NOG 527 DAGEN TOT DE EMU

De euro zal een zwakke munt worden, daar waren velen het vorige week over eens. Bewijs? De Duitse mark moest terrein prijsgeven aan de dollar en de wisselkoers doorbrak zelfs eventjes de 'barriere' van 1,80 Dmark....

HARKO VAN DEN HENDE

Zwak

Het enige argument dat de aanhangers van de zwakkemunttheorie hebben, is dat er straks heel veel landen aan de Economische en Monetaire Unie zullen mogen meedoen. Dat het zoveel landen zijn is misschien nog niet het ergste. Dat Italië ook daarbij hoort wel.

Italië, de afgetrapte laars van Europa, het land met de wildste overheidsfinanciën, de een na hoogste staatsschuld (na geheide EMU-kandidaat Belgie) en een hectische inflatiegeschiedenis. Het land komt volgend jaar misschien wel in de buurt komen van de belangrijkste EMU-eisen, deze prestatie verbleekt echter bij de reputatie.

Die reputatie zit Italië en daardoor ook de euro dwars, hoe voorbeeldig het land zich nu ook wil gedragen. Als Italië aan de EMU mag meedoen dan moet het wel fout gaan met de overheidsfinanciën in Europa, dan moeten de prijzen wel uit de hand gaan lopen en dan moet de Europese Centrale Bank straks de rente wel verhogen om te voorkomen dat de euro afglijdt.

Beleggers die dit crisisscenario niet wilden afwachten stapten vorige week alvast over van de belangrijkste voorloper van de euro, de Dmark, naar de dollar onder het motto 'beter te vroeg dan te laat'.

Stormloop

Een kraam verder op de financiële markt speelden zich vorige week heel andere taferelen af. Daar verdrongen beleggers zich voor de aangeboden Italiaanse staatsobligaties. De vraag naar deze stukken was bijna niet bij te houden waardoor, het is nu eenmaal de markt, de prijs omhoog vloog.

De Italiaanse overheid zag deze ontwikkeling, die overigens al een tijdje gaande was, met grote vreugde aan. Een hogere prijs betekent volgens de wetten van de obligatiemarkt een lagere rente. Om beleggers te trekken hoeft de Italiaanse regering steeds minder rente te bieden en dat scheelt weer in de torenhoge rentelasten. Door de grote belangstelling is de Italiaanse rente inmiddels gedaald tot 6,5 procent procent. Dat is ruim een vol procent minder dan begin dit jaar en nog maar 0,92 procent boven Duits (en Nederlands peil). Zo'n klein verschil is sinds begin jaren zestig niet meer voorgekomen.

De stormloop op Italiaanse staatsleningen wordt uitgelegd als het bewijs dat beleggers verwachten dat Italië tot de kopgroep van de EMU zal behoren. Meedoen betekent dat de lire verdwijnt en dat de Italiaanse munt dus ook niet meer kan devalueren. Van deze mogelijkheid heeft Italië regelmatig gebruik gemaakt.

De straf die hiervoor betaald moest worden was de risicopremie die beleggers vroegen als zij hun geld in Italiaanse obligaties wilden steken. Nu dit risico afneemt en straks, als Italië inderdaad mee mag doen, helemaal weg is, loopt de risicopremie ook terug.

Meedoen aan de EMU geeft de beleggers ook het vertrouwen dat Italië zich aan de spelregels van de EMU zal (moeten) houden. Spelregels die voorschrijven dat een EMU-land de financiën onder controle en de geldkraan dicht houdt. Spelregels die zijn bedoeld om te voorkomen dat eigengereid beleid van een EMU-land de Europese Centrale Bank in het nauw brengt waardoor ze haar streven naar een harde euro doorkruist ziet en genoodzaakt is de rente te verhogen om het afglijden van de euro te voorkomen.

Vertrouwen

De markt heeft altijd gelijk, is het gevleugelde gezegde. Maar welke markt dan? De valutamarkt waar het de beleggers vorige week een beetje dun door de broek ging vanwege Italië en de zachte euro of de obligatiemarkt waar de beleggers een granieten geloof beginnen te ontwikkelen in Italië en de harde euro?

Dit geloof in de Italiaanse regering is nog niet optimaal. Nog steeds bestaat de vrees dat zij de overheidsfinanciën met allerlei lapmiddellen en schone schijn onder controle houdt in plaats van met echte bezuinigingen. Vooral de neiging van Italië om met eenmalige belastingverhogingen het tekort omlaag te krijgen stuit op scepsis. Maar sinds gisteren bevind het land zich met deze oplossing in goed gezelschap. Ook Frankrijk heeft een EMU-belasting aangekondigd.

Premie

Groeit het vertrouwen in de financiële doortastendheid van de Italiaanse regering dan kan Italië, misschien al op korte termijn, ook daarvan de vruchten plukken. Met een staatschuld die bijna 20 procent groter is dan de omvang van de economie bestaat een (kleine) kans dat Italië op enig moment problemen krijgt om aan zijn schuldverplichtingen te voldoen. Ook voor dit risico verlangen de beleggers een premie.

Hoe hoog die precies is weet niemand. Maar een vergelijking met België, waar de staatsschuld bijna 25 procent groter is dan de economie, kan iets duidelijk maken.

De Belgische rente ligt een fractie boven Duits niveau en dus nog aanzienlijk beneden Italiaans peil. De Belgische overheid heeft in het verleden net zo'n groot gat in haar hand gehad als de Italiaanse. Alleen België is eerder met saneren begonnen en heeft al veel langer afgezien van afwaarderingen van de frank. Dat heeft zich uitbetaald in een lage rente. Dat niveau moet voor Italië, zeker als het bij de EMU-kopgroep hoort ook bereikbaar zijn.

REDACTIE: HARKO VAN DEN HENDE

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden