analyse

Steunmaatregelen op de koopwoningmarkt leiden vooral tot hogere biedingen

Starters op de woningmarkt bekijken een huis in Den Bosch. Om starters te helpen werd de overdrachtsbelasting vorig jaar voor hen verlaagd.  Beeld Marcel van den Bergh / de Volkskrant
Starters op de woningmarkt bekijken een huis in Den Bosch. Om starters te helpen werd de overdrachtsbelasting vorig jaar voor hen verlaagd.Beeld Marcel van den Bergh / de Volkskrant

Het blijft een lastig huwelijk, de overheid en de koopwoningmarkt. Hulp voor kandidaat-huizenkopers leidt niet zelden tot een prijsstijging. Laura van Geest, voorzitter van de Autoriteit Financiële Markten, zei het enkele maanden geleden zo in de Volkskrant: ‘Douceurtjes leiden tot meer vraag en hogere huizenprijzen. Ze klinken sympathiek maar pakken onsympathiek uit.’

Marc van den Eerenbeemt

Hypotheekrenteaftrek

De bekendste steunmaatregel voor de koopwoningmarkt is de hypotheekrenteaftrek, een fiscale regeling die de netto rentelast van een lening zo ongeveer halveerde. Dat voordeel bleek in de afgelopen decennia een belangrijke motor voor een stijging van de Nederlandse huizenprijzen. Het genereuze arrangement moet het eigenwoningbezit bevorderen, maar de huizenprijzen zijn inmiddels zo hoog, dat een koopwoning voor velen onbereikbaar is.

Sinds 2014 wordt het voordeel stapsgewijs afgebouwd, naar 37 procent in 2023. Nu de rente historisch laag is (en het fiscale voordeel dus relatief gering) wordt opnieuw gepleit voor verdere afbouw van deze subsidie voor de huiseigenaar.

De overheid ging wel strengere voorwaarden stellen aan het gebruik van de hypotheekrenteaftrek. Sinds 2013 moet de huiseigenaar zijn hypotheeklening geheel aflossen, stapsgewijs gedurende de looptijd van die lening. Ook werd het maximale leenbedrag vanaf 2013 in vijf jaar verlaagd van 105 procent naar 100 procent van de waarde van het huis.

De ‘kosten koper’, zoals de rekening van de makelaar, mogen niet worden gefinancierd met een opslag op de hypotheeklening. Voor het betalen van de overdrachtsbelasting geldt hetzelfde. Die moet dus uit eigen zak worden betaald. Door die beperkingen kunnen veel huizenkopers minder lenen dan voorheen – en dus ook minder bieden. Huishoudens met twee inkomens kregen het overigens juist iets makkelijker, hun leennorm werd iets verruimd.

Overdrachtsbelasting

Om starters op de woningmarkt te helpen werd de overdrachtsbelasting vorig jaar voor hen verlaagd van 2 naar 0 procent. Voor woningbeleggers ging de belasting juist van 2 naar 8 procent. Het heeft de starters vooralsnog weinig geholpen. Het voordeel verdween meteen in hogere biedingen.

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden