Pensioenleeftijd blijft in hoog tempo stijgen
De leeftijd waarop Nederlanders met pensioen gaan, blijft in hoog tempo stijgen. Het afgelopen jaar is de gemiddelde pensioenleeftijd met vier maanden toegenomen en kwam de leeftijd waarop mensen ophouden met werken, dicht bij 65 jaar. Dat concludeert het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) dinsdag.
Maatregelen om de pensioenleeftijd te verhogen hebben een groot effect, blijkt uit de CBS-analyse. Van de zeven onderzochte economische sectoren zijn er nog maar vier waar de gemiddelde pensioenleeftijd lager is dan 65 jaar.
De gemiddelde leeftijd waarop werknemers met pensioen gaan, stijgt overigens al negen jaar. Tussen 2006 en 2015 liep hij op van 61 naar 64 jaar en 5 maanden. Begin deze eeuw lag de gemiddelde pensioenleeftijd nog rond de 61 jaar. Vorig jaar was voor het eerst al meer dan de helft van gepensioneerden 65 jaar of ouder. In 2008 gold dat nog maar voor 20 procent.
In de sectoren gezondheidszorg en welzijn, de bouw, het onderwijs en overheid en openbaar bestuur ligt de gemiddelde pensioenleeftijd nu nog ongeveer achttien maanden onder de 65. In de financiële wereld houdt men gemiddeld precies op deze leeftijd op met werken. Vooral in de landbouw en visserij en de sector cultuur, milieu- en andere dienstverlening wordt al lang doorgewerkt: gemiddeld tot ruim 67 en ruim 66 jaar.
De hogere pensioenleeftijd is het gevolg van verhoging van de AOW-leeftijd en van het verdwijnen van allerlei voor ouderen gunstige regelingen, zoals vut- en prepensioen. Werknemers worden daardoor gedwongen langer door te werken. In de sectoren waar de gemiddelde pensioenleeftijd nog iets lager is, bestaan zulke regelingen deels nog wel als overbruggingsmaatregel.
Vroege afzwaaileeftijd bij Defensie
De gemiddeld lage pensioenleeftijd bij de overheid wordt ook veroorzaakt door de vroege afzwaaileeftijd op het ministerie van Defensie, waar twee jaar geleden werknemers gemiddeld nog op hun 59ste stopten met werken.
Onduidelijk is hoeveel Nederlanders hun pensioen niet meer halen omdat ze overlijden voordat hun latere pensioenleeftijd ingaat. Het CBS heeft daarnaar geen onderzoek gedaan. Uit eerdere cijfers bleek dat gemiddeld een op de zes Nederlanders zijn of haar pensioen of AOW niet haalt.
Tot de verhoging van de AOW-leeftijd werd in 2013 besloten. Twee jaar later lag de AOW-leeftijd al op 65 jaar en 3 maanden en in 2016 wordt dat 65 jaar en 6 maanden. De komende jaren zal de leeftijd verder oplopen.
Vutters worden in elk geval steeds uitzonderlijker. In absolute getallen valt de daling op van het aantal werknemers van 61 en 62 jaar dat ophoudt met werken.
Bij de 61-jarigen zette vanaf 2010 een scherpe daling in van 13.200 pensioengangers tot 3.700 in 2015. Bij de 62-jarigen kwam de knik naar beneden een jaar later en daalde het aantal pensioengangers van 15.400 in 2011 tot 5.900 in 2015.
