Moslimleider Rais prikt Soeharto-mythe door

AMIEN RAIS is een man met een missie. De leider van de Muhammadiyah - met zijn 28 miljoen leden de op één na grootste moslimorganisatie van Indonesië - heeft zich in de loop van 1997 ontpopt als het geweten van de natie....

GERRIT DE BOER

MOSLIMLEIDER Amien Rais heeft zijn bedenkingen tegen het beleid van president Soeharto nooit onder stoelen of banken gestoken. Maar de laatste maanden is hij daarin wel heel ver gegaan. In het sobere hoofdkantoor van de Muhammadiyah in Jakarta vertelt hij wat hem daartoe heeft gedreven.

'Ik voelde mij altijd een academicus met een morele plicht om de regering op haar fouten te wijzen. Maar langzamerhand groeide het besef dat dat niet genoeg was. Steeds duidelijker zag ik dat vrijwel niemand het lef had om de confrontatie met de regering aan te gaan en alternatieven aan te bieden. Toen drong het ineens tot me door: als anderen het niet durven, dan moet ik die taak op me nemen. En ik wist ook meteen dat ik er klaar voor was.'

Dat inzicht leidde ertoe dat hij langzamerhand van een academicus in een politicus veranderde. Zijn opstelling werd steeds harder, totdat hij zich uiteindelijk opwierp als alternatieve presidentskandidaat. 'Indonesië is jarenlang de gevangene geweest van de domme mythe dat Soeharto het alleenrecht heeft om dit land te regeren. Die mythe probeer ik door te prikken. De Indonesiërs moeten leren dat er meer mensen geschikt zijn voor de hoogste functie van het land.'

De economische crisis waarin Indonesië sinds de vorige zomer verkeert, heeft hem een duwtje in de rug gegeven, erkent Rais. 'Het aanzien van dit regime is door de crisis snel verbleekt. Alles wat de regering doet om de problemen op te lossen, roept negatieve reacties op. De mensen zijn dit regime zat, ze willen verandering, een nieuwe leider. Maar bovenal hebben ze behoefte aan perspectief. Soeharto is niet meer de oplossing van het probleem - hij is het probleem.'

De nieuwe Amien Rais voert de democratie hoog in het vaandel. Maar menigeen vraagt zich af wat hij daaronder verstaat. De angst bestaat dat hij Indonesië wil omvormen tot een moslimstaat. Rais ontkent in alle toonaarden. 'Dat punt is niet meer aan de orde. Indonesië is een land van verscheidenheid. Wie hier een islamstaat nastreeft, brengt de eenheid in gevaar. Daar zal ik me altijd tegen verzetten.

'Democratie is voor mij vrijheid van meningsuiting en van godsdienst voor alle mensen, zonder angst en zonder voorwaarden. Maar daarnaast is democratie ook politieke, sociale en economische rechtvaardigheid. Die elementen moeten erin zitten. Het is best denkbaar dat een vrij gekozen parlement en regering niets doen aan de steeds groter wordende sociaal-economische kloof in de samenleving. Een dergelijke democratie is niets waard. In een echte democratie moet de bevolking de leiders kunnen afzetten als ze afwijken van het uitgestippelde beleid. Een president mag niet langer dan een of twee termijnen aanblijven, want macht corrumpeert.'

Het woord corruptie is gevallen - wellicht het grootste probleem van Indonesië. 'Praten over het uitroeien van corruptie is zinloos. Er zijn harde maatregelen nodig, en een onafhankelijke rechtspraak, geschraagd door leger en politie.' Rais onderkent dat daarnaast de verhoging van het welvaartsniveau van de hele bevolking een voorwaarde vormt. Zonder een goed functionerend belastingstelsel, dat een eerlijker verdeling van de rijkdom mogelijk maakt, is corruptiebestrijding onbegonnen werk.

In het verleden heeft de moslimleider nogal eens bezwaar gemaakt tegen de uitverkoop van de Indonesische bodemschatten aan buitenlandse ondernemers. 'Ik eis een eerlijk part van de koek. De belangen van het volk moeten prevaleren boven die van het buitenlandse bedrijfsleven.

'Buitenlandse bedrijven kunnen vrij beschikken over onze grond en grondstoffen, maar betalen bijna geen belasting. Dat moet veranderen. Van vreemdelingenhaat heb ik totaal geen last - ik ben opgeleid in de Verenigde Staten. Ik bekritiseer alleen onze regering, die dit toestaat.'

Als een volleerd politicus stelt Rais de regering een ultimatum. 'Ik geeft deze regering nog zes maanden tot een jaar om te tonen dat ze de problemen kan oplossen. Ze moet een kans krijgen, dat is niet meer dan fair. Maar als er dan nog niets is veranderd, moeten we ingrijpen - desnoods via een geweldloze opstand van het volk.'

De moslimleider is bereid de leiding daarvan op zich te nemen, als hem dat wordt gevraagd.

'Ik ben vastbesloten een bijdrage te leveren aan de democratisering van dit land. Ik mag mijn, veelal jonge, aanhangers niet teleurstellen. Als Soeharto zijn beloftes niet kan waarmaken, wordt het tijd dat het volk zijn lot in eigen hand neemt en zijn aftreden eist.'

Zonder leiding zal dat niet lukken, beseft hij. De geïntimideerde Indonesische bevolking zal nooit uit politieke motieven in opstand komen. Alleen als de lege maag opspeelt, zal het volk uit eigen beweging de straat opgaan. Dat is gevaarlijk, dat leidt zeker tot geweld. En geweld wil hij tot elke prijs voorkomen.

Hoewel Rais weet dat hij onder de huidige omstandigheden geen enkele kans maakt op het presidentschap, is hij overtuigd van zijn missie en zijn eigen capaciteiten. 'Ik vind dat iedere burger het recht heeft om dit land te leiden - op voorwaarde dat hij visie heeft, eerlijk is en het belang van de natie boven alles stelt. Ik ben ervan overtuigd dat ik het kan.

Maar voorop staat dat Indonesië de president krijgt die het volk wil, en wel via vrije verkiezingen.'

Gerrit de Boer

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden