'Positie Nederland als doorvoerland onder druk'
Nederland heeft zijn langste tijd als belangrijk doorvoerland gehad als er niet snel iets gebeurt aan de te dure importcontroles. Dat schrijft een groep logistieke brancheverenigingen, het Havenbedrijf Rotterdam en exportvereniging Fenedex. Reden: 'de enorme importtarieven van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA), die soms wel tot meer dan 70 procent hoger zijn dan in onze buurlanden'.
Het gaat vooral over importtarieven voor vlees en fruit. Bedrijven die niet-Europese etenswaren invoeren, moeten die verplicht door een lokale voedsel- en warenautoriteit laten controleren, mede om voedselfraude te voorkomen. In Nederland wordt dat toezicht uitgevoerd door de NVWA. Eenmaal in Europa kan het eten vervolgens zonder verdere controle doorreizen naar andere landen.
Maar bij die eerste controles gaat het mis, stellen de brancheclubs. Uit een onderzoek van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu afgelopen zomer, blijkt namelijk dat Nederland de hoogste inspectiekosten van heel Noordwest-Europa heeft. Hier worden alle kosten doorberekend aan de invoerende partij, in omringende landen betaalt de overheid ook een deel.
En dat zou moeten veranderen, zegt bijvoorbeeld directeur Bas Janssen van havenondernemersorganisatie Deltalinqs, een van de ondertekenaars van de brief. 'Niets is zo volatiel als het vervoer van goederen per container. Het is net water, het gaat zo snel mogelijk naar het laagste punt. Tarieven zijn dus ongelooflijk bepalend voor welke havens bedrijven kiezen.'
Bezuinigen op inspectie
'Wij merken nu al dat er klanten zijn die Rotterdam inruilen voor bijvoorbeeld Belgische havens', zegt ook een woordvoerder van het Havenbedrijf Rotterdam. Zo verlegde een van de grootste kippenvleesproducenten ter wereld onlangs zijn ladingstroom van Rotterdam naar Antwerpen 'puur vanwege de kosten'. Als die trend doorzet, zo luidt de waarschuwing, kan dat op termijn gevolgen hebben voor banen van bijvoorbeeld Nederlandse verladers, transporteurs en havenarbeiders.
Staatssecretaris Dijksma, die namens Economische Zaken de inspectietarieven van de NVWA bepaalt, gaf eerder al aan niet te willen bezuinigen op inspectie. Niet alleen gaat het om zogenoemde 'hoge risico goederen', ook ligt er sinds een aantal recente schandalen meer nadruk op het bestrijden van voedselfraude.
Bovendien, zo pareert het ministerie, verschillen de totale importkosten voor buitenlandse bedrijven nauwelijks met bijvoorbeeld Belgische of Duitse invoerhavens. De inspectiekosten zijn weliswaar hoger, maar de logistieke kosten (veruit de grootste kostenpost voor importeurs) zijn in Nederland zweer beduidend lager dan in omringende landen. De angst om klanten, en op termijn banen, te verliezen, zou daarom ongegrond zijn; invoerende bedrijven kijken alleen naar de totale kosten, niet naar hoe die kosten zijn opgebouwd.