Nieuws
Minder Delfts blauw vanwege weggebleven toeristen
Delfts blauw, het beroemde Nederlandse porselein, werd veel minder verkocht in coronatijd. Het wegblijven van buitenlandse toeristen was een belangrijke oorzaak: Delfts blauw-producten worden vaak aangeschaft als souvenir. ‘Zo’n 40, 50 procent van onze omzet komt uit toeristische activiteiten’, vertelt Henk Schouten, directeur van de Royal Delft Group. Onder Nederlandse consumenten is de populariteit van Delfts blauw de afgelopen jaren gedaald.
De daling van buitenlands toerisme in Nederland is significant. Waar in het tweede kwartaal van pre-coronajaar 2019 nog 5,9 miljoen buitenlandse toeristen in Nederland verbleven, waren dit er in dezelfde periode van 2021 nog maar 850.000. In het tweede kwartaal van 2020 overnachtten er 800.000 buitenlandse toeristen in Nederland. Dit blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau van de Statistiek (CBS).
Het Royal Delft Museum, dat ook onder de porseleinonderneming valt, trok altijd grotendeels buitenlandse toeristen, maar daar kwam door het coronavirus verandering in. Er reisden minder toeristen naar Nederland door wereldwijde reisbeperkingen, en musea zijn meermaals gesloten geweest in verband met lockdowns. Dit had ook invloed op de verkoop van het Delfts blauw: de verkopen in de museumwinkel zijn goed voor zo’n 40 procent van de omzet.
Vanaf 5 juni dit jaar zijn de musea weer open en weten bezoekers het Royal Delft Museum weer te vinden, maar het publiek ziet er anders uit. ‘Vroeger was zo’n 20 procent van de toeristen Nederlands, nu is het ongeveer de helft’, vertelt Schouten. Hij verwacht dat deze verhouding voorlopig blijft. Dit heeft ook te maken met het feit dat het museum op 1 juli dit jaar een stichting is geworden in plaats van een commercieel museum. Hierdoor kan het de museumkaart hanteren: dit trekt meer Nederlandse museumliefhebbers aan.
De omzet van Royal Delft daalde op jaarbasis met 14 procent naar 2,1 miljoen euro, maar toch draaide het bedrijf geen verlies. Dit kwam door coronasteun van de overheid, maar ook door vastgoedinvesteringen van het bedrijf. ‘In 2008 namen wij een pannenbedrijf over, dat hebben we in 2018 weer verkocht. De winst hebben we geïnvesteerd in een aantal appartementencomplexen en kantoorpanden, die een stabiele inkomstenstroom opleveren. We hebben een buffer.’
