'Van Vliet' 'belegt'

Van onze verslaggever

Joost Ramaer

AMSTERDAM

Een Nederlandse klant van B & G die anoniem wil blijven, heeft inmiddels aangifte gedaan van oplichting voor een bedrag van 'ongeveer 45 duizend gulden'.

De man had vorig jaar vijftigduizend gulden door B & G laten beleggen. Binnen twee maanden ging zijn belegging vrijwel geheel in rook op.

'Wij zijn actief op speculatieve markten waar je veel kunt verdienen, maar ook veel kunt verliezen', aldus een B & G-medewerker. 'Dat kan in de miljoenen lopen.' Volgens hem handelt B & G 'vanaf december 1995' in beleggingen op de 'financiële - en goederentermijnmarkten'. Andere gegevens over B & G wil hij niet geven.

De man, die zich voorstelt als Van Vliet, is bij B & G verantwoordelijk voor de klantenwerving. Zijn voornaam of initialen wil hij niet geven. 'Houdt u het maar op Van Vliet.'

Directeur van B & G is P. van Beek, eveneens een Nederlander.

Volgens de STE moet B & G een vergunning hebben om in Nederland te mogen handelen, ook al is het een Duits bedrijf. 'Van Vliet' bestrijdt dat. 'Wij handelen niet zelf op de beurs, maar via een Amerikaanse commissionair, US Securities & Futures in New York. Al onze geldstromen verlopen via de VS.'

In Duitsland heeft B & G geen vergunning nodig. 'Dat komt door een leemte in onze wetgeving', aldus woordvoerder J. Oberfrank van het Bundesaufsichtsamt für den Wertpapierhandel (BAWE) in Frankfurt.

'Bedrijven die geen bank zijn of makelaar op de beurs, vallen momenteel buiten ieder toezicht. Een nieuwe wet dicht dat gat, maar is pas vanaf 1 januari van kracht.'

Volgens 'Van Vliet' zal B & G onder de nieuwe Duitse wet een vergunning aanvragen. 'Anders ben je fout bezig.'

Door het gat in de wet is het grensgebied tussen Duitsland en Nederland volgens Oberfrank 'al jaren' een favoriet jachtterrein voor zogenoemde boiler room bedrijven. Deze ontfutselen beleggers via de telefoon in korte tijd grote bedragen voor speculatieve investeringen. Tegen de tijd dat die informeren naar het lot van hun beleggingen, blijken de firma en hun geld in rook te zijn opgegaan. De bijnaam, boiler room (ketelhok), verwijst naar de meestal schimmige vestigingsadressen.

De B & G-gedupeerde die inmiddels aangifte heeft gedaan, had vijftien mille overgehouden aan een belegging, 'en daar wilde ik wel een gok mee wagen'.

In maart 1996 stelde B & G hem voor te investeren in olie-termijncontracten, omdat 'Irak net weer olie was gaan exporteren'. Dat voorstel nam hij aan, maar voor 'niet meer dan drie à vier contracten'.

B & G stelde als 'enige restrictie' dat hij 25 mille zou overmaken 'om mee te handelen'.

Tijdens een bezoek aan huis liet een B & G-medewerker de man 'een fors aantal documenten' ondertekenen. Hij kreeg geen kans die 'eens rustig door te lezen, want betreffende heer kwam ''om zaken te doen'', en achtte het niet zinvol nog eens terug te komen'.

Een week later belde B & G hem 'tegen de afspraak' op zijn werk: de klant moest nog eens 25 mille overmaken, 'want het feest ging beginnen', en B & G liet zich 'niet twintigduizend dollar door de beus boren'.

'Tierend en scheldend' wist de B & G'er de klant tot de tweede overboeking te bewegen. Diens B & G-saldo slonk van 27.873 dollar op 15 april 1996 tot 13.551 dollar elf dagen later. Op 11 juni was er nog maar 2102 dollar over.

Volgens het niet gelezen contract, zoals alle B & G-correspondentie in het Duits gesteld, heeft de man B & G een 'opdracht en volmacht' gegeven in zijn naam en voor zijn rekening te handelen, naar B & G's 'eigen inzicht en zonder ruggespraak' met de klant.

Deze volmacht mag B & G 'geheel of gedeeltelijk' overdragen aan derden. Verder krijgt B & G een bedrag ineens bij ondertekening, plus 10 procent van 'iedere betaling' door de belegger, plus 20 procent van de maandelijkse netto winst.

Ten slotte is de klant ook B & G's Amerikaanse commissionair 'maximaal 140 dollar' per transactie verschuldigd. 'De voornoemde commissie (. . .) vergroot het mogelijke verlies en verkleint de winst', heet het ten overvloede.

Volgens het contract is de klant ermee bekend, dat 'grote handelsactiviteit en ongunstige koersontwikkelingen' zijn B & G-saldo onder omstandigheden 'total aufbrauchen können'.

Niettemin haalt B & G volgens 'Van Vliet' 'behoorlijk wat geld weg uit Nederland'.