Mensen met laag inkomen mijden vaker de tandarts
Armoede kun je aflezen aan iemands gebit, zei Hillary Clinton ooit. En het is waar, in de economisch zwakste regio's van de VS kom je vaker mensen tegen met opzichtig ontbrekende tanden en kiezen. In Nederland is de situatie niet zo dramatisch, maar ook hier geldt dat mensen met een laag inkomen gemiddeld minder vaak een tandarts zien.
Van de laagste inkomensgroep heeft 72 procent ten minste één keer per jaar contact met de tandarts, blijkt uit vandaag verschenen cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Bij de hoogste inkomensgroep ligt het tandartsbezoek 15 procent hoger.
Voor bezoeken aan de mondhygiënist zijn de verschillen vergelijkbaar. Iets meer dan eenvijfde van de laagste inkomensgroep ziet minstens eenmaal per jaar een mondhygiënist, terwijl dat bij de hoogste inkomens ruim eenderde is.
Volwassenen krijgen de kosten voor tandarts en mondhygiënist niet vergoed vanuit de basisverzekering, op een aantal bijzondere gevallen na. Voor kinderen onder de 18 wordt de behandeling wel vergoed vanuit de basisverzekering. Bij hen zijn er geen verschillen naar inkomensgroepen.
Tot hun 16de gaan jongeren bijna allemaal minstens één keer per jaar naar de tandarts (97 procent). Na hun 20ste daalt de mate van tandartsbezoek naar 80 procent. Van de 75-plussers gaat slechts de helft naar de tandarts; in 2013 had 70 procent van deze leeftijdsgroep een kunstgebit.
Groeiend aantal werknemers
In de relatie met de huisarts of de psycholoog/psychiater is er eveneens een verband tussen inkomen en de mate van contact, maar daar is de situatie omgekeerd aan die bij de mondzorg. Daar geldt: hoe lager het inkomen, hoe vaker er contact is met huisarts of psycholoog/psychiater.
En dat sluit aan bij de gemiddeld minder gezonde leefomstandigheden en de geringere levensverwachting van mensen met een laag inkomen. Arme mensen sterven gemiddeld eerder dan hun leeftijdsgenoten uit de hoogste inkomensgroepen.
De mondhygiënist is het populairst onder de leeftijdsgroep tussen 50 en 55 jaar (38 procent). In de jongste en oudste leeftijdsgroepen is het aandeel dat minimaal één keer per jaar de mondhygiënist bezoekt ongeveer de helft lager. De populariteit van de mondhygiënist neemt de laatste jaren toe. Dat vertaalt zich ook in een groeiend aantal werknemers in die beroepsgroep. Tussen 2006 en 2012 is het aantal mondhygiënisten verdubbeld.