Lijdensweg V&D duurt al 32 jaar
Eigenlijk had Anton Dreesmann het warenhuis al in 1983 opgegeven.
'Ik weet zeker dat dit bedrijf kapot was gegaan als ik de diversificatie van het concern niet had doorgezet', verklaarde hij in Vrij Nederland de oprichting van het conglomeraat Vendex met speciaalzaken, uitzendbureaus, banken en supermarkten. 'We vlogen in een Piper Cub, nu in een 747. Ik heb de risico's zo breed gespreid dat we niet snel in een luchtzak zullen duikelen.' De lijdensweg van V&D zou nog 32 jaar worden voortgezet. Want Dreesmann vond de familie-erfenis onaantastbaar. Toen Dreesmanns opvolger Arie van der Zwan de keten wilde saneren, greep hij zelf in en voorkwam de ingreep.
In de jaren zestig en zeventig kon niemand om het warenhuis van V&D heen als er een verjaardagscadeautje of een Sinterklaassurprise moest worden gekocht. Jongeren kochten hier jaarlijks hun schoolagenda en kaftpapier op de Schoolmarkt, die aan het einde van de grote vakantie werd gehouden. Met Sinterklaas of Kerst was V&D the place to go. Moeders kochten er de kleren voor hun kinderen, families hun witgoed en elektronica en de jeugd wist V&D ook te vinden voor de top 40-singles of elpees.
Zwagers
Het bedrijf werd opgericht door de zwagers Anton Dreesmann sr en Willem Vroom: de eerste een immigrant uit Duitsland, de ander een migrant uit Veendam. Allebei openden ze in de 19de eeuw zelfstandig manufacturenzaken in Amsterdam. Met hun in 1887 geopende winkel wilden ze een einde maken aan de kostbare detailhandelsgewoontes van die tijd, zoals zichtzendingen, loven en bieden, het geven van kortingen en kredieten.
Met 'lage, doch vaste prijzen, uitsluitend à contant zonder enige korting' zouden ze een veel grotere klantenkring kunnen aanboren. Het werd een succes, waardoor het assortiment kon worden verbreed naar gebruiksvoorwerpen, potten en pannen en kerstversiering. De zaken liepen zo goed dat Vroom en Dreesmann in 1912 hun eerste warenhuis met liften lieten bouwen aan de Kalverstraat.
Beeldbepalend
Er volgden er meer. Allemaal beeldbepalend voor de binnensteden. Om de V&D's heen vestigden zich nieuwe winkels. Na de Tweede Wereldoorlog en vooral na de loongolf van de jaren zestig steeg de omzet naar nieuwe records. V&D liep voorop in de verkoop van meubels, stofzuigers, scheerapparaten en zette modetrends. in de jaren zeventig begonnen speciaalzaken als Free Record Shop, Wastora, Blokker en Kwantum Hallen te knabbelen aan het marktaandeel van V&D.
Dat was vaak niet meer de goedkoopste. Anton ging op het overnamepad: 'V&D werd Vendex. Bij het 100-jarig bestaan was V&D uitgegroeid tot een mammoetconcern met 73 duizend werknemers. Tegelijkertijd werd dat jaar de eerste La Place geopend. Maar de winst daalde. Vendex ging in 1996 naar de beurs waar het na een fusie met De Bijenkorf en Hema een speelbal werd van speculanten en in stukken uiteen viel.
Vooral private equitybedrijven zagen het als een dankbare prooi. V&D bleef het zorgenkind. Jan des Bouvrie en Mart Visser werden binnengehaald om de collectie te vernieuwen, maar het leverde weinig op. Nieuwe goedkope ketens als Primark en Action en online winkelbedrijven als amazon.com, bol.com en zalando zorgden ervoor dat het dweilen met de open kraan werd. V&D heeft voor een omzet van 620 miljoen euro (inclusief La Place) tienduizend werknemers nodig. Bol.com zet met 700 werknemers 680 miljoen euro om.