Ook eenvoudige slager kan hogerop
De Amerikaanse organisatie Endeavor helpt veelbelovende ondernemers in landen als Turkije en Brazilië. Niet met geld, maar met contacten en morele steun....
Emre Mermer uit Istanbul zag zichzelf tot een paar jaar geleden als een ‘eenvoudige slager’ die gewoon goede kebab maakte. Hij was zich ervan bewust dat de eerste woorden ‘hoi, ik ben de slager’ zelden een verpletterende indruk op de meisjes maakten. Zijn zelfbeeld en toekomstperspectief waren beperkt: ambachtsman, boerenzoon, slager.
Dit veranderde toen hij de mensen van Endeavor ontmoette, vertelt Mermer tijdens een bezoek aan New York. Deze Amerikaanse organisatie helpt beginnende ondernemers in opkomende landen waar de bedrijfscultuur nog niet volwassen is. Niet met geld. Endeavor brengt jonge, kansrijke ondernemers bijvoorbeeld wél in contact met belangrijke mensen in het zakenleven en de bankwereld die zij anders nooit zouden ontmoeten. Ook op andere manieren probeert Endeavor hun zelfvertrouwen te vergroten.
Het werkte bij Mermer. Hij was door de Turkse afdeling van Endeavor geïdentificeerd als een potentiële ‘high-impact entrepeneur’: een ondernemer die als werkgever een grote invloed kan hebben op zijn omgeving en die de mensen en bedrijven om hem heen inspireert. Na een streng selectieproces van zes maanden, begeleid door de beste zakenlieden van Turkije, werd de slager inderdaad een ‘Endeavor-entrepeneur’.
Door de contacten en steun die hij kreeg, groeide Dükkan, Mermers vleeshandel en keten van steakrestaurants. Inmiddels reist hij zelf naar Argentinië om te leren over het beste vee en vlees. Kort geleden is zijn nieuwe steakhouse in Istanbul geopend in het gebouw waar ook de dure modewinkel Prada zit.
Mermer maakt winst, en furore in culinair Turkije. Wereldwijd zijn er nog veel meer Mermers. Endeavor is actief in elf landen. Dat moeten in 2015 zeker 25 zijn.
In totaal worden op dit moment 409 ondernemers bijgestaan. Die posities zijn felbegeerd. Elmira Bayrasli van Endeavor vertelt in New York dat er circa achttienduizend aanmeldingen kwamen voor de vierhonderd beschikbare plaatsen. ‘We moeten bijzonder streng selecteren.’
Oprichter Linda Rottenberg van Endeavor vroeg zich in 1997 af hoe ze jonge, enthousiaste zakenlieden – met goede ideeën maar te weinig geld – kon helpen in landen in de ‘tweede wereld’. Zij werkte in Argentinië voor een ideële organisatie en vond dat er ook steun moest komen voor ‘gewone’ ondernemers die risico wilden nemen op de vrije markt.
Haar voorbeeld was Silicon Valley, de welvarende regio in de Amerikaanse staat Californië, het hart van de technologie- en internetrevolutie. Die streek is uniek vanwege de ligging, het klimaat, nabije topuniversiteiten en het kapitaal dat er beschikbaar is.
Rottenberg vroeg zich af: ‘Waarom kan de volgende Silicon Valley niet in Caïro, Johannesburg of Sao Paulo verrijzen?’
Het antwoord is volgens haar in de eerste plaats een kwestie van cultuur. Politieke en zakelijke elites schermen zich in veel niet-westerse landen af en staan wantrouwig tegenover jong talent. In Silicon Valley is de sfeer heel anders. Daar worden mislukking én succes gevierd zonder dat de mensen met geld, prestige en ervaring een dam opwerpen.
Samen met financier Peter Kellner en met de hulp van een handvol rijke filantropen zette ze Endeavor op. Het is een succesverhaal voor de veelal jonge mensen die worden geholpen in onder meer Jordanië, India, Zuid-Afrika, Chili en Brazilië. Nadat zij zijn gespot, worden ze in contact gebracht met het lokale bestuur, dat bestaat uit bekende, invloedrijke toplieden van grote bedrijven. Zo ontstaat al in het selectieproces een informeel netwerk dat van groot belang kan zijn voor een startende onderneming.
De invloed van het mondiale netwerk is vooral te zien in werkgelegenheid. Gemiddeld werken er 188 mensen bij Endeavor-ondernemingen. In totaal hebben deze bedrijven wereldwijd meer dan negentigduizend ‘banen van hoge waarde’ gecreëerd. Deze werknemers verdienen gemiddeld vijf maal zoveel als het minimumloon in hun land. De ondernemingen boeken tezamen een jaaromzet van 2,4 miljard dollar. Belangrijk is dat 96 procent van de Endeavor-bedrijven na een jaar nog steeds bestaat. Doorgaans is dat veel minder, zeker in minder stabiele economieën.
Een indicatie van de indirecte ‘impact’, waar de mensen van Endeavor het steeds over hebben, is dat er sinds 1997 in de diverse landen 306 nieuwe bedrijven zijn opgericht met directe, al dan niet financiële steun van Endeavor-ondernemers.
Didem Altop van Endeavor Turkije onderstreept het rolmodel-effect. ‘We scheppen een omgeving van vertrouwen en bieden expertise, een netwerk en ervaring.’ Altop onderstreept dat Endeavor geen geld geeft, maar wel ‘de waarschijnlijkheid vergroot dat geld op organische wijze beschikbaar komt’ voor de jonge ondernemer. Waarmee zij bedoelt: als Endeavor jonge ondernemers goed helpt, volgt het financiële succes vanzelf.
Neem Speedcity, een familiebedrijf in Istanbul waar de liefhebber van motorsport zich op een racesimulator kan uitleven. Het was een idee van Ali Özgün, zijn broer en zus, allen in de Verenigde Staten opgegroeid en liefhebbers van snelle auto’s. Ze keerden in de jaren negentig terug naar hun vaderland, maar in voetballand Turkije was de belangstelling voor autosportentertainment gering. De Özgüns wisten zeker dat hun plan goed was, maar niet hoe ze het gestalte konden geven.
Dit jaar werd Ali Özgün een Endeavor-ondermemer na de maandenlange selectieprocedure. De gevolgen waren snel voelbaar. ‘Je krijgt er meer zelfvertrouwen door. Media komen naar je toe. Opeens ben je een winnaar’, vertelt Özgün. ‘Banken en andere bedrijven zijn zich bewust van je bestaan en willen erbij zijn.’
Ondanks alle succesverhalen heeft oprichter Linda Rottenberg kritiek gekregen. Ze zou zich alleen op de elites richten, terwijl die mensen er toch wel zouden komen, en niks doen aan fundamentele armoede en andere sociale problemen. Maar van het verwijt van een ‘elitaire’ aanpak wil zij niets weten. ‘Mensen klaagden dat we alleen maar proberen de middenklasse op te bouwen en de armen niet helpen. Maar academisch onderzoek laat zien dat een sterke middenklasse van cruciaal belang is voor brede, structurele welvaart.’
De slager Emre Mermer: ‘Niemand werkt zich rot om filantropische redenen. Je wilt geld verdienen en een goed bestaan opbouwen.’ Daar is niks mis mee, zegt hij. ‘De omgeving profiteert. Je vervult een voorbeeldfunctie.’
Zo geeft de aanmoediging van Endeavor hem vertrouwen in zichzelf, én in de mogelijkheden van de mensen om hem heen, heeft de vleesexpert ervaren. ‘Het gevoel dat ‘je het kan’ is ongrijpbaar, maar het maakt een wereld van verschil.’