Van Ardenne boos over schuldendeal

De Club van Parijs, waarin rijke landen afspraken maken over de vaak torenhoge schulden die ontwikkelingslanden aan hen hebben uitstaan, besloot de Nigeriaanse schuld op 29 juni voor 60 procent kwijt te schelden. In totaal wordt 18 miljard dollar kwijtgescholden.

De minister wil nog niet van een definitief akkoord spreken. Nigeria moet onder andere nog met het Internationaal Monetair Fonds in Washington een akkoord sluiten over economische hervormingen. Maar op de begroting van het ministerie van Buitenlandse Zaken, die dinsdag werd gepresenteerd, is voor de kwijtschelding dit jaar al een voorziening van 60 miljoen euro opgenomen, volgend jaar 200 miljoen euro, en in 2007 nog eens 250 miljoen.

In totaal bedraagt de Nigeriaanse schuld aan Nederland volgens de minister 1,2 miljard euro. De schuld werd volgens de minister opgedaan door ‘grote Nederlandse bedrijven’ die in Nigeria handel dreven; toen de schulden niet inbaar bleken, werden ze door de Nederlandse staat van die bedrijven overgenomen.

Het totale bedrag dat de kwijtschelding Nederland gaat kosten, kan oplopen tot 720 miljoen euro. Dit bedrag zal ten koste gaan van het geld dat voor ontwikkelingssamenwerking is bestemd. Oppositiepartijen en ontwikkelingsorganisaties zijn het daarmee niet eens. Volgens hen moet de kwijtschelding uit algemene middelen worden gefinancierd, zodat andere arme landen er niet onder te lijden hebben.

Van Ardenne is ongelukkig met de manier waarop het principe-akkoord tot stand is gekomen. Het akkoord werd voorgekookt tijdens een G8-top in Engeland, zonder dat kleine landen als Nederland werden geraadpleegd. De Club van Parijs, waarin Nederland wel deelneemt, werd vervolgens voor een voldongen feit gesteld. ‘De Engelsen hebben dit heel hard gespeeld’, zegt de minister. ‘Wij zijn er niet aan te pas gekomen.’

De minister is vooral ongelukkig over het principe-akkoord omdat de Nigeriaanse schuld volgens haar ‘niet onhoudbaar’ is. Voordat ontwikkelingslanden voor kwijtschelding in aanmerking komen, willen rijke landen zeker weten dat die landen niet meer in staat zijn op eigen kracht uit de schulden te komen. Omdat Nigeria als olieproducerend land volop inkomsten heeft, is dat volgens Van Ardenne niet het geval. ‘Ik vind dit erg zuur voor andere arme landen die ook hoge schulden, maar geen olie hebben. Wij willen er in ieder geval voor zorgen dat de extra middelen die de Nigeriaanse regering door de kwijtschelding krijgt, voor armoedebestrijding worden ingezet’.