Shell trekt zich terug uit gasproject Abu Dhabi
Shell trekt zich terug uit een miljardeninvestering in het Arabisch emiraat Abu Dhabi waarin het samen met de nationale oliemaatschappij ADNOC voor dertig jaar aardgas zou gaan winnen voor lokaal gebruik.
Verdere ontwikkeling van het Bab gasproject 'past niet in de strategie van Shell', maakte het bedrijf maandag bekend. 'Vooral niet in het huidig economisch klimaat van de energie-industrie.'
Door zich op de valreep terug te trekken, ontloopt Shell een voorgenomen investering van naar schatting 4,4 miljard dollar (4,03 miljard euro). Aangenomen wordt dat de multinational dit bedrag niet kan opbrengen.
Gisteren daalde de olieprijs opnieuw, nu naar het laagste niveau sinds 2003, ondermeer naar aanleiding van de mededeling van Iran dat het dit jaar een half miljoen vaten extra op de markt zal brengen.
Opmerkelijk besluit
Vanwege de lage olieprijs en lagere winsten zoeken alle grote olie- en gasbedrijven naar mogelijkheden om te besparen en desinvesteren, mede om het traditioneel hoge dividend aan aandeelhouders te kunnen blijven uitkeren.
Vorig jaar beloofde Shell de kosten en uitgaven al met 11 miljard dollar terug te zullen brengen. In de periode 2016-2018 zou voor 30 miljard dollar aan bezittingen worden verkocht, werd aangekondigd.
Het besluit is niettemin opmerkelijk, omdat Shell zich in de toekomst meer op gas dan olie zegt te willen richten. Het gasveld Bad in de Abu Dhabi is een van de grootste gasvelden van het land met een verwachte productie van 14,2 miljoen kubieke meter verkoopbaar gas per dag: bijna één-vijfde van wat vorig jaar uit het Groninger gasveld werd gehaald.
'Het biedt ruimte voor verdere uitbouw van alles wat we in eerdere velden hebben ontwikkeld', zei Andrew Vaugham, Shell-directeur voor Abu Dhabi, Koeweit en Syrië, bij een presentatie van de plannen. De totale investering, samen met ADNOC, werden geschat op 11 miljard dollar.
Hogere verkoopprijs
Shell heeft een aandeel van 40 procent in het project en zou gaan optreden als uitvoerder. Het contract met de staatsoliemaatschappij werd in 2013 gesloten door Peter Voser; de voorganger van de huidige algemeen directeur Ben van Beurden. Aan voorbereiding en onderzoek zijn de laatste jaren vermoedelijk al vele miljoenen uitgegeven, maar getallen maakte het bedrijf maandag niet bekend.
Aanvankelijk had het project al vorig jaar groen licht moeten krijgen. De definitieve investeringsbeslissing werd echter uitgesteld, naar verluid mede om een hogere verkoopprijs voor het gas te bedingen bij het staatsbedrijf dat als partner optreedt. Dat is kennelijk niet gelukt.
Ondanks de gemakkelijke toegang vanaf land, zijn de kosten voor gaswinning in het Bad-veld relatief hoog. Het opgepompte gas bevat extreem veel zwavel en (het broeikasgas) CO2, dat van het verkoopbare deel moet worden gescheiden. De geschatte dagelijkse productie van bijproducten zou 13.000 ton zwavel en 7.000 ton CO2 zijn geweest. Het broeikasgas zou in nabijgelegen olievelden moeten worden gepompt, om de productie daarvan op te peppen.
Shell won de aanbesteding van het gasproject in 2013 van de Franse rivaal Total. De grote hoeveelheden zwavelverbindingen en kooldioxide die zouden worden opgepompt, zijn in potentie dodelijk voor mensen en zouden dus extra risico's met zich meebrengen. Het gasveld ligt in de nabijheid van een van de Abu Dhabi's drukke oliefaciliteit Habshan. Shell-directeur Vaugham benadrukte dat het bedrijf alle techniek in huis heeft om de risico's te pareren.