de komende jaren doorzetten, verwacht Veerman. Niet iedereen die nu in de land- en tuinbouw actief is, zal daarin kunnen blijven werken. Hoewel het stoppen van een bedrijf soms ‘pijnlijk’ kan zijn, biedt het tegelijkertijd toekomst voor de ondernemingen mét perspectief. Keuzes maken staat de land- en tuinbouw de komende decennia te wachten. De sector zelf heeft daarbij voor Veerman het voortouw. De overheid zal een ondergeschikte rol spelen. Meer op de achtergrond moet de overheid ontwikkelingen en een goede toekomst stimuleren in plaats van die te regelen. ‘De opgaven zijn duidelijk, het is nu aan hen die werkzaam zijn in de sector te kiezen voor landbouw.’