NieuwsManagement

Nederlands management is goed, maar 'zeker niet top'

Op de internationale ranglijst van goed management staat Nederland zesde. Zelfoverschatting is één van de gebreken.

Wilco Dekker
Managers tijdens een congres over netwerken en communiceren. Beeld Marcel van den Bergh
Managers tijdens een congres over netwerken en communiceren.Beeld Marcel van den Bergh

De kwaliteit van het management in de Nederlandse industrie is internationaal gezien goed, maar ‘zeker niet top’. Vooral op het gebied van personeel en doelstellingen kan het beter bij bedrijven, waardoor Nederland zesde is op de internationale ranglijst van goed management, op gepaste afstand van onder meer Duitsland en Zweden. Nederlandse managers hebben ook last van zelfoverschatting.

Dat concluderen de Rijksuniversiteit Groningen (RUG) en RaboResearch (de onderzoeksafdeling van de bank) uit een grote internationale studie naar managementpraktijken waaraan ze hebben meegewerkt. Volgens de onderzoekers is zo voor het eerst de kwaliteit van het management in het Nederlandse bedrijfsleven en het effect ervan op de bedrijfsprestaties concreet in kaart gebracht. Over het management wordt wel veel gepraat, maar er wordt – tot nu toe - weinig systematisch gemeten. ‘En dat is wel heel belangrijk’, zegt de Groningse hoogleraar Harry Garretsen, een van de onderzoekers. ‘Goed management kan de productiviteit van bedrijven en landen verhogen. Zulk goed management is bovendien te ontwikkelen, door managementtraining en coaching.’

Volgens het onderzoek, dat deze maand beschreven wordt in het economenblad ESB, is het Nederlandse management vooral goed in het efficiënt – ‘lean’ - organiseren van de operaties in het bedrijf. Op dat punt is Nederland zelfs koploper. Aanzienlijk minder wordt gescoord op het formuleren en halen van de juiste doelstellingen (plek negen van de dertig) en het personeelsmanagement (acht).

Dat personeelsmanagement gaat over het aantrekken, vasthouden en ontwikkelen van talent. Het tijdig ‘afscheid nemen’ van slecht presterende werknemers en het extra belonen van goede medewerkers levert daarbij ook punten op. ‘Dat is de Angelsaksische insteek van dit internationale onderzoek, daarom komen de Verenigde Staten op dit punt vaak als beste uit de bus’, tekent hoogleraar Garretsen aan. ‘Hoe je het beste een fabriek laat draaien is wereldwijd zo’n beetje hetzelfde, hoe je met je werknemers omgaat niet. Je kunt in Nederland niet zomaar mensen op straat zetten. Gelukkig maar.’

null Beeld

Volgens het onderzoek is de kwaliteit van het management in de Verenigde Staten, Duitsland, Zweden, Japan en Canada 'beduidend' beter dan in Nederland. Voor Duitsland en Zweden is dat ook in percentages uit te drukken. Duitse en Zweedse bedrijven hebben gemiddeld 4 procent meer omzet dan Nederlandse en zijn 7 procent winstgevender per werknemer. Dat hangt samen met hun hogere scores op managementpraktijken. Het Nederlandse management scoort wel weer beter dan de leiding in onder meer Frankrijk, Groot-Brittannië en Singapore.

Opmerkelijk punt: het eigen oordeel van de managers over de prestaties blijkt in het onderzoek duidelijk te verschillen van de daadwerkelijk gemeten kwaliteit van de managementpraktijken. Nederlandse managers schatten de prestaties van hun bedrijf hoger in dan uit de cijfers van het onderzoek bleek. Ze lijden dus aan zelfoverschatting.

In het onderzoek werd onder meer gekeken naar de productiviteit en de omzet per werknemer bij 452 Nederlandse (maak)bedrijven. Verder werd er uitgebreid gesproken met managers (uit het middensegment) van die bedrijven. Dat werkt volgens Garretsen beter dan het opsturen van een vragenlijst. De onderlinge verschillen tussen de Nederlandse bedrijven zijn groot. Er is een kleine kopgroep met bovengemiddeld goed management, gevolgd door een peloton met gemiddelde scores en een ‘substantiële groep’ achterblijvers. Garretsen: ‘Naar die verschillen willen we nog beter gaan kijken. Presteren bedrijven door hun organisatie zo goed? Of is het zo dat goede managers blijken te kiezen voor goed presterende bedrijven?’

Het internationale onderzoek waar de RUG en RaboResearch aan meededen ging over het management – de organisatie dus - en niet over personen, de topmanagers zelf. Daar wil Garretsen samen met zijn collega’s nog een nadere studie van maken. ‘Heeft een topman of topvrouw echt invloed op de bedrijfsprestaties? En zo ja, hoe dan? We hebben daarover al aanvullende informatie via de geïnterviewde managers. Maar we willen daar graag meer over weten.’

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden