Oprichter easyJet dient aanklacht in tegen easyJet
Vandaag dient voor een Londense rechtbank een bijzondere zitting: de Britse budgetmaatschappij easyJet moet zich verdedigen tegen een aanklacht van zijn oprichter en grootaandeelhouder, sir Stelios Haji-Ioannou.
Het conflict draait om het gebruik van de naam ‘easy’ en de kenmerkende oranje kleur van het merk. Stelios beweert dat easyJet afspraken over de merknaam schendt die gemaakt zijn toen hij het bedrijf in 2000 naar de beurs bracht.
Toen werd afgesproken dat easyJet zich hoofdzakelijk zou blijven toeleggen op vliegen en dat van de omzet hooguit 25 procent afkomstig mocht zijn van andere activiteiten.
Stelios bedong deze afspraak omdat hij bang was dat die ‘andere activiteiten’ anders zouden gaan concurreren met de bedrijven die hangen onder zijn eigen easyGroup, zoals easyCar, easyHotels, easyPizza en nog veertien andere easybedrijven.
EasyJet houdt zich volgens Stelios niet aan deze afspraak. Hij zal vandaag proberen aan te tonen dat veel dan 25 procent van de omzet uit andere activiteiten dan vliegen voorkomt.
Daarbij hanteert hij een scherpe definitie: alleen de prijs van een vliegticket behoort tot vliegomzet. Als passagiers extra geld betalen voor het inchecken van extra bagage of voor speedy boarding (voorrang bij het instappen) of een zakje chips aan boord kopen ziet Stelios als ‘andere inkomsten’.
Als de rechter Stelios gelijk geeft, kan hij om extra royalty’s vragen voor het gebruik van de naam easyJet.
In het ergste geval kan de man die in 1995 als 28-jarige easyJet oprichtte, eisen dat de luchtvaartmaatschappij een andere naam kiest.
Maar zover zal het vast niet komen; de kapitaalvernietiging die dat oplevert is niet in zijn persoonlijke belang, hij is immers nog steeds grootaandeelhouder (25 procent).
