nieuws

SCP: grote verschillen tussen sociale klassen in Nederland, een op de zes zit aan de onderkant

Het op het oog zo egalitaire Nederland telt zeven sociale klassen met grote onderlinge verschillen, constateert het Sociaal en Cultureel Planbureau in nieuw onderzoek. Het is verstandig de hardnekkige ongelijkheid aan te pakken, stelt het SCP, om nog meer maatschappelijke problemen te voorkomen.

Wilco Dekker
Nederland telt zeven sociale klassen, waarbij tussen de bovenkant en onderkant ‘een groot gat gaapt in de hulpbronnen waarover men beschikt’. Beeld Joris van Gennip
Nederland telt zeven sociale klassen, waarbij tussen de bovenkant en onderkant ‘een groot gat gaapt in de hulpbronnen waarover men beschikt’.Beeld Joris van Gennip

Nee, een klassenmaatschappij zoals bijvoorbeeld het Verenigd Koninkrijk wil hoofdonderzoeker Cok Vrooman van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) Nederland niet direct noemen. Maar een egalitair land, zoals vaak wordt gedacht, zijn ‘we’ ook zeker niet. Nederland telt zeven sociale klassen, waarbij tussen de bovenkant en onderkant ‘een groot gat gaapt in de hulpbronnen waarover men beschikt’.

Dat staat in het SCP-rapport Eigentijdse Ongelijkheid dat dinsdag is verschenen. Het eigentijdse aan het onderzoek is dat niet alleen is gekeken naar de traditionele kloof tussen arm en rijk. Dat economisch kapitaal (inkomen, vermogen, beroep, opleiding) is wel in kaart gebracht, maar daarnaast is ook het sociaal kapitaal meegenomen: wie ken je en wat is je sociale netwerk?

Verder is het cultureel kapitaal onderzocht (Waar pas je bij? Ken je de maatschappelijke codes?) en ten slotte het persoonskapitaal: wat is je fysieke en mentale gezondheid, en je aantrekkelijkheid als het gaat om uiterlijk en charme. Voor het onderzoek werden gegevens van het CBS gebruikt en 6.800 respondenten ondervraagd.

Uit het onderzoek blijkt dat een op de zes Nederlanders (16,3 procent) een achterstand heeft op deze vier terreinen. Een groep van 19,9 procent heeft over de gehele linie juist een voorsprong. Deze structurele ongelijkheid is hardnekkig, stelt het SCP, en heeft grote gevolgen.

Zeven sociale klassen

Op basis van de vier soorten kapitaal komen de onderzoekers tot zeven sociale klassen. Bovenaan staat de werkende bovenlaag, de 19,9 procent die het dus op alle terreinen goed heeft en die vooral VVD, D66 en GroenLinks stemt. Daarna komen de jonge kansrijken (8,6 procent), twintigers en dertigers die ook goed af zijn met alle hulpbronnen, maar die nog niet zoveel inkomen en vermogen hebben.

De rentenierende bovenlaag (12,2 procent) heeft wel veel geld, maar minder sociaal netwerk, omdat ze niet meer werkt. De werkende middengroep is met bijna een kwart van de volwassenen de grootste groep. Deze telt veel tweeverdieners met kinderen en scoort op of iets boven het gemiddelde op elk van de vier hulpbronnen.

Daarna beginnen de problemen. De laagopgeleide gepensioneerden (18,1 procent) blijven op veel van de vier terreinen achter, maar hebben wel een redelijk inkomen en vrij veel vermogen, vaak in de eigen woning. De 10 procent onzekere werkenden is vaak werkloos of heeft tijdelijke contracten en is mentaal de meest kwetsbare groep.

Het precariaat (6,3 procent) ten slotte is het spiegelbeeld van de werkende bovenlaag. Ze hebben van alle vier soorten kapitaal weinig. Het zijn vaak 75-plussers en andere niet-werkzoekenden, zoals arbeidsongeschikten. Als ze stemmen, kiezen ze voor PVV, PvdA of Denk.

null Beeld

Verder zijn, zo blijkt uit het onderzoek, vrouwen ondervertegenwoordigd in de werkende bovenlaag en oververtegenwoordigd bij de laagopgeleide gepensioneerden, onzekere werkenden en het precariaat. Migranten met een niet-westerse achtergrond komen heel weinig voor in de rentenierende bovenlaag, de werkende middengroep en de laagopgeleide gepensioneerden. In de twee onderste lagen vormen ze met ongeveer eenderde een behoorlijk grote groep, maar niet de meerderheid. De meerderheid heeft ouders die in Nederland geboren zijn.

Op de vraag naar politieke verweesdheid – ‘doet de overheid genoeg voor mensen als ik’ – antwoordt in de bovenste laag slechts 10 procent ontkennend. In groepen onderaan is dat 42 tot 55 procent. Ook op de vraag of het goed gaat met Nederland lopen de antwoorden uiteen tussen hoog en laag. Datzelfde geldt voor het stemgedrag. In de onderste lagen gaat 22 tot 43 procent niet stemmen.

Zorgelijk volgens SCP

Het SCP, een belangrijk adviesorgaan van het kabinet dat dit onderzoek op eigen initiatief uitvoerde, denkt dat er redenen zijn voor zorg. Zo lijken de sociale verschillen sinds 2014, toen een laatste vergelijkbaar onderzoek is gedaan, niet erg te verminderen.

Verder berusten de verschillen volgens het SCP deels op onrechtvaardige oorzaken, zoals discriminatie of een opeenstapeling van pech. En de verschillen hebben waarschijnlijk ongewenste gevolgen voor het persoonlijk welbevinden, de sociale cohesie in de samenleving en onvrede over het gevoerde beleid.

‘Niet één op één’, zegt hoofdonderzoeker Vrooman. ‘Het is niet zo dat dit allemaal zou verdwijnen als de klassenverschillen geëgaliseerd zouden worden. Maar het is wel een component.’ De groepen aan de onderkant hebben minder kansen in de maatschappij en minder vertrouwen in andere mensen, in politiek en de overheid. Volgens het SCP moet het kabinet ervoor zorgen ‘dat deze kritische burgers betrokken blijven bij de politiek’.

Welk kapitaal is nodig?

Maar alleen aan de economische knoppen draaien om de klassenverschillen aan te pakken helpt niet, denken de onderzoekers. Wat ook niet helpt: de burger wijzen op de eigen verantwoordelijkheid om uit de problemen te raken. ‘Je netwerk vergroten en cursussen volgen helpt vooral bij mensen die dat kapitaal al hebben, en bij jongeren. Mensen onderaan de ladder zelf verantwoordelijk maken, zal de verschillen dus alleen maar groter maken.’

Wat wel kan helpen: een gerichte aanpak van de overheid voor de groepen aan de onderkant, door goed te kijken wat ze aan kapitaal nodig hebben in welke levensfase. Verder kan het volgens het SCP nuttig zijn ook de bovenkant daarbij te betrekken.

‘Daar zie je vrij gesloten netwerken van mensen die elkaar maatschappelijk de bal toespelen’, zegt Vrooman. ‘Ze proberen hun eigen bevoorrechte positie af te schermen door andere groepen de toegang ertoe te ontzeggen, via bijvoorbeeld het schoolsysteem en bepaalde codes van kleding en spreken. Het is niet eenvoudig zulke mechanismen te doorbreken, maar het is goed om het te proberen.’

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden